Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1939
(1939)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |
Aan het begin van het afgelopen jaar had een contactvergadering met het Bestuur der Maatschappij plaats, om te trachten door een uitvoerige gedachtenwisseling tot een vollediger begrip der wederzijdse opvattingen en op grond daarvan tot betere samenwerking te geraken. Het stemt de Commissie tot dankbaarheid te mogen constateren, dat dit doel inderdaad werd bereikt. Bij haar werkzaamheden heeft zij zich geheel naar de resultaten dezer bespreking gericht; werd haar arbeid hierdoor enerzijds eerder moeilijker, aan de andere kant kon deze tevens een ietwat vlotter en rustiger verloop hebben. Door het Bestuur werd toegezegd, dat aan de bekendmaking der voordracht in de jaarvergadering een verklaring van den Voorzitter zal voorafgaan, waarin het nieuwe van de getroffen regeling wordt toegelicht. In een vijftal vergaderingen ter voorbereiding van haar voorstel omtrent de toekenning van de C.W. van der Hoogtprijs bleek de Commissie, dat ook ditmaal haar taak verre van gemakkelijk was. Het is nu eenmaal eenvoudiger tot volkomen overeenstemming te geraken over een prijs voor meesterschap dan over een aanmoedigingsprijs, welke uiteraard toegekend moet worden aan een auteur, wiens werk ondanks al zijn verdiensten nog geenszins vlekkeloos behoeft te zijn. De waardering ener belofte blijft altijd hachelijker en vaak ook persoonlijker dan die van een onaantastbaar hoogtepunt. Eerst na herhaalde en ernstige besprekingen kon de Commissie dan ook komen tot de vaststelling van haar advies aan het Bestuur. De Commissie herhaalt haar opmerking uit het vorige jaarverslag, waarbij zij de hoop uitsprak, dat werken, waarvan men redelijkerwijze vermoeden kan, dat zij voor de C.W. van der Hoogtprijs in aanmerking komen, door de uitgevers of de auteurs aan haar Secretaris zullen worden toegezonden. In het afgelopen jaar mocht zij deze medewerking nog slechts van één enkelen uitgever ondervinden, terwijl de toegezonden werken haar eerst bereikten nà het verstrijken van de datum, waarop het advies aan het Bestuur moest worden overgelegd. In verband met zijn werkzaamheden en met de tijdrovende reizen, welke de ligging zijner woonplaats voor hem noodzakelijk maakten, zag de Secretaris der Commissie zich genoodzaakt met ingang van het nieuwe verenigingsjaar als lid uit te treden. Zijn functie zal worden overgenomen door Mevrouw J. van Dullemen-de Wit te Amsterdam. |
|