Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1939

[V.] Verslag van de commissie voor taal- en letterkunde

V. Hierna volgt voorlezing door mejuffrouw Van Lessen van het verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde.

[p. 146]

De Commissie vergaderde negen maal, onder voorzitterschap van den heer Van Rijnbach. Secretaris was de heer Van Haeringen. Te beginnen met de Januari-vergadering vonden de bijeenkomsten plaats in de nieuwe bestuurskamer Rapenburg 61. De verhuizing van de oude lokaliteit in het Nutsgebouw naar deze nieuwe is algemeen als een vooruitgang gewaardeerd.

Van het door de Commissie geredigeerde Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde verschenen: Afl. 4 van Deel 57, Deel 58 geheel en van Deel 59, aflevering 1.

In de vergaderingen hebben de volgende leden wetenschappelijke mededelingen gedaan:

Van Rijnbach: over een zeldzame verzameling volksliederen (de zgn verzameling Scheltema) en over een Berlijns handschrift der Historie van die VII wise mannen van Rome;

Zijderveld: over Vondels treurspel Faëton;

Van Haeringen: over congruerende voegwoorden;

Van Eijck: over de proloog bij de Eerste Bliscap van Maria;

Mej. Van Lessen: over substantivering bij possessieve samenstellingen met af-, aan-, ge- en on-;

Knuttel: over enkele aanwijzingen voor een middeleeuws-Vlaamse schrijftrant.

Buitendien kwamen naar aanleiding van de redactionele werkzaamheden of bij rondvraag verschillende onderwerpen op het gebied van Nederlandse taal- en letterkunde ter sprake. Voorts heeft de Commissie het Bestuur van advies gediend inzake medewerking van Nederland bij de vernederlandsing van technische termen in Zuid-Afrika, en inzake de toekenning van de Meesterschapsprijs.