Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1935
(1935)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Bijlage II Verslag van den bibliothecarisDit verslag moge beginnen met de verblijdende mededeling, dat de uitgevers, op wier medewerking een beroep werd gedaan om de Bibliotheek in het bezit te stellen van een zo volledig mogelijke verzameling van werken betreffende de Nederlandse taal- en letterkunde, over het algemeen aan dat verzoek hebben voldaan, dank zij ook de opwekking, die het Bestuur van de ‘Nederlandsche Uitgeversbond’ in zijn, orgaan ‘De Uitgever’ (17de jrg. nr. 6, blz. 64 en 72) dienaangaande tot zijn leden richtteGa naar voetnoot1. In de bij dit verslag gevoegde lijst van personen, die boeken aan de Bibliotheek schonken, vindt men de namen der uitgevers, die desgevraagd bereid waren exemplaren van hun uitgaven op het gebied van Nederlands proza, poëzie, toneel, essays, literatuurgeschiedenis en taalkunde af te staan; 79 boekwerken konden op deze wijze aan de Bibliotheek worden toegevoegd. Bij een woord van hartelijke dank moge de wens gevoegd worden, dat ook in het vervolg deze onmisbare steun ons niet onthouden worde. Behalve door aankoop van nieuw verschenen werken werden ook langs antiquarische weg, leemten in ons bezit aan uitgaven van dichters en schrijvers uit de literatuur van vroegere perioden aangevuld, o.a. door aankoop van enige boeken uit de bibliotheek van wijlen Henri Borel. Een belangrijke aanwinst is voorts een verzameling boeken op allerlei gebied, afkomstig uit de bibliotheek van wijlen D.G.P. Rouffaer, die ons door het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië werden afgestaan. Afzonderlijk dienen nog dankbaar vermeld te worden de volgende aanwinsten: de heer L.J.C.J. van Ravesteyn schonk ons zijn beide interessante en fraai uitgevoerde werken over Rotterdam; de heer J.C. van der Loos een aantal zijner historische publicaties; Mevr. A. Hartog-Catz te Wassenaar het royaal uitgegeven werk van Dr. D. Hoek, De geschiedenis van Backershagen, slechts in geringe oplaag | |
[pagina 35]
| |
gedrukt. De heer J. Bosboom Nz. voegde bij de reeds vroeger geschonken herinneringen aan Mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint een aan haar door A.C. Wilkens opgedragen exemplaar van diens werk over Fray Luis de Leon, gebonden in een haar naam dragende band. Voor de verdere geschenken, die ons zowel van leden als van andere belangstellenden gewerden, moge met gelijke dankbaarheid verwezen worden naar de achter dit verslag gevoegde lijsten. Ook de verzameling brieven en handschriften werd dit jaar niet onaanzienlijk vermeerderd: Dr L. Knappert stond een verzameling van 335 brieven af, aan den bekenden kerkhistoricus Dr. C. Sepp gericht door binnen- en buitenlandse geleerden; van Dr J.W. Muller ontving de Bibliotheek een verzameling brieven en gedichten gericht aan J.W. Yntema, redacteur-uitgever van de ‘Vaderlandsche Letteroefeningen’, of betrekking hebbende op dit tijdschrift, waaronder er zijn van R. Feith, Bellamy, Bilderdijk, Tollens en vele anderen, zomede overdrukken en varia dit onderwerp betreffende. Ons erelid Dr S.G. de Vries voegde bij de vele brieven reeds eerder aan onze verzameling afgestaan, nog een interessante brief van Dr. W.J.A. Jonckbloet aan Dr Matth. de Vries, dd. 17 Juni 1847. Uit de boekerij van ons betreurd medelid Dr J.H. Kern ontvingen wij een Woordenlijst in ms. op Melis Stoke van de hand van Dr W. Bisschop. De sedert ontbonden Commissie tot onderzoek naar het boerenhuis in Nederland zond het getikte handschrift van het werk van den heer K. Uilkema, Het ontstaan der huistypen in Nederland, Dl. I. De Bibliotheek vermeerderde met 639 boekwerken en 77 overdrukken, van ongeveer 330 tijdschriften en vervolgwerken werden afleveringen ontvangen. Met de gebruikelijke, maar daarom niet minder welgemeende betuiging van dank aan allen, die door hun geschenken of hun deskundige medewerking - en in het biezonder denk ik hier aan Dr R. van der Meulen, die bericht zond niet langer deel uit te zullen maken van de Bibliotheekcommissie - het ambt van Bibliothecaris tot een voortdurend genoegen maakten, wens ik dit verslag te besluitenGa naar voetnoot1.
A.A. van Rijnbach |