Bijlage VI
Verslag der commissie voor geschied- en oudheidkunde
De Commissie vergaderde achtmaal. Tot voorzitter werd verkozen de heer Knappert, terwijl de secretaris bij verstek werd aangehouden.
De volgende leden deden mededeelingen over de achter hun naam vermelde onderwerpen:
Barge Over een fraaie uitgaaf van Deliciae Batavicae.
De Blécourt Over leven en bedrijf van Peije Abels; over 2 vonnissen van den hoofdman van Stad en Landen van Groningen tegen Ucco-Wallisten; over het privilege der stad Oss van 1399; over een geschrift van Bekers van Thiemen omtrent het doceeren van ander dan Romeinsch Recht te Leiden; over het verleenen van adeldom aan een Zeeuwsch geslacht.
Van Blom Over een feestrede bij den Upstalboom in Augustus 1933; bijzonderheden over het leen Torenveld te Oestgeest.
Bijleveld Over de beteekenis van het woord labbardaan; over het leven op de kostschool Oud-Noorthey te Voorschoten; over het verwin van landgoederen; over het huis Vredenhoef te Voorschoten.
Byvanck Over de sarcophaag van Simpelveld; over de gevolgtrekking, die de archaeologie ons toelaat te maken omtrent den oorsprong van het Nederlandsche volk.
Colenbrander Over een bericht uit het archief der Wassenaars betreffend het Huis Ter Lugt; over een lezing in het jaar 1880, waarin zuidafrikaansche toestanden worden geteekend.
Fockema Andreae Over het ontstaan en de ontwikkeling van wind-watermolens in polders bij Danzig en hier te lande; over een anoniem verschenen boekje van Uittenhage de Mist; over onze oude maten.
Huizinga Over de oudste geschiedenis van Zeeland; over de verklaring van de namen ruiereb en powieren bij het tournooi.
Kleijntjes Over een onderzoek naar onze diplomatieke en cultureele betrekkingen met Polen in de zestiende en zeventiende eeuw.
Knappert Over de geschiedenis der kerkelijke gemeente van Curaçao.
Krom Historische gegevens over den naam van het eiland Sumatra.
Meijers Over Calais als Vlaamsche stad, terwijl de heer dr Henry Obreen als gast uit België, in een der vergaderingen