Bijlage VI. Verslag der commissie voor taal- en letterkunde.
De Commissie heeft in het afgeloopen jaar negen maal vergaderd. Voorzitter was de heer De Vries, secretaris de heer Van Rijnbach.
De heer Beets, aan de beurt van aftreding, werd herbenoemd; in de plaats van den heer Kloeke werd de heer A.A. van Rijnbach benoemd.
Van het door de Commissie geredigeerde Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde kwam het 48ste deel gereed en verschenen twee afleveringen van het 49ste deel.
Van de reeds in het vorig verslag vermelde uitgave van de: Walvischvaarten, overwinteringen en jachtbedrijven in het Hooge Noorden, 1633-1635. Zes teksten, verzameld en van aanteekeningen voorzien door S.P. L'Honoré Naber, als nr. 4 der reeks Herdrukken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, zoomede van den tweeden druk van de uitgave der Reyse van Bontekoe, door den heer G.J. Hoogewerff, hoopte men dat zij nog voor de Jaarlijksche Vergadering verschijnen zouden.
De Commissie bracht aan het Bestuur der Maatschappij advies uit over een aanvrage om steun voor een uitgave.
De wetenschappelijke mededeelingen in de vergaderingen der Commissie gedaan, waren de volgende:
Over het woord schrijvens en over den overgang van wr- in vr- aan het begin van een woord door den heer Heinsius.
Over Zeeuwsche eigennamen door den heer Boekenoogen.
Over de persoonlijke betrekkingen van Hooft en Vondel door den heer Muller.
Over een gedicht van Lucretia Wilhelmina van Merken; over de uitspraak van de gotische h door den heer De Vries.
Over woorden en termen uit de Skandinavische talen ingelijfd in het Nederlandsch door den heer Beets.
Over gheteriuint; over de woorden ollen en oele; over badderken; over Wapene Martijn vs. 283/4 en over een schijnbare ellips door den heer Kern.
Over de woorden smart en smarten; over een literaire curiositeit uit de 17de eeuw (Margrietje door Jan van Swol) door den heer Knuttel.
Over den aardrijkskundigen naam Goudstaart door den heer Van der Meulen.
Over Mr. Laurens van Santen, door den heer Van Rijnbach.