Tegenwoordig zijn de Bestuursleden: D. van Blom, Voorzitter, C. Serrurier, Secretaresse, J. Heinsius, Penningmeester, R. van der Meulen, Bibliothecaris, F. Hopman, B.A.P. van Dam, J.F.M. Sterck, N.J. Krom; het eerelid S.G. de Vries; de gewone leden: W.J.J.C. Bijleveld, H. Blink, A.A. Beekman, K.H. de Raaf, Fred. Oudschans Dentz, D. Wouters, J. Huizinga, N.J. Beversen, A.A. van Rijnbach, J. de Vries, C.A.J. van Dishoeck, C. Peltenburg, C.H. Ph. Meijer, K.H. Boersema, W.J.M. van Eysinga, P.A.A. Boeser, S.A. Waller Zeper, C.E. Hooykaas, C.H. Ebbinge Wubben, J.W. Verburgt, F.K.H. Kossmann, A.W. Bijvanck, C.W. van der Hoogt, W. Wijnaendts Francken-Dyserinck, J.L. Walch, W.L. de Vreese, H.T. Damsté, C. Snouck Hurgronje, J.H. Plantinga, D.C. Hesseling, L. Knappert, W. van Bemmelen, P.J. Blok, L.G.N. Bouricius, J.M. Sterck-Proot, M.C. van Zeggelen, A. Draaijer-de Haas, A.G. de Leeuw, G. Hulsman, W.M.C. Regt, A.S. de Blécourt, E.M. Rogge, M. van Tuyll van Serooskerken, O.J. van Eck, C.G. 't Hooft, C. Bake, Joh. B. Been, F.S. Knipscheer, M.E. Kronenberg, W.G. van der Tak, K.H.E. de Jong, O.C. van Hemessen, S.P. L'Honoré Naber, C.M. Vissering, G.J.W. Koolemans Beijnen, Ph. S. van Ronkel, J.C. van Oven, Ed. Th. J. Brom, F. de Meyrier, A.A. Verdenius, E. Wiersum, J.F.L. de Balbian Verster, Corn. Veth, C.M. van Hille-Gaerthé, C.J. Welcker, C.C. van de Graft, J.A.J. Barge, L.W.A.M. Lasonder, J.J.L. Duyvendak, B. Becker, C. van Son, N. Japikse; het buitenlandsch lid J.L.M. Eggen van Terlan.
I. De Voorzitter, de heer Mr. D. van Blom, opent om elf uur de vergadering met een toespraak, die hij ter uitgaaf in de Handelingen afstaat (Bijlage I).
II-III. De Secretaresse en de Bibliothecaris lezen hun verslagen voor, welke in dank aanvaard worden voor de Handelingen (Bijlage III en IV).
IV. Namens de uit de heeren Dr. N.J. Krom en Dr. L. Knappert bestaande Commissie, benoemd tot het nazien der rekening en verantwoording van den Penningmeester (Bijlage V), meldt de heer Knappert, onder mededeeling der voornaamste posten, dat alles in orde is bevonden, zoodat wordt voorgesteld den Penningmeester te dechargeeren; waartoe wordt besloten. De Voorzitter dankt den Penningmeester en de Commissie.
V-VII. De Secretarissen der Commissies voor Taal- en Letterkunde en Geschied- en Oudheidkunde, de heeren Jan de Vries en W.J.J.C. Bijleveld, brengen hun jaarverslagen uit, en mejuffrouw F. de Meyrier leest het verslag voor der Commissie voor Schoone Letteren. Ook deze stukken worden in dank aanvaard voor de Handelingen (Bijlagen VI-VIII).
VIII. Namens de door de Maandvergadering van 4 Mei aangewezen Commissie voor stemopneming, bestaande uit de heeren en dames C. van Arendonk, D. van Blom, W.J.J.C. Bijleveld,