Bijlage IV. Verslag van den bibliothecaris.
Als tijdelijk bibliothecaris ben ik verplicht eenige oogenblikken Uw aandacht te vragen voor het verslag omtrent onze boekerij. In het begin van het genootschapsjaar overleed de bibliothecaris, de Heer Louis D. Petit, een maand nadat hij hier op deze plaats was gehuldigd geworden voor al hetgeen hij gedurende vijf en twintig jaren voor de bibliotheek had gedaan. Zijn nagedachtenis zal zeker bij de velen, die van onze boekerij gebruik hebben gemaakt, in dankbare herinnering blijven.
De uitbreiding der bibliotheek, is, evenals in de vier achter ons liggende oorlogsjaren, aanzienlijk minder geweest dan daarvóór het geval placht te zijn. Wederom kwamen vele buitenlandsche genootschapswerken en tijdschriften niet in; met name ontvingen wij, met uitzondering van een enkel Fransch werk, niets uit België, Frankrijk en Rusland. Doordat verder de prijzen van bijna alle binnen- en buitenlandsche tijdschriften en boeken gestegen zijn, gezwegen nog van de tegenwoordige buitengewoon hooge onvermijdelijke onkosten aan bindwerk, moest ook de aankoop van nieuwe en oude boeken geringer zijn dan te voren. Desniettemin zijn in het afgeloopen jaar weder een aantal werken op het gebied der Nederlandsche taal-, letter-, geschied- en oudheidkunde, en daarnaast soms ook op aanverwante gebieden, zooals het Friesch en Nederduitsch, aangekocht. Verschillende personen, leden der Maatschappij en andere belangstellenden, hebben de bibliotheek met zeer welkome geschenken verrijkt. Toch zou men, zonder ondankbaar te zijn, het getal dezer schenkers, met name onder de leden der Maatschappij, gaarne grooter wenschen, waar onze boekerij van hare oprichting af voor een belangrijk deel door de schenkingen harer leden is gegroeid tot wat zij thans is.
Aanwinsten van bijzonder belang vallen dit jaar niet te vermelden. De heer Louis D. Petit vermaakte aan de bibliotheek o.a. een drietal handschriften van eenige zijner bibliographieën, eenige portefeuilles met overdrukken alsmede een verzameling brieven door verschillende letterkundigen en geleerden aan hem gericht. Een drietal brieven van letterkundigen zond ons ook de Heer Taco H. de Beer. Van 22 personen ontvingen wij over-