Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1913
(1913)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Handelingen. | |
[pagina 3]
| |
Verslag van de jaarlijksche vergadering, gehouden te Leiden op den 11en Juni 1913.De Beschrijvingsbrief luidde aldus:
Leiden, den 23sten Mei 1913.
M.
Bij dezen heb ik de eer U uit te noodigen tot het bijwonen der Jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, die gehouden zal worden op Woensdag den 11den Juni, des voormiddags klokke elf uren, in het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Steenschuur alhier. De orde der werkzaamheden is als volgt:
I.
Opening der Vergadering door den Voorzitter, Prof. Dr. P.J. Blok, met eene toespraak.
Voordracht van den Heer Prof. Dr. J. Huizinga: ‘De beteekenis van 1813 voor Nederland's geestelijke beschaving’. | |
[pagina 4]
| |
III.
Verslag van den staat der Maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar.
IV.
Verslag van den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop.
V.
Verslag omtrent de rekening en verantwoording van den Penningmeester.
VI.
Verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde.
VII.
Verslag der Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde.
VIII.
Bekendmaking van den uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitenlandsche leden.
IX.
Voorstel van de Maandelijksche Vergadering om uit de renten van het Fonds a) een bedrag van ƒ 100 gedurende vijf jaren beschikbaar te stellen voor de Commissie tot het stichten van het ‘Koningin Wilhelminalectoraat’ aan de Columbia University te New-York; b) een bedrag van ten hoogste ƒ 100 te verleenen als bijdrage in de kosten van het drukken eener door Dr. Zsigm. Nagy bewerkte Hongaarsche vertaling van Vondel's Lucifer; c) een bedrag van ƒ 50 gedurende tien jaren te verleenen aan de Commissie voor den Geschiedkundigen Atlas van Nederland.
X.
Verkiezing van een Bestuurslid in de plaats van het aftredende lid, den Heer Dr. J. te Winkel. Het door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltal bestaat uit de Heeren: a. J.F.M. Sterck. b. Dr. H. Brugmans. | |
[pagina 5]
| |
XI.
Verkiezing van een Penningmeester in de plaats van den volgens art. 23 der Wet aftredenden titularis. Het door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltal bestaat uit de Heeren: a. Dr. J. Heinsius. b. Dr. D.C. Hesseling.
Namens het Bestuur, S.G. de Vries, Secretaris.
De Vergadering wordt bijgewoond door de Bestuursleden: P.J. Blok, Voorzitter, J. Heinsius, Penningmeester, C. Snouck Hurgronje, J. te Winkel, J. Verdam, J.H. Abendanon, S.G. de Vries, Secretaris, door L.D. Petit, Bibliothecaris, door de gewone Leden: J. Huizinga, J.H.C. Kern, J.V. de Groot, A.G.C. van Duyl, Mevr. Th. van Duyl-Schwartze, Mevr. Th. Hoven, Mej. H.J.A. Ruys, C. te Lintum, J.J. van Geuns, A.G. Roos, G.J. Dozy, C.H. Ebbinge Wubben, R. van der Meulen Rz., P.A.A. Boeser, B.D. Eerdmans, L. Knappert, P.C. Molhuysen, A.J. Wensinck, J.C.G. Jonker, C. Peltenburg, C.H. Ph. Meyer, T.J. de Boer, J.S. Speyer, D.C. Hesseling, C.J. Wijnaendts Francken, G.J.W. Koolemans Beijnen, L.A. Kesper, Mej. A. van der Flier, P. Fijn van Draat, J. van Kuyk, H.E. van Gelder, Jhr. W.A. Beelaerts van Blokland, H. Blink, E. Wiersum, A. Eekhof, W.B. Kristensen, A.A. van Schelven, J.H.L. van der Schaaff, F.A. Liefrinck, Jonkvr. A. van Hogendorp, H.M. Werner, S. Baart de la Faille, E.B. Kielstra, W.J. Leendertz, W.P. Kops, C.H. Th. Bussemaker, C.L. van Balen, C.W. van der Pot Bz., W. Draaijer, H.T. Colenbrander, N.J. Beversen, J.C. Overvoorde, F. Pijper, M.W. de Visser, W. van Everdingen, | |
[pagina 6]
| |
K.H. de Raaf, H. Krabbe, door de buitenlandsche Leden: C. Borchling, P.N. Nieuwenhuis, H. Pernot, H.D. van Broekhuizen en gedeeltelijk, als gast, door den Heer Dr. B. Becker uit St.-Petersburg.
I. De Voorzitter de Heer Dr. P.J. Blok opent te elf uren de Vergadering met eene toespraak, door hem ter uitgave afgestaan en hierachter gedrukt (Bijlage I). Hierop richt de Voorzitter een welkomstgroet afzonderlijk tot de aanwezige buitenlandsche Leden.
II. Op voorstel van het Bestuur wordt besloten eerst punt III-VIII van den Beschrijvingsbrief en eerst daarna II te behandelen.
III-IV. Door den Secretaris en den Bibliothecaris worden hunne verslagen voorgelezen omtrent den staat der Maatschappij en hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar en omtrent den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop. De Voorzitter betuigt aan beiden dank en deelt mede, dat deze verslagen in eenigszins meer uitgebreiden vorm in de Handelingen zullen worden gedrukt (zie hierachter, Bijlagen III-IV). Den Bibliothecaris den Heer Petit wenscht de Voorzitter hierbij van harte geluk namens de Vergadering met de voltooiing van het Supplement 1901-1910 op het Repertorium voor vaderlandsche geschiedenis.
V. Namens de Commissie, bestaande uit HH. Dr. P.A.A. Boeser en Dr. D.C. Hesseling, in de Maandvergadering van 4 April benoemd tot nazien der rekening en verantwoording van den Penningmeester (zie Bijlage V), | |
[pagina 7]
| |
bericht de Heer Hesseling, dat zij alles nauwkeurig hebben nagegaan en in de beste orde hebben bevonden, zoodat zij konden voorstellen hem onder dankzegging te ontlasten. De Voorzitter betuigt den dank der Vergadering aan de genoemde Heeren en aan den Penningmeester, wien hij tevens hulde brengt voor zijn nauwgezet beheer.
VI-VII. De Verslagen der Commissiën voor Taal- en Letterkunde en voor Geschied- en Oudheidkunde worden door HH. Dr. J. Verdam en Dr. P.C. Molhuysen voorgelezen. Beide worden in dank aanvaard voor de Handelingen (Bijlagen VI en VII).
VIII. Namens de Commissie voor stemopneming in de Maandvergadering van 9 Mei benoemd, doet de Heer Dr. L. Knappert mededeeling van den uitslag der stemming gehouden ter verkiezing van nieuwe Leden der Maatschappij, nl. volgens besluit dier Maandvergadering, 25 gewone en 8 buitenlandsche Leden. De Commissie, waarin met den Heer Knappert zitting hadden HH. Dr. G.J. Boekenoogen, Dr. P.A.A. Boeser, Dr. R. van der Meulen Rz., C. Peltenburg, Dr. J. Verdam, Dr. M.W. de Visser, Dr. S.G. de Vries en Dr. C.J. Wijnaendts Francken, heeft uit handen van den Secretaris ontvangen 212 stembiljetten. Gekozen zijn (in alphabetische orde): | |
Gewone Leden:Dr. M. van Blankenstein te Berlijn. Dr. H.J.D. Bodenstein te Amsterdam. Mej. Dr. A.C. Croiset van der Kop te St.-Petersburg. Dr. C. Easton te Amsterdam. Jhr. Mr. W.J.M. van Eysinga te Leiden. Mr. C.C. Geertsema te Groningen. | |
[pagina 8]
| |
C. Gerretson (Geerten Gossaert) te Rotterdam. Jacq. Hartog te Amsterdam. Dr. G.J. Hoogewerff te Rome. A.A. Humme te Scheveningen. Dr. A.H. Kan te Dordrecht. J.M.N. Kapteyn te Leiden. H. van der Kloot Meyburgh te Voorburg. Mej. M.E. Kronenberg te Deventer. Mej. H.S.S. Kuyper te 's-Gravenhage. Mej. Aug. Peaux te Nijmegen. Dr. D. Plooy te Leiden. Dr. H.A. Poelman te Leiden. Mej. Annie Salomons te Rotterdam. Mej. Dr. C. Serrurier te Leiden. T.K.L. Sluyterman te Delft. Mej. Dr. Joh. Snellen te Arnhem. Dr. J. van der Valk te Rotterdam. Mr. G. Vissering te Amsterdam. Mevr. W. Wijnaendts Francken - Dyserinck te Leiden. | |
Buitenlandsche Leden:Mr. Paul Bellefroid te Hasselt. Dr. Jos. Cuvelier te Brussel. Dr. Jos. Fritz te Drohobycz. Em. Hullebroeck te Gent. Dr. W.M.R. Malherbe te Pretoria. Dr. J. Mansion te Luik. Sir James A.H. Murray te Oxford. Dr. J. Dyneley Prince te New-York.
De Voorzitter betuigt den dank der Vergadering aan den Heer Knappert en aan zijne medeleden der Commissie voor stemopneming. | |
[pagina 9]
| |
Nadat hij hierop had medegedeeld, dat alle leden der Maatschappij door HH. Dr. H.H. Juynboll en Dr. M.W. de Visser uitgenoodigd zijn na afloop der Vergadering onder hunne leiding de belangrijke tentoonstelling te bezoeken die tijdelijk te Leiden is ingericht, van Japansche en Chineesche schilderijen (kakemono's) en Oost-Indische weefsels, batiks, vlechtwerk enz., verklaart de Voorzitter de Vergadering voor ongeveer een uur geschorst.
II. Na heropening der Vergadering en na een welkomstgroet aan den Heer Dr. H. Pernot, buitenlandsch lid, zooeven uit Parijs aangekomen, verleent de Voorzitter het woord aan den Heer Dr. J. Huizinga voor zijne onder No. II aangekondigde voordracht: ‘De beteekenis van 1813 voor Nederland's geestelijke beschaving’. Na deze voordracht betuigt de Voorzitter onder luide teekenen van instemming der aanwezigen den Spreker hartelijken dank en verzoekt hem zijne voordracht ter uitgave in de Handelingen af te staan. De Heer Huizinga verklaart zich bereid aan dit verzoek te voldoen (zie hierachter, Bijlage II).
IX. De voorstellen van de Maandelijksche Vergadering om uit de renten van het Fonds a) een bedrag van ƒ 100 gedurende vijf jaren beschikbaar te stellen voor de Commissie tot het stichten van het ‘Koningin Wilhelmina-lectoraat’ aan de Columbia University te New-York; b) een bedrag van ten hoogste ƒ 100 te verleenen als bijdrage in de kosten van het drukken eener door Dr. Zsigm. Nagy bewerkte Hongaarsche vertaling van Vondel's Lucifer; c) een bedrag van ƒ 50 gedurende tien jaren te ver- | |
[pagina 10]
| |
leenen aan de Commissie voor den Geschiedkundigen Atlas van Nederland, worden door den Voorzitter toegelicht en aanbevolen. a) en b) worden met algemeene stemmen aangenomen. Bij de behandeling van c) betuigt de Heer Dr. C. te Lintum zijne sympathie met het nationale werk door de Commissie voor den Geschiedkundigen Atlas verricht en spreekt daarbij als zijn wensch uit, dat zij zich nog meer moge bezighouden met de geschiedenis van het verkeer, de landwegen in vroeger dagen, de rivieren als verkeerswegen, tollen, bruggen, veren en dgl. De Voorzitter verklaart zich overtuigd, dat de Commissie dit in ernstige overweging zal nemen en zal persoonlijk dit gaarne bevorderen. Daarna wordt ook dit voorstel met algemeene stemmen aangenomen.
X. Tot Bestuurslid in de plaats van het aftredende lid, den Heer Dr. J. te Winkel, wordt benoemd de Heer J.F.M. Sterck.
XI. Tot Penningmeester wordt herbenoemd de Heer Dr. J. Heinsius die ter Vergadering aanwezig, verklaart de herbenoeming te aanvaarden. De Voorzitter betuigt hem daarvoor den dank der Vergadering.
Bij de hierop volgende rondvraag spreekt de Heer G.J.W. Koolemans Beijnen zijn dank uit voor de vriendelijke en vleiende woorden heden van verschillende zijden gesproken over het Historisch Gedenkboek ter gelegenheid van de herdenking van Neerlands herstel in 1813. Zijnerzijds brengt hij hulde en dank aan de vele medewerkers, die hij voor het schrijven van verschillende bijdragen en het verschaffen van allerlei nuttige inlich- | |
[pagina 11]
| |
tingen heeft mogen vinden. Voorts deelt hij mede dat in dezen zomer te 's-Gravenhage eene historische tentoonstelling zal worden gehouden ter herdenking van het herstel onzer onafhankelijkheid. Vele portretten van personen die in den Franschen tijd op den voorgrond traden, zijn voor die tentoonstelling reeds toegezegd, maar op dit gebied is zeker nog meer belangrijks te vinden, indien overal met ijver wordt gezocht. Hij doet daarom een beroep op de aanwezigen om elk in eigen kring medewerking te verleenen, zoowel door inzending van nog ontbrekende portretten, liefst geschilderde, als door aanwijzing van hetgeen hier of daar wellicht nog schuilt dat in verband met het reeds bekende van belang zou kunnen zijn. Hierop richt de Heer H.M. Werner eenige woorden van dank tot den Voorzitter voor zijne heden gehouden Toespraak en zijne leiding der Vergadering. De aanwezigen betuigen hunne instemming met deze woorden. De Voorzitter spreekt zijn dank hiervoor uit en sluit de Vergadering. |
|