Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1912
(1912)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Verslag van de jaarlijksche vergadering, gehouden te Leiden op den 12en Juni 1912.De Beschrijvingsbrief luidde aldus:
Leiden, den 17en, Mei 1912.
M.
Bij dezen heb ik de eer U uit te noodigen tot het bijwonen der Jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, die gehouden zal worden op Woensdag den 12den Juni, des voormiddags klokke elf uren, in het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Steenschuur alhier. De orde der werkzaamheden is als volgt:
I.
Opening der Vergadering door den Voorzitter, Prof. Dr. G. Kalff, met eene toespraak.
Voordracht van den Heer Prof. Dr. J.J. Salverda de Grave: ‘Taalbetrekkingen van Nederland tot Frankrijk’.
III.
Verslag van den staat der Maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar. | |
[pagina 2]
| |
IV.
Verslag van den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop.
V.
Verslag omtrent de rekening en verantwoording van den Penningmeester.
VI.
Verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde.
VII.
Verslag der Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde.
VIII.
Bekendmaking van den uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitenlandsche leden.
IX.
Verkiezing van twee Bestuursleden in de plaats van de aftredende leden, HH. Mr. S. Gratama en Dr. A. Kluyver (tijdelijk vervangen door den Hr. Dr. J. Verdam). De door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltallen bestaan uit de Heeren:
I. a. Mr. J.H. Abendanon. b. Dr. B.A.P. van Dam. II. a. Dr. J. Verdam. b. Dr. L. Knappert.
X.
Verkiezing van een Secretaris in de plaats van den volgens art. 23 der Wet aftredenden titularis. Het door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltal bestaat uit de Heeren:
a. Dr. S.G. de Vries. b. Dr. D.C. Hesseling.
Namens het Bestuur, S.G. de Vries. Secretaris.
Op verzoek van het Bestuur zal de Directie van het Rijksmuseum van Oudheden de leden der Maatschappij na afloop der Vergadering in de gelegenheid stellen tot bezichtiging der resultaten van de jongste opgravingen in Nederland. | |
[pagina 3]
| |
De Vergadering wordt bijgewoond door de Bestuursleden: G. Kalff, Voorzitter, J. Heinsius, Penningmeester, G.J. Boekenoogen, S. Gratama, C. Snouck Hurgronje, P.J. Blok, J. Verdam, S.G. de Vries, Secretaris, door L.D. Petit, Bibliothecaris, door de Leden: J. Dyserinck, J.J. Salverda de Grave, J.H.C. Kern, Mevr. Th. Schwartze (van Duyl), A.G.C. van Duyl, Mej. E.M.A.J. Soer, Mej. A.G. de Leeuw, Mevr. Th. Hoven, J.P. Fockema Andreae, S.J. Fockema Andreae, J.J. van Geuns, Ch. R. Bakhuizen van den Brink, J.C. Overvoorde, P.A.A. Boeser, P.C. Molhuysen, L. Knappert, Jhr. W.A. Beelaerts van Blokland, W.B. Kristensen, J.H. Holwerda Jr., A. Rutgers van der Loeff, D.G. Jelgersma, H. Oort, L.A. Kesper, G.J. Dozy, W.P.C. Knuttel, D.C. Hesseling, G.W.W.C. Baron van Hoëvell tot Nijenhuys, F.G. Kramp, A.A. Ganderheyden, C.H. Ebbinge Wubben, F.D.E. van Ossenbruggen, J.C.G. Jonker, H.E. van Gelder, Mevr. Chr. Kroes-Ligtenberg, A. Beets, H. IJ. Groenewegen, A.M. Kollewijn Nz., C.H. Ph. Meyer, W. Nijhoff, G.J.W. Koolemans Beijnen, F. Smit Kleine, P.J. Muller, W. Meijer, H.M. Werner, C.J. Wijnaendts Francken, I.A. Nederburgh. J.S. Speyer, T.J. de Boer, J.F. Gebhard Jr., K.H. de Raaf, Mej. A. van der Flier, C.P. Burger Jr., W. Draaijer, J.V. de Groot, K. Sneyders de Vogel, J.M. Hoogvliet, A.A. Beekman, J.B. Breukelman, W.F. Leemans, H. Blink, A.W. Nieuwenhuis, Ch. A. van Ophuysen, C.W. van der Pot Bz.
I. De Voorzitter de Heer Dr. G. Kalff opent te elf uren de Vergadering met eene toespraak, door hem ter uitgave afgestaan en hierachter gedrukt (Bijlage I).
II. Op voorstel van het Bestuur wordt besloten eerst | |
[pagina 4]
| |
punt III-VIII van den Beschrijvingsbrief en eerst daarna II te behandelen.
III-IV. Door den Secretaris en den Bibliothecaris worden hunne verslagen voorgelezen omtrent den staat der Maatschappij en hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar en omtrent den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop. De Voorzitter betuigt aan beiden dank en deelt mede, dat deze verslagen in eenigszins meer uitgebreiden vorm in de Handelingen zullen worden gedrukt (zie hierachter, Bijlagen III-IV).
V. Namens de Commissie, bestaande uit HH. Dr. N.J. Beversen en Dr. L. Knappert, in de Maandvergadering van 12 April benoemd tot nazien der rekening en verantwoording van den Penningmeester (zie Bijlage V), bericht de Heer Knappert, dat zij alles nauwkeurig hebben nagegaan en in de beste orde hebben bevonden, zoodat zij konden voorstellen hem onder dankzegging te ontlasten. De Voorzitter betuigt den dank der Vergadering aan de genoemde Heeren en aan den Penningmeester, wien hij tevens hulde brengt voor zijn nauwgezet beheer.
VI-VII. De Verslagen der Commissiën voor Taal- en Letterkunde en voor Geschied- en Oudheidkunde worden door HH. Dr. J. Verdam en Dr. P.C. Molhuysen voorgelezen. Beide worden in dank aanvaard voor de Handelingen (Bijlagen VI en VII).
VIII. Namens de Commissie voor stemopneming in de Maandvergadering van 3 Mei benoemd, doet de Heer Jhr. Mr. W.A. Beelaerts van Blokland mededeeling van den | |
[pagina 5]
| |
uitslag der stemming gehouden ter verkiezing van nieuwe Leden der Maatschappij, nl. volgens besluit dier Maandvergadering, 30 gewone en 10 buitenlandsche Leden. De Commissie, waarin met den Heer Beelaerts zitting hadden HH. Dr. P.A.A. Boeser, Dr. J. Heinsius, Dr. Th. W. Juynboll, Dr. L. Knappert, Mr. C.W. van der Pot Bz., Dr. M.W. de Visser, Dr. S.G. de Vries en Dr. C.J. Wijnaendts Francken, heeft uit handen van den Secretaris ontvangen 216 stembiljetten waarvan één als niet onderteekend, van onwaarde moest worden verklaard. Drie der voorgestelden hebben een gelijk aantal stemmen op zich vereenigd, hetgeen der Commissie aanleiding geeft voor te stellen 32 in plaats van 30 gewone Leden als gekozen te beschouwen. Nadat de Vergadering hiertoe besloten had, deelt de Heer Beelaerts mede, dat gekozen zijn (in alphabetische orde): | |
Gewone Leden:C.L. van Balen te 's-Gravenhage. Mej. Dr. F.E.J.M. Baudet te Hilversum. Mevr. Dr. J. van den Bergh van Eysinga - Elias te Helmond. Dr. I. Th. Beysens te Utrecht. Dr. Gerard B. Brom te Rome. Mr. Chr. P. van Eeghen te Amsterdam. Dr. A. Eekhof te Diemen. J. Gimberg te Zutphen. J.J. Hof te Leeuwarden. Dr. J.A.H.G. Jansen te Jutfaas. C.G. Kaakebeen te 's-Gravenhage. J. Ph. van der Kellen Dz. te Amsterdam. Mevr. M.C. Kooy - Van Zeggelen te Brussel. | |
[pagina 6]
| |
Dr. N.J. Krom te Batavia. Dr. E. Kruisinga te Amersfoort. Mr. J. van Kuyk te 's-Gravenhage. F.A. Liefrinck te Batavia. G.J. Ligthart te 's-Gravenhage. Dr. C. te Lintum te Rotterdam. Dr. A. Rutgers van der Loeff Az. te Haarlem. Dr. R. van der Meulen Rz. te Leiden. Mej. Else Otten te Berlijn. C. Peltenburg Pz. te Leiden. Dr. Ph. S. van Ronkel te Batavia. P. Roorda te Groningen. Dr. A.A. van Schelven te Maarssen. R.J. Schierbeek RJz. te 's-Gravenhage. Dr. J.A. Vor der Hake te Haarlem. K. Vos te Middelstum. Dr. A.J. Wensinck te Leiden. Jhr. Mr. E.B.F.F. Wittert van Hoogland te 's-Gravenhage. Dr. J. de Zwaan te Leiden. | |
Buitenlandsche Leden:J. Bols te Aarschot. Dr. C. Borchling te Hamburg. Mej. Gab. Vere Campbell te Londen. Dr. Gust. Cohen te Parijs. Dr. W. Creizenach te Krakau. A.C. van der Cruyssen te Antwerpen. Dr. V. Fris te Gent. Dr. G. Knothe te Bloemfontein. P.N. Nieuwenhuis te Kopenhagen. Fred. Rompel te Pretoria. | |
[pagina 7]
| |
De Voorzitter betuigt daarop dank aan den Heer Beelaerts en aan de overige leden der Commissie voor stemopneming. Hierop wordt de Vergadering voor ongeveer een uur geschorst.
II. Na heropening der Vergadering verleent de Voorzitter het woord aan den Heer Dr. J.J. Salverda de Grave voor zijne onder No. II aangekondigde voordracht ‘Taalbetrekkingen van Nederland tot Frankrijk’. Na deze voordracht betuigt de Voorzitter onder luide teekenen van instemming der aanwezigen den Spreker hartelijken dank en verzoekt hem zijne voordracht ter uitgave in de Handelingen af te staan. De Heer Salverda de Grave verklaart zich bereid aan dit verzoek te voldoen (zie hierachter, Bijlage II).
IX. Tot Bestuursleden in de plaats van de aftredende leden, HH. Mr. S. Gratama en Dr. A. Kluyver (tijdelijk vervangen door den Heer Dr. J. Verdam) worden benoemd HH. Mr. J.H. Abendanon en Dr. J. Verdam.
XIII. Tot Secretaris in de plaats van den volgens art. 23 der Wet aftredenden titularis wordt herbenoemd de Heer Dr. S.G. de Vries.
Bij de hierop volgende rondvraag vestigt de Heer F. Smit Kleine de aandacht op hetgeen de Heer Salverda de Grave zoo even heeft opgemerkt, dat het merkwaardig is hoe spoedig kinderen eene vreemde taal kunnen aanleeren. Daarvan kan hij een treffend voorbeeld aanvoeren uit zijne eigen omgeviug, van kinderen uit Argentinië naar Nederland gekomen, die uitsluitend Spaansch konden | |
[pagina 8]
| |
spreken en nu na nauwelijks een half jaar, zonder merkbare inspanning goed Nederlandsch hebben leeren spreken. Daarop spreekt de Heer Dr. J. Dyserinck eenige woorden van hulde tot den Voorzitter en verzoekt hem zijne heden gehouden Toespraak ter uitgave in de Handelingen af te staan. Nadat de Vergadering hare instemming met dit verzoek had betuigd, verlaaart de Voorzitter zich hiertoe bereid en sluit hierop de Vergadering. |
|