Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905
(1905)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Handelingen. | |
[pagina 3]
| |
Verslag van de jaarlijksche vergadering, gehouden te Leiden op den 14den Juni 1905.De Beschrijvingsbrief luidde aldus:
Leiden, den 13den Mei 1905.
M.
Bij dezen heb ik de eer U uit te noodigen tot het bijwonen der Jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, die gehouden zal worden op Woensdag den 14den Juni, des voormiddags klokke elf uren, in het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Steenschuur alhier. De orde der werkzaamheden is als volgt: | |
I.Opening der Vergadering door den Voorzitter, Prof. Dr. G. Kalff, met eene toespraak. | |
II.Ga naar voetnoot*Voordracht van den Heer Prof. Dr. J. te Winkel: ‘De verspreiding van het Frankisch over de Nederlanden’. | |
III.Verslag van den staat der Maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar. | |
[pagina 4]
| |
IV.Verslag van den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop. | |
V.Verslag omtrent de rekening en verantwoording van den Penningmeester. | |
VI.Verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde. | |
VII.Verslag der Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde. | |
VIII.Bekendmaking van den uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitenlandsche leden. | |
IX.Verkiezing van twee leden des Bestuurs in de plaats van de aftredende leden, de HH. Dr. P.J. Blok en Dr. Edw. B. Koster. De door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltallen bestaan uit de Heeren:
I. a. Dr. L. Knappert. b. Dr. J.J. Salverda de Grave. lI. a. Dr. H. Brugmans. b. Dr. H.J. de Dompierre de Chaufepié. | |
X.Verkiezing van een Bibliothecaris in de plaats van den volgens Art. 75 der Wet aftredenden titularis. Het door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltal bestaat uit de Heeren:
a. L.D. Petit. b. W. Draaijer.
Namens het Bestuur: S.G. de Vries, Secretaris. | |
[pagina 5]
| |
De presentielijst werd geteekend door de Bestuursleden: HH. Dr. G. Kalff, Voorzitter, Mr. A.C. Visser van IJzendoorn, Penningmeester, Mr. J.E. Heeres, Dr. J. Verdam, Dr. E.B. Koster, Dr. G.J. Boekenoogen, Waarnemend Secretaris, door den Heer L.D. Petit, Bibliothecaris, - door de Leden: de Dames A. van der Flier, M.W. Maclaine Pont, Dr. H.C.H. Moquette, J.W.A. Naber, J.A. Wolters, Top van Rhijn-Naeff en de Heeren Dr. J.M. Hoogvliet, H.M. Werner, A.A. Vorsterman van Oyen, F. Smit Kleine, J.F. Gebhard Jr., M. Esser, Th. Morren, Dr. E. Wiersum, Dr. W. van Everdingen, Dr. E.F. van Dissel, Dr. J.J.M. de Groot, Dr. A. Opprel, J.H.L. van der Schaaff, P. Fijn van Draat, Dr. H. Oort, P.H. Hugenholtz Jr., M. Buys, Dr. J.H. Gunning Wz., Dr. S.A. Naber, Dr. D.C. Hesseling, Dr. J.J. Salverda de Grave, F.G. Kramp, Dr. H.C. Rogge, Dr. F. Pijper, Dr. S. Cramer, Dr. H.Y. Groenewegen, Dr. H.L. Oort, Dr. L. Knappert, Dr. B.D. Eerdmans, Dr. A. Beets, Dr. J.V. de Groot, Mr. S. Gratama, C.F. Zeeman, Dr. W. Brede Kristensen, Dr. A.E.J. Holwerda, W. Meijer, Dr. P.A.A. Boeser, Dr. H.T. Colenbrander, Dr. J. Heinsius, Mr. J.C. Overvoorde, Dr. H. Brugmans, A.L.W. Seyffardt, P.A.M. Boele van Hensbroek, A.G.C. van Duyl, J. Craandijk, Dr. J. van Leeuwen Jr., Dr. J. te Winkel, Dr. J. Offerhaus Lz., Dr. J. Dyserinck, J. de Josselin de Jong, W. Draaijer, Dr. A. Kluyver, Th. Nolen.
I. De Vergadering wordt te elf uren door den Voorzitter, Dr. G. Kalff, geopend met eene toespraak, die hierachter (als Bijlage I) wordt uitgegeven.
Op voorstel van het Bestuur wordt de volgorde der | |
[pagina 6]
| |
werkzaamheden in zooverre gewijzigd, dat besloten wordt eerst punt III-VIII en eerst daarna II te behandelen.
III-IV. De Voorzitter deelt mede, dat de Secretaris tot zijn leedwezen door ongesteldheid verhinderd is de vergadering bij te wonen en dat de Heer Heeres in diens plaats voorlezing zal doen van het verslag van den staat der Maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar. Nadat deze voorlezing geschied is brengt de Bibliothecaris verslag uit omtrent den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop. Beide verslagen zijn hierachter gedrukt (Bijlagen III en IV).
V. Namens de Commissie, belast met het nazien van de rekening en verantwoording van den Penningmeester (zie Bijlage V), bestaande uit de HH. Dr. D.C. Hesseling en J. de Josselin de Jong, deelt de Heer Hesseling mede, dat alles in de beste orde is bevonden. De Voorzitter zegt den Penningmeester voor zijn nauwgezet beheer namens de Vergadering dank, als ook de Commissie voor hare werkzaamheid.
VI-VII. De jaarverslagen der Commissiën voor Taalen Letterkunde en voor Geschied- en Oudheidkunde worden door de Secretarissen, de HH. Dr. J.J. Salverda de Grave en Dr. L. Knappert in verkorten vorm voorgelezen. Beide worden hierachter in hun geheel uitgegeven (Bijlagen VI en VII).
VIII. De Heer Dr. A. Beets maakt den uitslag bekend van de stemming over de te kiezen 25 gewone en 8 buitenlandsche Leden, volgens besluit der Maandelijksche | |
[pagina 7]
| |
Vergadering van den 5den Mei. De Commissie voor stemopneming, waarin met den Heer Beets zitting hadden de HH. W. Draaijer, Dr. L. Knappert, Dr. P.C. Molhuysen en Dr. J.J. Salverda de Grave, heeft uit handen van den Secretaris ontvangen 199 stembiljetten. Gekozen zijn (in alphabetische orde): | |
Gewone Leden:Dr. D.H.G. Bellaard te 's-Hertogenbosch. A.M.J.I. Binnewiertz te 's-Gravenhage. Mevr. Ina Boudier-Bakker te Amsterdam. H.H. Breuning te Leiden. D.A. Brinkerink te Bovenkarspel. M.J. Brusse te Rotterdam. E.M. ten Cate te Apeldoorn. P. Feenstra Jr. te Amsterdam. Mej. Adèle J. Godoy te Rotterdam. J.W.G. van Haarst te Groningen. J. Hellendoorn te Amsterdam. Dr. A.J. Th. Jonker te Groningen. G.M. Kam te Nijmegen. Dr. E.C. van Leersum te Leiden. Dr. H.C. Muller te Utrecht. Dr. K.H. de Raaf te Rotterdam. Mr. N. de Ridder te Leiden. Mr. J. van Schevichaven te Amsterdam. Jonkvr. A. von Schmidt auf Altenstadt te 's-Gravenhage. L. Simons te Amsterdam. Mevr. A. Smit Kleine-Fastré te Doorn. Mr. A.A.H. Struycken te 's-Gravenhage. L.A. Vogel te Delft. | |
[pagina 8]
| |
Dr. J.J.G. Vürtheim te Utrecht. M. Wagenvoort te Kaïro. | |
Buitenlandsche Leden:Alb. S. Cook te New-Haven. Ad. Duclos te Brugge. Alfr. Ipsen te Kopenhagen. Dr. O. Nachod te Berlijn. Dr. H. Psilander te Upsala. Omer Wattez te Doornik. W.H. James Weale te Londen. E. Zenuti te Florence. De Voorzitter betuigt aan de Commissie voor stemopneming dank voor hare werkzaamheid en schorst hierop voor ongeveer een uur de Vergadering.
Na heropening der Vergadering wordt het woord verleend aan den Heer Dr. J. te Winkel voor zijne (II) aangekondigde voordracht: ‘De verspreiding van het Frankisch over de Nederlanden’. Na de voordracht betuigt de Voorzitter onder luide teekenen van instemming der aanwezigen den Spreker den hartelijken dank der Vergadering en verzoekt hem zijne voordracht ter uitgave achter de ‘Handelingen’ af te staan. De Heer Te Winkel heeft daartegen geen bezwaar (zie Bijlage II).
IX-X. Tot leden des Bestuurs in de plaats van de aftredende leden, de HH. Dr. P.J. Blok en Dr. E.B. Koster, worden met algemeene stemmen benoemd de HH. Dr. L. Knappert en Dr. H. Brugmans; beide Heeren, ter vergadering aanwezig zijnde, verklaren de benoeming aan te nemen. | |
[pagina 9]
| |
Daarna wordt, eveneens met algemeene stemmen, als Bibliothecaris herbenoemd de Heer L.D. Petit. De Voorzitter wenscht de Maatschappij geluk met de herbenoeming van haren ijverigen Bibliothecaris en maakt van deze gelegenheid gebruik te herinneren aan het onlangs verschenen eerste gedeelte van het door den Heer Petit voor de Maatschappij bewerkte belangrijke Repertorium voor Geschiedenis. Hij dankt hem voor de daaraan bestede zorgen en spreekt de hoop uit dat het hem gegeven moge worden nog veel in het belang onzer Maatschappij te kunnen doen.
Vervolgens deelt de Voorzitter mede dat de belangrijke Beets-collectie, door den Heer Dyserinck bij gelegenheid van zijn 70sten verjaardag aan de Maatschappij geschonken, in een der bovenzalen is tentoongesteld. Hij noodigt de leden uit na afloop der vergadering daaraan een bezoek te brengen. Bij de rondvraag bericht de Heer Beets dat hij een brief ontving, van welks inhoud hij, ofschoon de schrijver hem dit niet heeft verzocht, in de volle vergadering melding meent te mogen maken. De Heer Johan Winkler, die dit jaar voor de 30ste maal de jaarvergadering onzer Maatschappij en den daaraan verbonden maaltijd zou hebben bijgewoond, zonder in al dien tijd ook maar één keer te hebben overgeslagen, is tot zijn groot leedwezen nu verhinderd te komen; ofschoon ambteloos wordt hij door ambtsbezigheden in zijne woonplaats gehouden. De heer Dyserinck dankt voor de woorden die de Voorzitter naar aanleiding van zijn geschenk tot hem richtte en deelt mede dat hij alsnog in zijn bezit heeft gekregen den origineelen José van Beets, van 1834, met de teekening van Craeyvanger. Verder is hem gebleken dat er nog een | |
[pagina 10]
| |
tweede handschrift van de Camera Obscura is bewaard gebleven, nl. het Antwoord op een brief uit Parijs. Ook dit manuscript is zijn eigendom geworden. Nadat de heer Offerhaus den Voorzitter namens de aanwezigen dank had betuigd voor zijne leiding der Vergadering en hem verzocht had zijne openingstoespraak ter uitgave in de ‘Handelingen’ af te staan, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. |
|