Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1902
(1902)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |
Bijlage VI.Verslag van de Commissie voor Taal- en Letterkunde.
De Commissie voor Taal- en Letterkunde heeft in het afgeloopen jaar achtmaal vergaderd onder voorzitterschap van Prof. Kern. In die vergaderingen werden in de eerste plaats de belangen van het Tijdschrift behartigd en werd vastgesteld welke bijdragen daarin zouden worden opgenomen. Sedert ons vorig verslag is het 20ste deel volledig geworden, terwijl van het 21ste deel de beide eerste afleveringen zijn verschenen. Verder werd beraadslaagd over de uitvoering of over de voorbereiding van andere uitgaven vanwege de Maatschappij. Wij kunnen daaromtrent het volgende mededeelen. De herdruk van Nederlandsche Volksboeken, waartoe verleden jaar besloten werd, is thans krachtig door ons voorbereid. Van het eerste deel der reeks: Den droefliken strijt van Roncevale zullen wij een afdruk aan de jaarvergadering kunnen overleggen. Verder zijn ter perse of in voorbereiding de Historie van Malegijs, de Historie van Floris ende Blanchefleur, de Historie vanden Ridder metter Swane en de History vanden Reus Gilias ende een Smeets-knecht Sie-vreedt genaemt. Ook deze herdrukken zullen naar wij hopen nog in den loop van dit jaar kunnen verschijnen. Welke | |
[pagina 115]
| |
volksboeken daarna zullen volgen wordt nog door ons overwogen. De uitgever heeft gezorgd voor eene fraaie uitvoering, terwijl de boeken versierd zijn met afbeeldingen der oude houtsneden en titelbladen. Het is zeer te hopen dat de belangstelling van het publiek het mogelijk zal maken de reeks voort te zetten. Naar onze meening zal de Maatschappij velen door deze uitgave aan zich verplichten. De door Prof. Rogge bewerkte uitgave van de Brieven van en aan Maria van Reigersberch is thans geheel voltooid en zal kunnen verschijnen zoodra de uitgever dat wenscht. Niet slechts uit een historisch oogpunt zijn deze brieven interessant en zij zullen zeker velen welkom zijn. Met den druk der Marialegenden, die Dr. C.G.N. de Vooys voor onze Maatschappij bewerkte, is een aanvang gemaakt, zoodat ook dit belangrijke werk binnen niet al te langen tijd gereed zal zijn. De bewerker wenscht hieraan nog een nieuwen bundel Marialegenden uit andere handschriften dan het Katwijksche toe te voegen en daarin tevens bijeen te brengen wat hij historisch en litterarisch omtrent het onderwerp kan mededeelen. Daartoe werd door onze Commissie een nieuw subsidie aangevraagd. Het verheugt ons verder in dit verslag te kunnen berichten, dat de heer N.A. Cramer met de bewerking der Reizen van Mandeville zoo ver gevorderd is dat de uitgave van het beroemde reisverhaal binnenkort mogelijk is. Indien de jaarvergadering het daartoe aangevraagde subsidie wil toestaan, zal dus ook dit boek onder de werken der Maatschappij kunnen worden opgenomen. Ook dit jaar heeft het Bestuur het advies der Commissie ingewonnen over een geschrift dat aan de Maat- | |
[pagina 116]
| |
schappij ter uitgave was aangeboden. De Commissie moest tot haar spijt het subsidieeren dier uitgave ontraden. Evenals in vorige jaren werden de vergaderingen der Commissie besloten met mededeelingen en vragen van wetenschappelijken aard. Dr. Kluyver sprak over de woorden kadraaien en buurman, over mogelijken samenhang tusschen bolleboos en bollebuis, en over den oosterschen oorsprong van Eng. bullate, dat door Murray niet wordt verklaard. Dr. Kern handelde over de etymologie van vechten, over het woord even en de Indogermaansche verwanten daarvan, over het bnw. leed, vijandig, hatelijk, leelijk, over het Romaansche woord voor ‘been’: gamba, jambe, en over komen naast Got. qiman, daarbij betoogende dat komen en kommen zich regelmatig ontwikkeld kunnen hebben uit *kweman. Verder sprak hij over de reden waarom in het Mnl. de verdubbeling van klinkers geschiedt door middel van eene e (ae, oe, ue) en opperde de gissing dat men daardoor de wijziging in klank heeft willen aanduiden die het gevolg is van het Nederlandsch woordaccent in lange lettergrepen. Dr. Salverda de Grave, die op uitnoodiging der Commissie hare vergaderingen bijwoonde, sprak over eenige Mnl. woorden waarin een ui-klank voorkomt en die hij van Romaanschen oorsprong achtte te zijn. Dr. Boekenoogen handelde over het volksboek van den Reus Gilias en sprak over de illustratie der oude volksboeken, waaruit voor de bibliographie dezer drukwerken gewichtige gevolgtrekkingen te maken zijn. Enkele dezer mededeelingen zijn in het Tijdschrift der Maatschappij opgenomen. | |
[pagina 117]
| |
Aanhangsel.Verslag van de vergadering op Dinsdag 10 Juni, des avonds te 8 uren.
De presentielijst werd geteekend door de volgende leden der Maatschappij: H. Kern, J. Verdam, M.J. de Goeje, A.G. van Hamel, C.J.M. van Gelder-van de Water, H. van Gelder, G. Kalff, J.W. Muller, W. Draaijer, A.E.H. Swaen, J.J. Salverda de Grave, F.G. Kramp, A. Kluyver, D.C. Hesseling en G.J. Boekenoogen (Secretaris der Commissie). De Voorzitter, Dr. H. Kern, heet de aanwezigen welkom en geeft daarna het woord aan den Heer Dr. D.C. Hesseling. Deze houdt eene voordracht over Grieksche spreekwoorden in verband met Nederlandsche, naar aanleiding van een te Athene verschijnend, grootsch opgezet spreekwoordenboek van Prof. N. Politis. Hij gaat na welke eigenaardigheden de Grieksche spreekwoorden kenmerken en toont aan hoeveel dergelijke zegswijzen ons omtrent de opvattingen en maatschappelijke toestanden bij verschillende volkeren kunnen leeren, terwijl hij ten slotte de beteekenis en oorspronkelijke toepassing van eenige Nederlandsche spreekwoorden beter dan tot nog toe geschiedde toelicht, door ze te vergelijken met Grieksche en andere spreekwoordenGa naar voetnoot1. Van de gelegenheid tot gedachtenwisseling wordt gebruik gemaakt door de hh. De Goeje, Muller, Van Hamel, Verdam en Kern. Vervolgens verkrijgt de heer Dr. J. Verdam het woord voor zijne mededeelingen over eene middeleeuwsche straf, | |
[pagina 118]
| |
namelijk die van in eene mand te worden opgeheschen tot spot voor het volk. Deze bijdrage wordt hierachter in haar geheel afgedrukt. De voordracht van den heer Verdam geeft aanleiding tot eenige opmerkingen en vragen van de hh. Kluyver, Boekenoogen, De Goeje en Kern. Daarna deelt de Secretaris mede dat van de door de Commissie voorbereide uitgaven vanwege de Maatschappij juist voltooid zijn de Brieven van en aan Maria van Reigersberch van Prof. Rogge en het eerste deel der herdrukken van Nederlandsche volksboeken: Den droefliken strijt van Roncevale, uitgegeven door Dr. Boekenoogen. Exemplaren van deze werken worden ter bezichtiging rondgegeven. Bij de rondvraag biedt Dr. Hesseling namens Mr. G.J. Bisschop voor de boekerij der Maatschappij ten geschenke aan een hospitanten-album van het letterlievend studentengezelschap Philomathia, dat albumblaadjes van vele bekende personen bevat. Dit geschenk wordt dankbaar aanvaard. Daarna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. |
|