| |
| |
| |
| |
Bijlage III. Verslag van den waarnemenden
Bibliothecaris.
MM. HH.!
Verleent mij, als waarnemenden Bibliothecaris, eenige oogenblikken Uwe
aandacht voor het verslag van den staat onzer Boekverzameling.
In het afgeloopen jaar is onze Boekerij wederom aanmerkelijk
uitgebreid, zoowel door schenking en ruil als door aankoop: behalve het groot
aantal geregeld inkomende genootschaps- en vervolgwerken valt eene aanwinst te
vermelden van omstreeks 400 nummers aan boeken en 26 aan handschriften.
Dat de geschenken telken jare een zoo gewichtig
deel van den aanwas vormen is een verblijdend teeken van het aanzien, dat onze
Bibliotheek hier te lande en in den vreemde geniet. Onder de namen van hen, aan
wier mildheid wij gedurende dit jaar in 't bijzonder dank verschuldigd zijn,
sta ook hier, met eene eerbiedige hulde aan zijne nagedachtenis, vooraan die
van
Matthias de Vries: van zijne liefde voor
onze Maatschappij gaf hij ons een laatste blijk door, behalve de straks
vermelde bijdrage tot het vaste Fonds, aan onze Boekerij te vermaken zijn
geheel volledig exemplaar van
Herrig's
Archiv für das Studium der neueren | |
| |
Sprachen,
eene kostbare reeks van 88 deelen, gelijkelijk gebonden in de welbekende
keurige banden waardoor de bibliotheek van
De Vries almede vermaard was. Een der
voornaamste organen der moderne philologie zal dus, dank zij der mildheid van
wijlen ons eerelid, niet langer onder onze tijdschriften ontbreken. Zijne
zonen, Dr. S.G. en Mr. J.H. de Vries, voegden aan dit belangrijk geschenk later
nog uit de nalatenschap huns vaders een aantal fragmenten van handschriften
toe, bevattende gedeelten van Middelnederlandsche dicht- en prozawerken. Zij
deden dit in overeenstemming met de meermalen door den overledene uitgesproken
overtuiging, dat de Bibliotheek onzer Maatschappij de aangewezen plaats is om
dergelijke brokstukken, die anders zoo licht tot onherstelbare schade voor de
wetenschap zoek raken of geheel verloren gaan, te verzamelen en te bewaren.
Moge in deze overtuiging meer en meer gedeeld worden door allen die zulke
fragmenten in hun bezit hebben of krijgen! Later gewerd ons uit dezelfde handen
nog eene opmerkelijke verzameling oorspronkelijke en latere uitgaven van
gedichten, redevoeringen enz. van
Pieter Nieuwland, waarbij eenige eigenhandig
geschreven verzen en rijmen, meerendeels uit zijne jeugd, benevens
verschillende gedrukte en geschreven stukken, tot hem betrekkelijk; een en
ander, afkomstig van Nieuwland's vrienden
Abraham en
Jeronimo de Vries, sluit zich eigenaardig aan
bij de nagelaten wis- en natuurkundige papieren van dezen dichter-geleerde,
welke in de Universiteits-Bibliotheek alhier bewaard worden.
Als schenkers van belangrijke bijdragen mogen voorts genoemd worden de
HH.
J.H. van den Bosch,
J.A. Feith,
P. du Rieu jr. (sedert overleden),
W.N. du Rieu, en ten slotte wederom, gelijk
in vorige jaren, de Lees- | |
| |
kamer der Sociëteit Amicitia alhier. Nog
zij hier gewag gemaakt van eenige toevoegselen op het legaat van Prof.
J. de Wal (ten vorigen jare vermeld in het
verslag van den toenmaligen waarnemenden Secretaris), van eene verzameling
brieven en papieren uit de nalatenschap van
J.W. Holtrop, ons door zijne familie
geschonken en - voor de laatste maal - van de schenking der ontbonden
Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen, waaruit nog enkele
standaardwerken over de middeleeuwsche Britsche romans zijn aangekocht. Het is
hier de plaats om onze erkentelijkheid uit te spreken jegens Prof.
Ten Brink, aan wiens initiatief en latere
bemoeiingen onze Maatschappij deze eigenaardige vermeerdering van haren
boekenschat zeker in de eerste plaats te danken heeft.
Van vele leden ontving de Boekerij wederom een exemplaar ten geschenke
van door hen geschreven of uitgegeven boeken en opstellen. Hun allen zij bij
dezen opnieuw de dank der Maatschappij gebracht. In 't bijzonder stelden wij
het op prijs, dat ons buitenlandsch lid
Klaus Groth ons de uitgave zijner verzamelde
werken, zoowel Nederduitsche als Hoogduitsche, toezond. Mogen zij die tot
dusverre verzuimden van hunne belangstelling in onze Maatschappij op deze wijze
blijk te geven, gaan beseffen dat de werken harer leden, althans voor zoover
zij behooren tot het gebied der Maatschappij, in hare Bibliotheek volledig
bijeen behooren te zijn!
In vele gevallen kan onze Boekerij aanspraak
maken op een present-exemplaar, t.w. wanneer een geschrift is samengesteld met
behulp van hare boeken of handschriften. Onze Bibliotheeks-commissie heeft dan
ook niet geschroomd deze verplichting, evenals op verschillende andere
bibliotheken gebruik is, uitdrukkelijk als zoodanig op de nieuwgedrukte
uitleenbriefjes te vermelden. | |
| |
Eene herinnering hieraan zal, naar
wij vertrouwen, in geval van verzuim voldoende zijn om aan onze Boekerij
zoodanig geschrift te doen geworden. Het spreekt vanzelf dat deze verplichting
niet alleen voor de leden, maar voor alle personen geldt, die onze Bibliotheek
raadplegen.
Aan de ruiling met binnen- en buitenlandsche
genootschappen hebben wij opnieuw, behalve de gewone tijdschriften en andere
vervolgwerken, menig belangrijk boekwerk te danken: ik behoef slechts te wijzen
op het 5de deel der monumentale uitgave van
Christiaan Huygens' werken door de
Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen, op de lijvige publicatiën der
Koninklijke Vlaamsche Academie, en op
Van Helten's
Altostfriesische Grammatik die wij van het Friesch
Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde alsnog ontvingen.
Met verschillende buitenlandsche genootschappen zijn in dit jaar
nieuwe betrekkingen aangeknoopt of oude hersteld, die onzer Boekerij in ruime
mate ten goede zijn gekomen. Behalve het Institut für österreichische
Geschichtsforschung en de Litauisch-Litterarische Gesellschaft, die reeds in
het vorige jaar met ons in ruilbetrekking traden, wensch ik hier inzonderheid
enkele Skandinavische genootschappen te vermelden: het Noorsch Museum te
Stockholm (Nordiska Museet), dat fraaie afbeeldingen van voorwerpen, gebouwen
enz. met tekst uitgeeft, het Genootschap voor humanistische wetenschappen te
Upsala (Humanistiska Vetenskapssamfundet), dat ons belangrijke philologische en
bibliographische uitgaven heeft geschonken, o.a. de beroemde: Nieuwere
Bijdragen tot de kennis der Zweedsche streektalen en van het Zweedsch
volksleven (
Nyare Bidrag till kännedom om de svenska landsmålen och svenskt
folklif), en het Zweedsch Gezelschap voor oude letterkunde te Stockholm
(Svenska | |
| |
Fornskrift Sällskapet), dat ter aanvulling van de in onze
Bibliotheek aanwezige serie zijner werken de sedert 1886 door hen uitgegeven
oude Zweedsche teksten, benevens de sedert 1884 verschenen afleveringen van het
belangrijke Woordenboek van het middeleeuwsch Zweedsch heeft gezonden. Ook met
het Comité flamand de France te Belle (Bailleul) zijn wij weder in betrekking
gekomen, hetgeen ons in de gelegenheid heeft gesteld de reeks zijner uitgaven
te completeeren. Hetzelfde hopen wij weldra te kunnen doen ten aanzien van de
Société d'émulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre
te Brugge, en van den Verein für niederdeutsche Sprachforschung, welks uitgaven
reeds te lang ten deele in onze Boekerij gemist werden.
Van de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging ontvingen wij een
nummer, met de toezegging van geregelde voortzetting, van het sedert vele jaren
verschijnende Zuid-Afrikaansche Tijdschrift. Mettertijd hopen wij in staat te
zijn ook de Zuidafrikaansche literatuur, uit het oogpunt van taal en
nationaliteit van zoo eigenaardig belang, meer en meer aan te vullen. Terloops
zij hier medegedeeld dat het overschot der boeken, indertijd door de daartoe
benoemde Commissie uit onze Maatschappij voor de Staatsbibliotheek te Pretoria
bestemd, thans aan Prof.
Spruyt is gezonden ten behoeve der
schoolbibliotheken in Zuid-Afrika.
Eindelijk is er bij verschillende gelegenheden heel wat
aangekocht, niet alleen uit het gebied der Noord- en
Zuidnederlandsche letterkunde en geschiedenis, maar ook uit dat der
algemeen-Germaansche philologie, een vak dat in onze Boekerij nog altijd
schraal vertegenwoordigd is: hier zijn niet alleen enkele leemten, maar groote
gapingen aan te vullen. Vermelding verdient o.a. | |
| |
de aanwinst van
enkele Zuidnederlandsche idiotica, van de laatste uitgaven der English
Dialect-Society, en de inteekening op
Herrig's Archiv (ten vervolge op de ons door
De Vries gelegateerde reeks) en op het
Literaturblatt für germanische und romanische Philologie.
Vooral op de veiling der bibliotheek van De Vries was onze aandacht
gevestigd; met het oog hierop was door het Bestuur dan ook een ruimer crediet
voor de Boekerij op de begrooting uitgetrokken. Inderdaad konden wij voor een
niet onbelangrijk bedrag aankoopen doen uit deze rijke en keurig onderhouden
verzameling. Ik wijs hier b.v. op eene reeks uniform gebonden uitgaven van
brieven van en aan de gebroeders
Grimm, enkele oudere Deensche en Zweedsche
woordenboeken, een der oudste Latijnsch-Nederlandsche woordenboeken (
Gemma vocabulorum), de oudere jaargangen van het
Westvlaamsch tijdschrift
Loquela, eene éénige verzameling van overdrukken,
gelegenheidsverzen en verspreide opstellen van Alberdingk Thijm, voorts een en
ander uit de Germaansche philologie, benevens enkele Latijnsche en Oudfransche
teksten die, door hun inhoud nauw verwant met onze Middelnederlandsche
letterkunde, bij ons niet mochten ontbreken, en eindelijk eenige afschriften,
meerendeels door De Vries genomen, van Middelnederlandsche dichtwerken.
Dat onze boekverzameling zich in goeden staat bevindt behoef ik ten
slotte nauwelijks te verzekeren: wij weten sedert lang dat Directie en beambten
der Universiteits-Bibliotheek bij het onderhoud en beheer nauwelijks eenig
onderscheid maken tusschen hare en onze boeken. Een woord van dank voor die
goede zorgen moge hier zijne plaats vinden.
Het groot aantal boeken en handschriften, dat ook in dit jaar wederom
uit onze Boekerij is uitgeleend, en het | |
| |
druk gebruik, dat er op de
Universiteits-Bibliotheek van wordt gemaakt, niet alleen door onze leden maar
ook door andere personen, vooral studenten en onderwijzers, is wel de beste
rechtvaardiging - mocht die noodig blijken - van de aanzienlijke uitgaven en de
vele zorgen, door onze Maatschappij sedert jaren aan hare Bibliotheek te koste
gelegd. In onze Boekerij, buiten kijf de rijkste, volledigste verzameling op
het gebied der ‘Nederlandsche taal-, letter-, geschied- en oudheidkunde’,
vinden de beoefenaars dier vakken, meer en beter dan ergens elders, al datgene
bijeen wat zij voor hunne studiën behoeven: een voorrecht dat wellicht niet
altijd op den rechten prijs wordt geschat.
Moge onze Bibliotheek door de mildheid van alle leden, door
uitbreiding der betrekkingen met andere genootschappen en door oordeelkundigen
aankoop steeds meer in staat gesteld worden hare roeping te vervullen, de rijke
mijn, de krachtige steun blijven voor de Nederlandsche philologie, in den
ruimeren zin van dit woord.
J.W. MULLER.
| |
| |
| |
De Bibliotheek onzer Maatschappij is
vermeerderd door I. GESCHENKEN.
A. HANDSCHRIFTEN.
Familie van wijlen J.W. Holtrop.
Afschriften van vijf gedichten van E.A. Borger en van
drie andere, hem betreffende.
Bundel met brieven en stukken, betrekkelijk de uitgave van het
Driemaandelijksch Tijdschrift, uit de jaren 1836 v.v.; daaronder brieven van
J.R. Thorbecke, G.J. Mulder, H.W. Tydeman, J. Geel, C. Pruys van
der Hoeven enz.
J. Verdam.
Jacob van Maerlant, Der Naturen Bloeme. Afschrift
door F.H.G. van Iterson van het Haagsche Hs., voorzoover dat
van het Leidsche verschilt. 50 blz. papier 4o.
S.G. de Vries en J.H. de
Vries.
Twee dubbele strooken perkament, bevattende fragmenten uit den Roman van
Cassamus, uitg. d.E. Verwijs (zie zijne Inleiding blz.
xv).
Twee dubbele strooken perkament, bevattende fragmenten uit Maerlant's Alexander, door Snellaert vermeld
als ‘Amsterdamsche fragmenten’ (zie de facsimile's in zijne uitgave, dl. II,
156 en 215).
Fragment uit het gedicht ‘Van Vrouwen ende van Minne’, uitg. d.E. Verwijs (zie zijne Inleiding, blz. xvii).
1 bl. perk. kl. fol.
Twee dubbele bladen perkament, behelzende: 1o. de
fragmenten eener Nederl. vertaling van den roman van Barläam ende Josaphat
uitg. d.M. de Vries in De Jager's Taalk.
Magazijn IV, 1-94, en later opnieuw in Maerlant's Sp. Hist.
II7, 1-39); 2o. een fragment uit den
Leekenspiegel (zie M. de Vries in De
Jager's Taalk. Mag. IV, 281-284). | |
| |
S.G. de Vries en J.H. de
Vries.
Twee bladen van een nog niet bekenden ridderroman; perkament 4o.
Negen dubbele en een enkel blad perkament 4o,
bevattende fragmenten van een Mnl. prozawerk, blijkens het onderschrift der
‘Tafele’ getiteld: ‘Der moniken Spiegel’.
Een middendoorgeknipt blaadje perkament 8o,
bevattende ‘Een onbekende monorime’, een gedicht ‘Niemen mach tween heeren
dienen’, en een gedicht ‘Swigen brinct vele rusten in’, te zamen onder deze
titels uitgegeven door J. Verdam in het Tijdschr. v. Ned.
taalen letterk. XI, 285-296.
Een blad perkament 4o, bevattende: ‘Een onbekend
gedicht over de hemelteekenen’, onder dezen titel uitgeg. door J.
Verdam, t.a.p. XI, 299-305.
Een dubbel blad perkament 4o, bevattende fragmenten
uit den Leekenspiegel.
Een blad perkament fol., bevattende fragmenten uit den Rijmbijbel.
Een dubbel blad perkament fol., bevattende fragmenten uit den Rijmbijbel
(ander Hs.).
Twee bladen perkament fol., bevattende fragmenten uit den Rijmbijbel
(ander Hs.).
Opschrijfboekje, bevattende ‘Korte Rijmen en Verzen’ door P. Nieuwland 1772 (naar 't schijnt eigenhandig) 8o.
Schrijfboek in 4o, bevattende ‘Onuitgegeven
Gedichten van Pieter Nieuwland, waarvan sommige met zijn
eigen hand geschreven’.
Vijf opschrijfboekjes, bevattende aanteekeningen door P.
Nieuwland geschreven over: 1. Algebra. 2. Homeri Ilias a. 3. Horatius (college van Tollius). 4. Platonis Menon. 5.
Platonis Phaedon et Xenophontis Hieron.
Doctorale bul, aan P. Nieuwland 21 Sept. 1793 bij
zijne benoeming (eershalve) tot doctor in de philosophie uitgereikt.
Bundel stukken van en over P. Nieuwland, benevens
eenige documenta vitae, met inhoudsopgave; te zamen in één band 4o. vereenigd.
Bundel stukken van en over P. Nieuwland, met
portretten, facsimile's enz., volgens inhoudsopgave, te zamen in één 8o band vereenigd. Hierin o.a.:
P. Nieuwland, Gedichten. Amst. 1788.
- Nagelaten Gedichten. Haarl. 1797.
- Gedichten en Redevoeringen. Amst. 1824. | |
| |
P. Nieuwland, Nagelaten Gedichten. 3de dr. Haarl.
1827.
J.H. van Swinden, Lijkrede op P. Nieuwland. Amst.
1795.
Bundel stukken van en over P. Nieuwland, te zamen in
één 8o band vereenigd, voornamelijk bestaande uit
oorspronkelijke uitgaven der eerste gedichten in genootschapswerken enz.
Hierbij eenige dagbladen en brieven enz. betrekkelijk gedenkfeesten ter eere
van Nieuwland.
| |
B. BOEKEN.
W.M.H. Anten.
- Het Nieuw-Malthusianisme in een nieuw licht bezien. Amersf. 1890.
- Het gevecht te water bij de verdediging van ons land. Nijm. 1890.
- Het verachtelijke en verderfelijke van het duel. Amersf. 1892.
- Eenige schoteltjes lichte kost voor officieren toebereid. Amersf.
1893.
W.H. de Beaufort.
- Geschiedkundige opstellen. 2 dln. Amst. 1893.
T.H. de Beer.
- Geschiedenis d. Nederlandsche Letteren 1880-1890. Culemb. 1892.
G.E. Lessing, Nathan de Wijze. Metrische vertaling
met nieuwe omvangrijke Nathanstudiën door -. Culemb. 1892.
Noord en Zuid, XV, 3-6, XVI, 1, 2. Culemb. 1892-93.
Bestuur van het Sint-Anthony-Gasthuis te Leeuwarden.
Geschiedenis van het Sint-Anthony-Gasthuis te Leeuwarden. Leeuw.
1893.
Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage.
Catalogus van de Pamfletten-verzameling, berustende in de Koninklijke
Bibliotheek, bewerkt door W.P.C. Knuttel. II, 1. 's-Gravenh.
1892.
- Verslag over den toestand der Kon. Bibl. 1891. 's-Gravenh. 1892.
P.J. Blok.
- De Jezuieten. Gron. 1893.
A.C. Bondam.
Verslag omtrent de oude Gemeente- en Burgerlijke-standsarchieven in
Noord-Brabant. Juni 1892.
R. van Boneval Faure.
- Johan Theodoor Buys met zijne leerlingen herdacht. Leid. 1893.
J.H. van den Bosch.
De Beaufort, La république Romaine ou plan général de
l'ancien gouvernement de Rome. 2 tom. La Haye 1766. | |
| |
J.H. van den Bosch.
W.G. Boele, Eenige blikken in het verleden, het heden
en de toekomst van Kampen, voornamelijk met het oog op de bedijking langs zee.
Zwolle 1882.
J.W. Bussingh, Feestzangen voor het Koninklijke huis.
Haarl. 1817.
A. Doyer, Invallende gedachten. 2de stukje. Zwolle
1824.
M. van Geuns, De staatkundige handhaving van der
ingezetenen gezondheid en leven. Uit het Lat. d.H.A. Bake.
Amst. 1801.
W. Goeree, De kerklijke en wereldlijke historien uyt
d'aaloude aardbeschryving en uytgezogte Gedenkpenningen opgehelderd. Leyd.
1730.
C. Hammonière, Vocabulaire français et russe. Par.
1815.
J. Hübner e.a., Algemeene geographie of beschrijving
des geheelen aardrijks. 6 dln. Amst. 1769.
Jovet, L'histoire des religions de tous les royaumes
du monde. 4 tom. Par. 1710.
J. ter Pelkwijk, Tijdrekenkundige verhandeling
dienende ter bevestiging en verklaring van eene tijdrekenkundige tafel voor de
geschiedenis der Israelieten en andere Aziatische volken enz. Zwolle 1818.
J.C.M. Rademacher, Grondbeginselen der algemeene
geleerdheid. Amst. 1792.
J.W. Redhouse, The Turkish campaigner's vade-mecum of
Ottoman colloquial language. Lond. 1855.
W. Robertson, The history of Scotland. 2 vol. Lond.
1787.
De nieuwe koninklijke secretaris of handboek voor alle standen. Dordr.
1817.
A.C.W. Staring, Poëzie, uitg. d.J.H.v.d. Bosch. Zwolle (1892). 8o. (Zwolsche
herdrukken. VII.)
Volkslees- of onderwijzershandboek. 2 dln. Amst. 1808.
W. de Vos, Verhandeling over het huwlijk enz. Z.p.
1771.
(P. de Wakker van Zon), Nieuwe bijdragen tot de
geschiedenis der kruisvaarten in hare betrekking tot ons vaderland, door
P.D.W.V.Z. 's-Gravenh. 1818.
Eene verzameling brochures over watergeneeskunde.
P. van den Brandeler.
- De Groote of St.-Jacobskerk te 's-Gravenhage. 's-Gravenh. 1893.
| |
| |
C.W. Bruinvis.
- Over Alkmaarsche geschiedboeken en geschiedschrijvers. Alkm. 1892.
Commissie voor de Bibliotheek en het Archief van
Rotterdam.
Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam. I. De Regeering van
Rotterdam 1328-1892, bewerkt door J.H.W. Unger. Rotterd.
1892.
Commissie voor de Provinciale Bibliotheek van
Zeeland.
Catalogus van de pamfletten, tractaten enz., aanwezig in de Provinciale
Bibliotheek van Zeeland, bewerkt door J. Broekema. I.
1568-1795. Middelb. 1892.
H.J. Couvée.
Feith, Le Tombeau, etc., trad. par A.
Clavareau. Brux. 1827.
Directeur van het Huis-Archief en
de Bibliotheek der Koningin.
Afstamming van H.M. Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, uit de
Walramsche en de Ottonische linie van het Huis van Nassau.
J.I. Doedes.
- De Zuid-Hollandsche Predikanten-Vereeniging, in het licht der
geschiedenis. Rotterd. 1892.
S.C. van Doesburgh.
M. Buys, Twee maanden op Borneo's Westkust. Leid.
1892.
Th. Hoven, Beter zoo. Leid. 1893.
Levertin-Wijsman, De vijanden der samenleving. Leid.
1892.
Los en Vast 1892, 2-4; 1893, 1. Leid. 1892-93.
Ch. M. Dozy.
't Vermeerdert wonderlijck Leven van … Aesopus. Nieuwelycks uyt de
Latijnsche Taele overgeset, gelyck oock al de Fabulen enz. Waer by oock
gevoeght is, 't verhaal des bloedigen Oorlogs tusschen de Muysen en de
Kick-Vorsschen enz. Amst. 1721.
H.J. Eymael.
C. Huygens, Zedeprinten, met inleiding en
aanteekeningen uitg. door -. Gron. 1891.
J.A. Feith.
Vliegend blad met 3 volksliederen uit het einde der 16de eeuw.
| |
| |
R. Fruin.
Bijdragen v. Vaderl. Geschiedenis en Oudheidkunde. 3de Rks. VII, 2-3.
's-Gravenh. 1892.
R. Fruin ThAz.
Verslag omtrent oude gemeente- en waterschapsarchieven in de provincie
Utrecht 1892. Utr. 1892.
Gemeentebestuur van Leiden.
Verslag over 1892. Leid. 1892.
Redactie van ‘De Gids.’
De Gids 1892, 7-12, 1893, 1-6. Amst. 1892-93.
K. Groth.
- Gesammelte Werke. 4 Thle. Kiel u. Leipz. 1893.
A.G. van Hamel.
Jehan le Fèvre de Resson, Les Lamentations de
Matheolus et le Livre de Leesce (poèmes français du XIVe
siècle). Ed. crit. par -. I (Textes français et latin des Lamentations). Par.
1892.
A. Hazelius.
H.A. Ring, Skansen och Nordiska Museets anläggningar
å Djurgården. Stockh. (1893).
J. Herderscheê.
J. Kradolfer, Op 's levens hoogte. Bewerkt door -.
Tiel 1892.
Familie van wijlen J.W. Holtrop.
Vier afdrukken van afzonderlijke gedichten van E.A.
Borger.
Elf afzonderlijke afdrukken van gedichten enz. van J.J.F.
Wap, benevens negen andere van W. Bilderdijk, Pr. van
Duyse e.a. (waaronder 1 in HS.).
Hoogheemraadschap van Rijnland.
Verslag omtrent den toestand v.d. alg. waterstaat over 1892.
E.B. ter Horst, firma J.B.
Wolters.
Nederlandsche Dicht- en Prozawerken. Bloemlezing uit de Nederl. lett.,
door G. Penon, voortgez. d.C. Honigh. VI.
Gron. 1893.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche
Letterkunde. 4de druk, herzien en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt d.C. Honigh. VI. Gron. 1892.
Bibliotheek v. middelnederl. letterkunde, afl. 49. (Het Heilige Kruis en
de Denensage te Breda, uitg. d.L. Wirth). Gron. 1893.
P.F. Hubrecht.
Verzameling nieuwjaarsdichten voor de Leidsche Weezen (door
verschillende dichters) 1766-1862, 1864-1866, 1869, 1871. | |
| |
J. de Jong.
- Repetitieboekje voor de geschiedenis van het vaderland. Utr. 1893.
G. Kalff.
- Het onderwijs in de moedertaal. Amst. 1893.
P.H. van der Kemp.
- Het Weduwen- en Weezenfonds van 's lands burgerlijke ambtenaren in
Nederlandsch-Indië. 3 dln. Batav. 1893.
J.H. Kern.
Limburgsche Sermoenen, uitg. d. -. Afl. 3. Gron. 1892.
L.H.J. Lamberts Hurrelbrinck.
- Van Limburgs grenzen. Amst. 1892.
F.H. van Leent.
- Gedachtenis-album voor het jonge Nederland. Met oorspronkelijke
bijschriften. 2de dr. Almelo z.j.
Leeskamer der Sociëteit Amicitia te Leiden.
A. Aletrino, Zuster Bertha. Amst. 1891.
L.A. Bähler, Het een en ander in dicht en ondicht uit
mijn studententijd. Gron. 1892.
E.S. Bouquet, Wat het zwaarste weegt. Arnh. 1891.
G.A. van der Brugghen, 't Binnenste naar buiten
gekeerd. Nijm. (1892).
A.S. Carpentier Alting, Jedida. Een verhaal uit de
VIIde eeuw voor Christus. 2 dln. Leid. 1891.
La Chapelle-Roobol, Een Gelukskind. Amst. (1892).
G. D'Hondt, Novellen en Schetsen. Amst. 1891.
H.J.P.A. Kiersch, Iets over Oranje en den opstand
tegen Filips II. Een antwoord aan X. 's-Gravenh. 1892.
J. Kleefstra, Burgermenschen. Amst. 1891.
L.H.J. Lamberts Hurrelbrinck, Het beleg en ontzet van
Leiden ten tooneele gebracht. Leid. 1892.
J.R. van der Lans, Humoresken en Novellen. Edam
(1890).
V. Loveling, Een dure Eed. Gent-Amsterd. (1890).
M. Maeterlinck, Les sept Princesses. Brux. 1891.
Th. van Meerendonk, Otto Altendorf. Amst. 1892.
Polemiek over Lodewijk van Nassau en Willem den Zwijger tusschen Prof.
P.J. Blok, P. Goethart en X. Roerm. 1891.
J.P. Reynvaan, Zuster Clara. Amst. 1892.
H.G. Roodhuyzen, Tante Lena. Dordr. (1890).
L. Stratenus, Verloren Geluk. Amst. (1890).
| |
| |
Leeskamer der Societeit Amicitia te Leiden.
H. Swarth, Passiebloemen. Amst. 1891.
W. de Vletter, Oom Dolf en zijn nichtje. 2 dln. Amst.
1891.
W.C. Wagenvoort (Vosmeer de Spie). Kleine Studies.
Amst. 1892.
- Een Passie. Amst. (1891).
Van Wermeskerken-Junius (Joh. van Woude), Een
verlaten post. Amst. (1890).
X., Lodewijk van Nassau en Willem de Zwijger. Historische critiek van
Prof. P.J. Blok, gecritiseerd door -. Roerm. 1892.
M. Zucker, Die holländische Malerei des siebzehnten
Jahrhunderts. Erlang. 1892.
V. Loosjes.
- Des Tempels vergankelijke luister. Leerrede. Sneek 1892.
- Een hellevaart. Amst. (1892).
Studenten-Weekblad. 3de jaargang. Leid.-Utr. 1873-1874.
A.A. Looijen.
Verslag van den Directeur v.h. Kon. Kabinet v. Penningen en gesneden
steenen te 's-Gravenhage 1891.
H.U. Meyboom.
E. Arnold. Het Licht der Wereld. Naar het Engelsch
door -. Amst. 1892.
Ministerie van Koloniën.
Hoffmann-Serrurier. Japansch-Nederlandsch
Woordenboek. III. Leid. 1892.
Ministerie van Marine.
Jaarboek van de Koninklijke Nederlandsche Zeemacht. 1891-1892.
's-Gravenh. 1893.
P.H. van Moerkerken.
Aphorismen uit Vondel's werken, saamgelezen door -. Utr. (1893).
H.E. Moltzer.
- Matthias de Vries. Ter gedachtenis. Toespraak. Gron. 1892.
J.W. Muller.
E.H. von Baumhauer, De Sociëteit ‘Trouw moet blijken’
in de 18de en 19de eeuw. Haarl. (1880).
Jaarzangen aan de Broederschap van de aloude Rhetorijkkamer te Haarlem,
bekend onder de zinspreuk: ‘Trouw moet blijken.’ 1884-1888. Haarl.
(1884-1888).
J.W. Muller en H. Logeman.
Die Hystorie van Reynaert die Vos, uitg. door -. Zwolle 1892.
| |
| |
M. Nijhoff.
E. Verwijs en J. Verdam,
Middelnederlandsch Woordenboek. III, 12-15. 's-Gravenh. 1892.
N.N.
- Hulde aan een Indisch staatsman (Mr. L.W.C. Keuchenius). (Batavia
1892).
Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap.
H.F. de Boer en A. Heinsius, Het
Nederlandsch Onderwijzersgenootschap en zijne instellingen. 1842-1892. Amst.
1892.
Louis D. Petit.
J. Bergsma, Bijdrage tot de tekstcritiek van den
Karel ende Elegast. Gron. 1890.
Derde Supplement op het Repertorium der verhandelingen en bijdragen
betreffende de geschiedenis des vaderlands, in mengelwerken en tijdschriften
tot op 1890 verschenen. Leid. 1893.
H.J. Velthuis. De Tegernseeër Glossen op Vergilius.
Gron. 1892.
C.J. Polvliet.
- Genealogie van het geslacht Van der Does. 's-Gravenh. 1893.
Regelingscommissie van het 21ste Nederlandsch taal- en letterkundig
Congres.
Handelingen van het 21ste Nederlandsch taal- en letterkundig Congres,
gehouden te Gent 25-27 Aug. 1891. Gent 1892.
P. du Rieu Jr.
A B C boek (Schots groot). Te Edinburg (1780).
J.J. Abbink, Het leven van Koning Willem II, zijn
overlijden en plegtige begrafenis. Amst. 1849.
J.W.v. Archenholtz, Geschichte des 7 jährigen Krieges
in Deutschland. 2 Bde. Leipzig o.J.
Ed. Arnd, Geschichte der Jahre 1860 bis 1867. 3e
Aufl. 2 Bde. Leipz. 1870.
J.F. Bosdijk, Gedenkschrift der inhuldiging van Z.M.
Willem III. Haarl. 1849.
S.H. ten Cate, 1869-70. Wereldgeschiedenis der
laatste twee jaren. Zwolle 1872.
F.W. Conrad, Verspreide bijdragen. 's-Gravenh. en
Amst. 1849.
G. Engelberts Gerrits, Het leven en de regeering van
Z.M. Willem I. Amst. 1845. | |
| |
P. du Rieu Jr.
Paschier de Fijne, Eenige tractaetjens. Amst.
1735.
G.P., Herinneringen aan de dagen van 15 tot 28 Nov. 1863 te Utrecht.
Utr. 1864.
Handleiding der nationale garden van het Fransch Keizerrijk; behelzende
de vigeerende wetten, decreten enz. Amst. 1813.
H. Heine, Sämmtliche Werke. 14 Bde. Amst.
1854-1860.
- Id. Neue Folge. 4 Bde. Amst. 1857-62.
W.J. Hofdijk, Het Nederlandsche Volk. 2de verm. dr.
Amst. 1873.
In Memoriam. Tafereelen uit Hollands tachtigjarigen strijd. Haarl.
1874.
A.W. de Klerck, Algemeene Geschiedenis, geschetst
voor gymnasien. Utr. 1863.
Landregt van Over-Isel. Deventer 1724.
Lavater Jr., Politieke Photografien van de aftredende
leden der 2de Kamer. Sneek 1879.
Leerboek der rechten van den mensch. Naar het Eng. Z.p. 1794.
X. Marmier, Zwitserland. Naar het Fransch door
S.J.v.d. Bergh. Haarl. z.j.
Alfr. Meissner, Heinrich Heine. Erinnerungen. Amst.
1856.
H. Wolfgang van der Mey, Rusland en het nihilisme.
Haarl. z.j.
Jul. Mühlfeld, 1848-1868. Wereldgeschiedenis der
laatste 20 jaren, naar het Hoogd. door S.H. ten Cate. 2 dln.
Zwolle 1870-71.
De oorlog tusschen Rusland, Turkije en de Westersche mogendheden in het
midden der 19de eeuw. 2de dr. 3 dln. Rotterd. 1855-56.
H.L.F. Pisuisse, De Gentsche Pacificatie in 1576 en
hare herdenking te Gent. Z.p.e.j.
Rechten ende gewoonten der stadt Deventer. Dev. 1644.
Met wit papier doorschoten en van aant. in HS. voorzien.
A.L. von Rochau, Geschichte Frankreichs von
1814-1852. 2 Bde. Leipz. 1858.
Sagittarius, Parlementaire Portretten. Met
supplement. Amst. 1869.
H. van Wijn, Historische en letterkundige
Avondstonden. Amst. 1800.
Met aanteekeningen in HS. van H. van Wijn.
| |
| |
W.N. du Rieu.
Portret van J.T. Bergman. Photographie naar eene teekening (door
Kouwels) ‘Mei 1875 auctie Gebr. van der Hoek’.
Portret van J. Ph. Koelman. Lithographie.
Portret van Mr. N. de Roever Az. (Afz. afdruk uit het Weekbl. ‘De
Amsterdammer’).
Afbeeldingen van oude bestaande gebouwen. Uitg. door d. Maatschij. t. bev. der Bouwkunst. Afl. 33 (pl. 166-169). Amst.
1893.
Bouwkundig Tijdschrift XIII, 1 (Dl. 39 der Bouwk. Bijdragen), met
verslag der Alg. Verg. Amst. 1893.
Bouwkundig Weekblad XII. (1892).
Th. M. Roest.
- Essai de classification des monnaies du comté puis duché de Gueldre.
Brux. 1893.
L.W.G. de Roo.
- De verkoop van opium op Java. Open brief aan H.J.A.M. Schaepman. Nijm.
1892.
M.A.N. Rovers,
- Levensbeelden. Utr. 1893.
E.A.H. Seipgens.
De Maasgouw XIII, 27-49.
O.W. Star Numan.
(Von Scherff), Die Domänen des Prinzen Friedrich der
Niederlande. Als MS. gedrukt. Luxemb. 1892.
J.A. van der Stok.
- Levensbeschrijving van Z. Exc. M.D. Graaf van Limburg Stirum.
's-Gravenh. 1892.
V. de Stuers.
- Mr. N. de Roever en de Minister Heemskerk. 's-Hage 1892.
W.H.D. Suringar.
Van Zeden. Een tweede Middelnederlandsch zedekundig leerdicht. Uitg.
door -. Leid. 1892.
B. Symons.
- De ontwikkelingsgang der Germaansche mythologie. Gron. 1892.
J. Tideman.
- Studien en schetsen op het gebied van de geschiedenis en de
letterkunde van Nederland. 's-Gravenh. 1892. | |
| |
C.C. Uhlenbeck.
- De plaats van het Sanskrit in de vergelijkende taalwetenschap. Leid.
1892.
Universiteit te Groningen.
Jaarboek 1891/92. Gron. 1892.
Uittreksel uit het Jaarboek 1891/92.
Vereeniging tot instandhouding der verzameling
betreffende de Zaanlanden te Zaandijk.
De Verzameling betreffende de Zaanlanden, bijeengebracht door Jacob
Honig Janszoon Jr. 1892.
Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging.
Zuid-Afrikaansch Tijdschrift. Dl. XXX, No. 180;
XXXI, No. 181. Kaapstad 1892.
Legaat M. de Vries.
Archiv für das Studium der neueren Sprachen und Literaturen. Begründet
von L. Herrig, Jhrg. 1-46. 88 Bde. Elberfeld, Braunschw.
1846-1892.
S.G. de Vries en J.H. de
Vries.
De Telegraaf. Letterk. Weekblad onder red. van E.M.
Beima en A.C. Oudemans. Proefblad. 's-Gravenh.
(1848).
M. de Vries en L.A. te Winkel,
Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal. 4de uitg., bezorgd door
A. Kluyver. 's-Gravenh.-Leid. 1893.
Legaat de Wal.
Repertorium der verhandelingen en bijdragen betreffende de geschiedenis
des vaderlands, in mengelwerken en tijdschriften tot op 1860 verschenen. Leid.
1863.
Met talrijke aanteekeningen in hs. van J. de Wal.
- Id. Supplement. Leid. 1872.
- Id. Tweede supplement. Leid. 1884.
Register van academische dissertatiën en oratiën, betreffende de
geschiedenis des vaderlands. Leid. 1866.
Met talrijke aanteekeningen in hs. van J. de Wal.
- Id. Supplement. Leid. 1882.
W.J. van Welderen baron Rengers.
- Schets eener Parlementaire Geschiedenis van Nederland sedert 1849.
I-II, 1. 's-Gravenh. 1891-92.
P.M.H. Welker.
- Geschiedenis van Cromstrijen. Nijm. 1892. | |
| |
J.A. Worp.
- De invloed van Seneca's treurspelen op ons tooneel. Amst. 1892.
| |
OVERDRUKKEN.
J.G.R. Acquoy, F. de Bas, T.H. de Beer, A. Beets, H. Blink, G.M.
Boissevain, J. Bolte, H.J. Bool, G.H. van Borssum Waalkes, J.H. van den Bosch,
C.W. Bruinvis, F. Buitenrust Hettema, S.D. Daems, Johs. Dyserinck, H.O. Feith,
J.A. Feith, E. Gouffaux, J. Gram, D. Hartevelt, J.E. Heeres, J. Herderscheê,
D.F. van Heyst, J.G. Ch. Joosting, R.A. Kollewijn, J.H. Krelage, L.H.J.
Lamberts Hurrelbrinck, F.H. van Leent, C.L. Lütkebühl Jr., W.J. van Manssen,
M.E. van der Meulen, J.L.C.A. Meyer, J.W. Muller, J.K.W. Quarles van Ufford,
W.N. du Rieu, Th. M. Roest, L.W.G. de Roo, W.P. Sautijn Kluit, G. Schlegel, L.
Serrurier, J.W. Staats Evers, K. Stallaert, J. Verdam, P.J. Veth, Th. I.
Welvaarts, W.D. Whitney, J. te Winkel, A.C.W. van Woerden.
| |
UIT HET FONDS VAN DE ONTBONDEN VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE
LETTERKUNDIGEN IS AANGEKOCHT:
A. Birch-Hirschfeld, Die Sage vom Gral, ihre
Entstehung und dichterische Ausbildung in Frankreich und Deutschland im 12. u.
13. Jahrhundert. Leipz. 1877.
B. ten Brink, Geschichte der Engl. Litteratur. Hrsg.
v.A. Brandl. II, 2. Strassb. 1893.
Folk-Lore. A quarterly review etc. II, 2 (waarin: M.
Gaster, The Legend of the Grail, with remarks by A.
Nutt). Lond. 1891.
The Folk-Lore Record. IV (waarin: A. Nutt, The Aryan
expulsion-and-return-formula in the folk-and-hero-tales of the Celts). - V
(waarin: A. Nutt, Mabinogion Studies). Lond. 1881-1882.
W. Gemoll, Die Realien bei Horaz. Heft 2. Berl.
1892.
Grundriss der germanischen Philologie, herausg. v.H.
Paul. II1. Strassb. 1893.
R. Heinzel, Ueber die französischen Gralromane. Wien
1891.
A historia dos cavalleiros da mesa redonda e da demanda do Santo Graall.
Veröffentl. v.K. von Reinhardstöttner. I. Berl. 1887.
A. Nutt, Studies on the Holy Grail with especial
reference to the hypothesis of its Celtic origin. Lond. 1888. | |
| |
G. Paris, Les romans de la table ronde, mis en
nouveau langage etc. 5 vol. Par. 1868-77.
W. Wackernagel, Geschichte d. deutschen Litteratur.
2e Aufl., fortges. von E. Martin. II. Basel 1892.
| |
II. Aankoop.
A. HANDSCHRIFTEN.
Jan Boendale, Jans Teesteye. Afschrift, door
M. de Vries, van het Hs. (Bibl. Bodl. Marshall 32). 125 blz.
pap. 4o.
Lambert Goetman, Den Spyeghel der Ionghers.
Afschrift, uit de 19de eeuw, der uitg. v.G. Back te Antwerpen c. 1500, met de
varianten der uitg. van H. Eckert van Homberch 1501. 34 blz. kl. 4o.
Leven van Sinte Cristinen. Middelnederlandsch proza. Hs. der 15de eeuw.
pap. 8o.
Mellibeus, Afschrift van het Hs. op de Stadsbibliotheek te Hamburg door
M. de Vries 1843. Omstreeks 150 blz. pap. 4o.
Mundi cursus. Der werlde loep. Middelnederduitsch proza. Hs. uit de 15de
eeuw. 344 blz. pap. fol.
Van Nameloss und Valentyn. Middelnederduitsch gedicht. Afschrift uit de
19de eeuw. 66 blz. pap. 4o.
Jan de Weert, Eene dispitacie van Rogiere ende van
Janne. Afschrift, door M. de Vries, uit het Comburger Hs.
fol. 218b-229c. - Van den coninc Saladijn
ende van Hughen van Tabaryen. Afschrift door denzelfde, uit hetzelfde Hs. fol.
229c-231a. Te zamen 53 blz. pap. fol.
| |
B. BOEKEN EN VERVOLGWERKEN.
(J. Abbama), Ghedicht ter eeren vande
vreuchd-vrucht-bare Landtrust onder de persoon eens sprekende landt-bouwers.
Gron. 1617.
J.A. Alberdingk Thijm, Verzameling van overdrukken,
kleine geschriften en afzonderlijke gedichten enz. 160 stuks.
(K.L.J. Alberdingk Thijm), Multatuli door A.J. Bussum
1891.
Alkmaers Bitter en Zoet, zijnde een korte beschrijvinge van het beleg en
ontset der stad Alkmaer in den jare 1573. Alkm. 1740.
A. des Amorie van der Hoeven, Verspreide Geschriften.
Leeuw. 1856. | |
| |
N. Anslijn Nz., Verzameling van verschillende leer-
en leesboeken voor kinderen ten dienste der scholen: Spraakkunst,
Aardrijkskunde, Rekenkunde enz. 17 bandjes. Leid. en Amst. 1807-1835.
Atzler, Die germanischen Elemente in der
französischen Sprache. Coethen 1867.
K. von Bahder, Die Verbalabstracta in den
germanischen Sprachen ihrer Bildung nach dargestellt. Halle 1880.
Bauernkomödien (Niederdeutsche) des siebzehnten Jahrhunderts, herausg.
v.H. Jellinghaus. Tübingen 1880.
147e Publ. d. Litt. Ver. Stuttgart.
S. van Beaumont, Horae succisivae. Tyt-Snipperingen.
Rotterd. 1640.
A. Beeloo, Verspreide en onuitgegeven Gedichten.
Amst. (1873).
J. van Beers, Rijzende Blaren. Rotterd. 1884.
O. Behaghel u.J.H. Gallée,
Altsächsische Grammatik. 1e Hälfte. Laut- und
Flexionslehre, bearb. von J.H. Gallée. Halle-Leid. 1891.
A. Joly, Benoit de Sainte-More et le Roman de Troie,
ou les métamorphoses d'Homère et de l'épopée gréco-latine au moyen-âge. Par.
1870.
Br. Bernaert de Jonghe, Het Leven van Johannes den
Onbevreesden. Gent 1852.
Uitg. d. Mij. d. Vl. Bibliophilen. 2e Serie no.
13.
A. Biins, Konstighe Refereynen vol schoone Schrifture
ende Leeringhen. Begrepen in drye verscheyde Boecken. (1ste
Boek, 2de dr.) Antw. 1668.
Boëtius à Bolswert, Duyfkens ende
Willemijnkens Pelgrimagie tot haren Beminden, binnen Ierusalem, … in Rijme
ghestelt ende vergroot door Pr. de Vynck. Antw. 1641.
W. van der Borcht, Spieghel der Eyghen-kennisse, …
in-geknoopt het Conterfeytsel des Wereldts. Brussel 1643.
(B. Bosch), De leerzame Praat-al. 2 dln. Amst.
1791-1792.
W.G. Brill, Hollandsche Spraakleer. Leid. 1846.
Met wit papier doorschoten, waarop talrijke aanteekeningen van
M. de Vries.
K. Brugmann, Grundriss der vergl. Grammatik der
indogerm. Sprachen. II, 2e Hälfte. Strassb. 1890-93.
| |
| |
J. de Brune, Proverbia, of de Spreucken van Salomon.
Middelb. 1619.
F. Buitenrust Hettema e.a. Voorstellen tot
vereenvoudiging van onze spelling en verbuiging. Zwolle 1893.
Bulla ‘Ineffabilis’ in de Nederlandsche en Vriesche talen, benevens de
Bepaling van het leerstuk der Onbevlekte Ontvangenis in de talen der Oost- en
West-Indische koloniën, en in de voornaamste Noord-Nederlandsche dialekten.
Amst. 1878.
A.W. van Buuren, In tijden van overgang. Amsterd.
1888.
J. Cats, Huuwelyk, Dat is, Het gantsche beleyt des
echten staats enz. 's-Gravenh. 1731.
A.G. Chotin, Etudes étymologiques sur les noms des
villes, bourgs, villages et hameaux de la province de Hainaut. Par. s.a.
Nouvelle Circonscription des sept départements de la Hollande, d'après
le décret de S.M. Imp. et Roy. 21 Oct. 1811. Amst. (1811).
P. Croon, Cocus bonus, ofte Geestelijcke
Sinne-beelden ende godtvruchtighe Uytleggingh op alle de ghereetschap van den
Kock. 2de dr. Antw. 1665.
- De verstandige Camenier uytleggende de graetsels en grafschriften van
Moy-al. Antw. z.j.
- Almanach voor heden en morghen ende daer op vermaeckelijcke
uyt-legginghen enz. Antw. 1665.
G. Curtius, Zur Kritik der neuesten Sprachforschung.
Leipz. 1885.
J.F. van Dijk, Eenvoudig verhaal van de naar
Frankrijk weggevoerden der voormalige Haagsche Oranje-Gardes, te Woerden na den
24 Nov. 1813 gevangen genomen. 's-Gravenh. z.j.
De Domkop, of Nationaal Volksboek. I. Amst. (1795).
(E. Douwes Dekker), Brieven van Multatuli. 1862-1863. Amst. 1892.
Pr. van Duyse, Vrolijkheid. Leeuw. 1853.
- Reinaard de Vos. In 17 zangen in de oorspronk. maat bewerkt. 3de uitg.
Roeselare 1887.
J. van Effen, De Hollandsche Spectator. Vermeerderd
met het leven van den schrijver en een nieuw breedvoerig register. 6 dln. Amst.
1756-1766. | |
| |
Le Roman d'Eneas. Texte critique, publ. p. J. Salverda de
Grave. Halle 1891.
Bibl. normannica IV.
S. Feist, Grundriss der gotischen Etymologie.
Strassb. 1888.
Floris und Blauncheflur. Mittelengl. Gedicht aus dom 13ten Jahrh., nebst litter. Untersuchungen u.s.w., herausg. von
E. Hausknecht. Berlin 1885.
J. Franck, Etymologisch Woordenboek der Nederl. taal.
Afl. 9-10. 's-Gravenh. 1892.
Jaspar von Gennep, Homulus (Der Sünden Loin ist der
Toid). Geistliches Schauspiel. Herausg. v.P. Norrenberg.
Viersen 1873.
J. ter Gouw, Geschiedenis van Amsterdam. VIII, 1-4.
Amst. 1892-93.
Ch. Grandgagnage, Dictionnaire étymologique de la
langue Wallonne. I, II, 1. Liége 1845-50.
- Vocabulaire des noms wallons d'animaux, de plantes et de mineraux.
2e éd. Liége 1857.
J. Grimm, Kleinere Schriften. 6 Thle. Berlin
1864-82.
J. und W. Grimm, Kleine verhandelingen. 1845-85. 14
stukken bijeengebonden, waaronder:
J. Grimm, Diphthonge u. weggefallne Consonanten; Eine
Urkunde d. 12en Jahrh.; Frauennamen aus Blumen; Die Marcellischen Formeln;
Einige Fälle d. Attraction; W. Grimm, Freidank; Altdeutsche
Gespräche; Z. Gesch. d. Reims.
- Kleine verhandelingen van en over hen. 1838-74. 12 stukken
bijeengebonden, waaronder:
J. Grimm, Meine Entlassung. 1838; Ursprung d.
Sprache. 1852; Rede auf Schiller. 1860; Rede auf W. Grimm. 1863. W. Scherer, Jac. Grimm (1ste dr.). K.G.
Andresen. J. Grimm's Orthographie.
- Briefwechsel zwischen J.u.W. Grimm aus der
Jugendzeit. Hrsg. v.H. Grimm u. Heinrichs. Weim. 1881.
- Briefwechsel zwischen J.u.W. Grimm, Dahlmann u. Gervinus. Hrsg. v.E. Ippel. 2 Bde. Berl. 1885.
- Briefe J.u.W. Grimm's an G.F. Benecke, 1808-29. M.
Anm. hrsg. v.W. Müller. Gött. 1889.
- Briefwechsel K.H. Gr. v. Meusebach's mit J.u.W. Grimm. M. Anm. hrsg. v.C. Wendeler.
Heilbr. 1880. M. Portr.
- Briefwechsel von J.u.W. Grimm m.D.
Fr. Graeter u. Emil Braun. 2 Bde. Heilbr. 1877-91.
Bijgebonden eenige kleine verhandelingen. | |
| |
J.u.W. Grimm. Briefe v.J. Grimm an
H.W. Tydeman. Hrsg. v.A. Reifferscheid. Heilbr. 1883.
Bijgebonden: E. Martin, Z. Gesch. d. deutschen
Philologie. - Briefw. zw. J. Grimm u.J.H.
Halbertsma, hrsg. v.B. Symons.
- Private u. amtl. Beziehungen d. Brüder Grimm zu
Hessen. Hrsg. v.E. Stengel. 2 Bde. Marb. 1886.
I. Briefe d. Gebrüder Grimm an hessische Freunde. II.
Actenstücke üb. die Thätigkeit d. Brüder Grimm im hess. Staatsdienste.
- W.u.J. Grimm, Freundesbriefe. M. Anmerk. hrsg.
v.A. Reifferscheid. Heilbr. 1878.
- Zes kleinere geschriftjes over de Gebrs. Grimm,
waaronder:
Die sieben Göttinger Professoren nach ihrem Leben und Wirken. Braunschw.
1838.
F. Frensdorff, Jacob Grimm in Göttingen. Gött.
1885.
E. Stengel, Die Brüder Grimm. Marb. 1885.
H. Löschhorn, Rede auf Jacob Grimm zu seiner
Secularfeier. Berl. 1885.
B. Symons, Jacob Grimm. Redev. Gron. 1881.
Grundriss der romanischen Philologie, herausg. v.G.
Gröber. II. Strassb. 1893.
A. Gryphius, Werke. Herausgeg. von H.
Palm. Berl. (1884).
J. Habets, Geschiedenis van het tegenwoordig Bisdom
Roermond. Roerm. 1892.
- Jan van Weert en Jan van der Croon. Eene bijdrage tot de geschiedenis
van den dertigjarigen oorlog. Roerm. 1862.
C.F. Haug, Brieven uit Amsteldam over het Nationaal
Tooneel en de Nederlandsche letterkunde. Uit het Hoogd. vertaald. Amst.
1805.
- Tooneelkundige Brieven, geschreven in het najaar 1808. Ten vervolge op
de brieven van C.F. Haug. Amst. 1808.
J.D. H(eemsen), Nederduytsche Poëmata. Antw.
1619.
J. Heinsius; Nederlandsch-Gotische Woordenlijst.
Gron. 1893.
R. Heinzel, Geschichte d. niederfränk.
Geschäftssprache. Paderb. 1874.
De Hervorming van Amsterdam; in den jare 1578, in de Kerke en den
Burgerstaet, ingevoerd, in hare voornaamste Omstandigheden, beschreven; … met …
Naamlijsten der Regeering enz. Amst. 1778.
M. Heyne, Formulae alliterantes ex antiquis legibus
lingua Frisica conscriptis extractae et cum aliis dialectis comparatae. Halae
1864.
R. Hildebrand, Gesammelte Aufsätze und Vorträge zur
deutschen Philologie und Unterricht. Leipz. 1890. | |
| |
R. Hildebrand, Verzameling van verschillende
taalkundige opstellen van -. 10 stuks, waaronder:
Vom deutschen Sprachunterricht in der Schule u.s.w. Leipz. 1867. -
Beiträge zur Sittengeschichte des Mittelalters. Wien 1865.
S. Hildegardis abbatissae opera omnia. Ed.
C. Daremberg, F.A. de Reuss, accurante J.P.
Migne. Par. 1855.
Historie, regels ende bemerkingen wegens de Nederduytsche Rymkonst.
Antw. (1773).
Hoffmann von Fallersleben, Gesammelte Werke. Lfrg.
37-45. Berl. 1892-93.
P. Cz. Hooft, Warenar met de pot, gewijzigd en
aangevuld ten behoeve van het tooneel onzer dagen, door J.A.
Alberdingk Thijm. Amst. 1881.
D. van Hoogstraten, Gedichten. Amst. 1697.
- De Fabulen van Gabriël Faerno, in Nederduitsch
dicht vertaelt. 's-Gravenh. 1729.
S. van Hoogstraten, Dieryk en Dorothee. 's-Gravenh.
1666.
- De Roomsche Paulina of Bedrogen Kuischheit. Schoonh. 1666.
Const. Huygens, De Gedichten van -. Naar zijn
handschrift uitgegeven door J.A. Worp. II. Gron. 1893.
Jaarzangen aan de Broederschap van de aloude Rhetorijkkamer te Haarlem,
bekend onder de zinspreuk ‘Trouw moet blijken’ 1853, 54,
69-72, 74, 75, 77, 79, 82. Haarlem z.j.
L. Jottrand, Nederduitsche gewrochten van den
Nederlandschen Waal -. Brussel 1872.
Tael-, dicht- en letterkundig Kabinet, bijeengebr. d.G.
Brender a Brandis. 6 dln. Amst. 1781-1784.
D.R. Kamphuyzen, Stichtelijke Rymen. Amst. 1727.
H.H. Klijn, De Driften. Den Haag 1812.
F. Kluge, Etymologisches Wörterbuch der deutschen
Sprache. 5e Aufl. Liefr. 3-5. Strassb. 1892-93.
J.G. Kohl, Reisen in den Niederlanden. 2 Thle.
Leipzig 1850.
V. Kristiansen, Bidrag til en Ordbog over Gadesproget
og saakaldt daglig Tale. Kjøbenh. 1866. | |
| |
A.W. Kroon, Amsterdam in 1672. Amst. 1888.
J. de Kruyff, De Hoop des
Wederziens. 3de druk. Met een voorberigt van H. Tollens Cz.
's-Gravenh. 1851.
A. Kuhn, Ueber Wurzelvariation durch Metathesis. Bonn
1868.
P. Laurenberg, Acerra philologica, dat is: Zeshonderd
nutte en gedenkwaardige geschiedenissen. 2de druk, uitgeg. d.J.
Hajenius. Amst. 1717.
Jacob van Maerlant, Wapene Martijn met de vervolgen.
Uitg. d.E. Verwijs. Dev. 1857.
J.S. Magnin, De voormalige Kloosters in Drenthe,
geschiedkundig beschouwd. Gron. 1835.
J. Maiden, De Wonderen des Alderhoogsten,.… vertoond
in de.… beleegering en verlossing der stad Alkmaar. Leid. 1742.
Jan Mandevijl, De Wonderlyke Reize van - enz. Amst.
(c. 1786).
G.J.J. van Melckebeke, Geschiedkundige Aenteekeningen
rakende de Sint-Jans-Gilde, bijgenaemd ‘De Peoene’. Mech. 1862.
P. Reginbald Möhner, Reise des - in die Niederlande
im Jahre 1651. Herausg. v.P.L. Brunner. Augsb. 1872.
C. Molbech, Dansk Dialect-Lexikon. Ki
obenh. 1841.
A. van der Muelen, De Ketiuigheyt der menschelicker
natueren enz. Ghendt 1576.
W. Müller, Mythologie der deutschen Heldensage.
Heilbr. 1886.
Nederland en de Nederlanders in de XIXde eeuw. Amst.
1857.
J. Nolet de Brauwere van Steeland, Verzameling van
overdrukken, afzonderlijke gedichten enz. van - 42 stuks.
P. Norrenberg, Kölnisches Literaturleben im ersten
Viertel des sechszehnten Jahrhunderts. Mit 3 Beilagen u.s.w. Viersen 1873.
Sedighe Onderwiisen der Creatvren. In Rhijm ghestelt. Antw. 1649.
C.W. Opzoomer, Het Wezen der deugd. Leid. en Amst.
1848.
-, De Weg der wetenschap. Leid. en Amst. 1851.
A. Poirters, Het Heyligh Hof van den Keyser
Theodosius. Yperen 1696.
P. Rabus, Historie van den Oproer, te Amsterdam
voorgevallen.… gestild, sedert den 31sten Jan. 1696. Amst.
1702. | |
| |
R. von Raumer, Geschichte der germanischen Philologie
vorzugsweise in Deutschland. Münch. 1870.
- Gesammelte sprachwissenschaftliche Schriften. Frankf. a/M. 1863.
Reinke de Vos. Herausg. von F. Prien. Halle 1887.
Revue explicative des principes fondamentaux et des beautés de la langue
neerlandaise. Réd. p.D. Snatich. No.
1-2. Brux. 1826.
J.E. Rietz, Svenskt Dialekt-Lexikon. Malmö 1867.
N. de Roever, Het Leven van onze voorouders. Afl. 6,
7. Amst. 1892.
G. Rümelin, Die Berechtigung der Fremdwörter.
Freiburg i/Br. 1887.
J. Russel, Geschied- en oudheidkundige schets der
stad Maastricht. 2 dln. Z.p. 1883-84.
- Geschiedkundige aanteekeningen over de voormalige stad Susteren en het
adelijke Maagden-sticht aldaar. Maastr. 1866.
- De heerlijkheid Geleen, gevolgd door aanteekeningen over de voormalige
heerlijkheid Mheer. Sittard 1861.
- Recherches sur l'origine des noms de quelques endroits du duché de
Limbourg et autres. Maastr. 1865.
A. Rutten, Bijdrage tot een Haspengouwsch Idioticon.
Antw. 1890
Hans Sachs, Werke. Herausg. v.H.
Palm. 2 Thle. Berl. (1884).
W. Scherer, Geschichte der deutschen Litteratur.
Berl. 1883.
- Verzameling van taalkundige opstellen van -. 11 stuks, waaronder:
Die deutsche Spracheinheit. - Der Wasgenstein in der Sage.
W. Schlüter, Die mit dem Suffix ja
gebildeten deutschen Nomina. Götting. 1875.
Historisch Schouwtooneel van 's Waerelds lotgevallen in het jaar 1791.
Haarl. 1792.
- Idem in het jaar 1792. I-III, V, VI. Haarl. 1792.
Th. Siebs, Zur Geschichte der englisch-friesischen
Sprache. I. Halle 1889.
A. Spinniker, Leerzame Zinnebeelden. Haarl. 1714.
J. Starter, Timbre de Cardone. Leeuw. 1618.
- Daraïde. Amst. 1621. | |
| |
F.A. Stoett, Beknopte Middelnederlandsche
Spraakkunst. 2 dln. 's-Gravenh. 1889-90.
J.B. Straatman, Meester Jochem's lotgevallen en
reistogt naar Gheel. Bruss. 1844.
Germanistische Studien. Herausgeg. von K. Bartsch. 2
Thle. Wien 1872-75.
W. van Swaanenburg, De vervrolykende Momus, of
koddige berisper. (No. 1-41: 16 Dec. 1726-22 Sept. 1727).
Amst. 1727.
M. de Swaen, Het Leven en de dood van onsen
Saligmaker Jesus Christus. Rijmkonstig beschreven. 2 dln. Brugge 1767.
(J. van Swol), Margrietje. Amst. 1639.
Tafereel van de Staatsche, Pruissische, Fransche en Oostenrijksche
bezittingen in de tien catholique Nederlandsche Provincien, en
Opper-Gelderland; van het nieuw Belgisch Gemeenebest; van de Belgische
Omwenteling; van het land van Luik, en de Luiksche onlusten. Amst. 1790.
Tafereelen uit het Leven van Jezus. Een handschrift uit de XVde eeuw. Gent 1863.
Uitg. d. Mij. der Vl. Bibliophilen. 3de Rks. No. 8.
T. Tasso, De adellikke Huisvader, met de verklaringen
van Johan Rist. Uit het Hoogd. vert. d.J.
Zoet. Amst. 1658.
I. Teirlinck, Woordenboek van Bargoensch
(Dieventaal). Roesel. 1886.
Tewesken Kinderbehr, dat is vyr nye unde aerdighe Uptoge, daerinne … des
Kramhers Teweschen … Eventheur. Amst. 1719.
L. Tobler, Ueber die Wortzusammensetzung, nebst einem
Anhang über die verstärkenden Zusammensetzungen. Berl. 1868.
Den Laplandschen Tovertrommel. 1731. No. 7-10.
T.P. Tresling, Harddraaverij, een zaamenspraak oppen
24 Augustus holden boeten Draa poorte, ien de Slingerij. Gron. 1837.
J.F. Tuerlinckx, Bijdrage tot een Hagelandsch
Idioticon. Gent 1886.
[J.A. Unzer], De Artz, of Geneesheer in aangenaame
spectatoriaale vertoogen enz. 6 dln. Amst. 1765-1771. | |
| |
[J.A. Unzer], Naleezing van den Artz, of Geneesheer.
4 dln. Amst. 1773-1775.
- Verzaameling van Mengelschriften. 5 dln. Amst. 1767-69.
D.A. Valcooch, Chronijcke van Leeuwenhorn enz. Hoorn
1599.
Von Veith, Vetera Castra mit seinen Umgebungen als
Stützpunkt der römisch-germanischen Kriege im 1en
Jahrhundert v.u.n. Chr. Ber. 1881.
L. van Velthem, Spiegel historiaal, of Rijm-spiegel;
enz., uitg. d. I. le Long. Amst. 1727.
Met aanteekeningen in HS. van W.J.A. Jonckbloet.
Verhaal der reformatie van de abdy van Maegdendale binnen Audenaerde
1468. Uitg. d.D.J. van der Meersch. Gent z.j.
Uitg. d. Mij. der Vl. Bibl. 2e Ser. No. 4.
Verhandlungen der Germanisten zu Frankfurt a/M. 1846. Frankf. a/M.
1847.
- Id. zu Lübeck 1847. Lübeck 1848.
Verslagen v.h. St. Bernulphus-Gilde te Utrecht 1886, 1887, 1888,
1889/90. Z.p.e.j.
R. Visscher, Uitgelezen Brabbeling. (Uitg. d.J.
van Vloten). Amst. 1851.
Vocabularius optimus Gemma vocabulorum merito dictus. Antw. 1511.
Vondel's Werken, uitg. d.J. van
Lennep. Herzien en bijgewerkt door J.H.W. Unger.
XXV-XXVIII. Leid. 1892-93.
S. de Vries, Ses satyrische Wondergesighten, nae den
trant van Quevedoos Spaensche Droomen. Uit de schriften van J.M.
Moscherosch vertaeld. Amst. 1680.
De minnende Vyanden, Waar agter gevoegt zijn eenige staat- en
zedekundige voorbeelden. Amst. 1711.
C. Wachtendorp, Begin der heyliger historien, of
Oudtheydt d. Werelt enz. Amst. 1646.
W. Wackernagel, Voces variae animantium. 2e Ausg.
Basel 1869.
Weekblad voor den zoo genaamden gemeenen man, uitg. door het Dep. Stad
en Lande, behoorende tot de Maatschappij Tot Nut van 't
Algemeen. 3 dln. Gron. 1797-99.
- Tot Nut van 't Algemeen voor het jaar 1801-1804, uitg. door het Dep.
Groningen, behoorende tot de Bataafsche Maatschappij Tot Nut van
't Algemeen. 4 dln. Gron. 1801-1804. | |
| |
Werken der Koninklijke Maatschappij voor vaderlandsche taal- en
letterkunde te Brugge. 5 dln. Brugge 1821-29.
M. Westerman, Gedichten. 4 dln. Amst. 1826-27.
J.C. Weyerman. Den Maagdenburgsche Alchimist, of den
gewaanden Baron van Syberg ontmaskert. Blijspel. Utr. 1783.
- Den Echo des waerelds. Ernstig en vermaakelijk in onrijm en rijm. 2
dln. Amst. 1726-1727.
- De doorzigtige Heremijt. 27 Sept. 1728-28 Febr. 1729.
- De vrolyke Tuchtheer. 4 July-5 Sept. 1729.
- Den Talmud ofte Overzeldzaame Joodsche Vertellingen. 16 Jan.-13 Febr.
1736.
- De naakte Waarheyt 18 Maart-17 Juny 1737. 1-14.
- De snelziende Lynceus. I, II, 1. Amst. 1748-1749.
[G. & E. Wysneus], Het nut der vooroordeelen.
's-Gravenh. 1783.
Woordenlijst voor de spelling der aardrijkskundige namen in Nederland,
samengest. door de Afd. ‘Nederland’ van het Ned. Aardrijksk. Genootschap. Amst.
(1884).
Verzameling geschriften over Zuid-Afrika. 36 stuks, waaronder:
H.F. Jonkman, Mededeelingen over Zuid-Afrika. I.
H.P.N. Muller, Herinneringen uit Afrika. Natal. Amst.
1880.
C.B. Spruyt, Uit Zuid-Afrika. Amst. 1880.
Verslag van het Bestuur der Ned.-Zuid-Afrik. Vereen. over 1886-91.
Verzameling kinderboeken uit het begin der 19de
eeuw. 21 stuks.
Verzameling levensbeschrijvingen van Nederlandsche letterkundigen uit de
19de eeuw. 80 stuks.
Almanak voor Nederlandsche Katholieken 1893. Amst. 1892.
Antwerpsch Archievenblad. XVIII, 4.
Archief v.h. Aartsbisdom Utrecht. XX, 1-3.
Archiv f.d. Studium d. neueren Sprachen und Literaturen. Begr. v.L. Herrig. LXXXIX; XC, 1-3.
Het Belfort. VII, 7-12; VIII, 1-6.
- Id. Bijblad. Philol. Bijdragen. I, 4; II, 1-4.
Bijdragen tot de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. X VIII,
2-3.
Wetenschappelijke Bladen 1891. | |
| |
't Daghet in den Oosten. VIII, 7-12; IX, 1-4.
English Dialect Society No. 66: O.
Heslop, Northumberland Words. A Glossary of Words used in the county of
Northumberland and on the Tyneside. I. Lond. 1892.
- No. 67: J. Wright, A Grammar of
the Dialect of Windhill in the West Riding of Yorkshire. Lond. 1892.
Algemeen Nederlandsch Familieblad. IX, 7-12; X, 1-2.
Indogermanische Forschungen. II, 1-4; Anzeiger. II, 1.
Haagsch Jaarboekje 1893. 's-Gravenh. 1892.
De Katholiek 1892, Aug.-Dec.; 1893, Jan.-Juni.
Het Leeskabinet 1891.
Literaturblatt f. germanische u. romanische Philologie. I, 7-12; X-XIII;
XIV, 1-5.
Loquela. I-XII. Woordenwijzer A-Bo, En-Verijz. Roussel. 1881-92.
Messager des sciences historiques de Belgique 1892, 2-4; 1893, 1.
Le Moyen Age 1892, Juill.-Déc.; 1893; Janv.-Mai.
De Navorscher 1892, 8-12; 1893, 1-6.
Nederlandsch Museum. 4de Rks. II, 2-12.
Oud-Holland. X, 1-4; XI, 1.
Quellen u. Forschungen zur Geschichte d. deutschen Literatur u. Sprache.
LXXI: T.G. Foster, Judith. Studies in metre, language and
style etc.
Revue celtique. XIII, 3-4; XIV, 1-2.
Studiën op wetenschappelijk en letterkundig gebied. XXXIX; XL, 1-4.
Taal en Letteren. II, 4-6; III, 1-3.
Tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde.
I-III.
De Toekomst. 8e Rks. I, 6-12; II, 1-4.
Verein f. niederdeutsche Sprachforschung. Forschungen. VI: K. Seitz, Niederdeutsche Alliterationen. Norden u. Leipz. 1893.
- Jahrbuch. XV-XVII. - Korrespondenzblatt. XIV, XV. - Denkmäler. II:
Gerhard von Minden. Herausg. von W.
Seelmann. Bremen 1878. | |
| |
Volk en Taal. I-V, 5-11.
Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1893. Assen 1892.
Geldersche Volksalmanak 1893. Arnhem 1892.
Groningsche Volksalmanak voor 1893. Gron. 1892.
Volkskunde. I, 9-10; II, 1-3.
Ons Volksleven. I-IV; V, 1.
Dietsche Warande. N. Rks. V, 4-6; VI, 1-3.
Deutsches Wörterbuch von J. und W. Grimm. IV, Abth.
I2, 9; VIII, 10-12; XII, 5.
Woordenboek der Nederlandsche taal door M. de Vries
e.a. III, 2; V, 4-5; 2e Rks., 14.
Zeitschrift f. deutsches Alterthum u. deutsche Litteratur. XXXVI, 2-4;
XXXVII, 1-2.
Zeitschrift f. vergleichende Sprachforschung d. indogermanischen
Sprachen. N.F. XII, 3-4; XIII, 1.
| |
III. Ruiling met binnen- en buitenlandsche
genootschappen.
BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN.
Nederland.
Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Jaarboek 1892.
- Versl. en Meded. Afd. Letterk. 3de Rks. IX, 2-3. -
Verhandel. Afd. Letterk. I, 2: J.J.M. de Groot, Le Code des
Mâhayâna en Chine. Amst. 1893. - Register Versl. en Meded. Afd. Natuurk. 3de Rks. I-IX.
Bibliotheek te Haarlem. Verslag 1891.
Genootschap: ‘De Nederlandsche Leeuw’. Maandblad. IX,
12; X, 1-11; XI, 1-3. - Naamlijst van boeken. - Naamlijst der Leden.
Kon. Aardrijkskundig Genootschap. Tijdschrift. 2de Serie, IX, 4-8; X, 1-3.
Friesch Genootschap v. Geschied-, Oudheid- en
Taalkunde. Verslag 1892. - W.L.v. Helten,
Altostfriesische Grammatik. Leeuw. 1893. | |
| |
Indisch Genootschap. Verslag der Algem. Vergaderingen.
28 Mei 1892-14 Mrt. 1893.
Nederl. Genootschap v. Munt- en Penningkunde.
Statuten.
Provinc. Genootschap v. Kunsten en Wetenschappen in
Noord-Brabant. Zeven bouwkundige afbeeldingen der St.-Janskerk te
's-Hertogenbosch. - Handelingen 1887-91. - Catalogus der Boekerij. 1ste Supplement.
Provinc. Utrechtseh Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen. Verslag der Alg. Vergad. 1892. - Aanteekeningen van het
verhandelde in de Sectievergaderingen 1892.
Teyler's Genootschap. Archives. 2e
Sér. IV, 1. - Atlas penningen. 2de-3de
st.
Instituut voor Doofstommen te Groningen. Verslag Juli
1892.
Koninklijk Instituut v.d. Taal-, Land- en Volkenkunde van
N.-Indië. Bijdragen. 5de Rks., VII, 3-4; VIII,
1-2.
Rotterdamsch Leeskabinet. 34ste
Verslag.
Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
Handelingen en Mededeelingen 1891-92. - Levensberichten 1891-92. - Tijdschrift
voor Nederl. taal- en letterkunde. N.R. III, 3-4; IV, 1-2. - K.
Stallaert, Glossarium van verouderde woorden enz. Afl. 11.
Maatschappij v. Nijverheid. Tijdschrift 1892, 26-28. -
Offic. mededeelingen 1892, 2-4. - Bulletin Kolon. Museum Sept. 1892. - Verslag
der 43ste Algem. Vergadering 1892. - De Nijverheid. I,
1-23.
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Jaarboekje
1892/3. - W.F. Andriessen, Landverhuizing. - F.W. Hudig, Onze marine. - J. Bruinwold
Riedel, Waar blijft ons geld? - A.J.v. Schermbeek, Een
woord over het boschbouwvak. - C.B.E. Enklaar, De
Midden-Europeesche Handelstractaten. - W. Koster, Hoe oud is
de wereld?
Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem.
Archives des sciences exactes et naturelles. XXV, 5; XXVI, 1-5. - Chr. Huygens, Oeuvres complètes. V.
Museum te Alkmaar. Verslag 1892. - Supplem. Catalogus
Prentverzameling.
Museum van Oudheden in Drenthe. Verslag 1892.
Stedelijk Museum te Leiden. Catalogus Supplem. VI.
| |
| |
Selskip f. frysce Tael- in Skriften-kinnisse. Forjit
my net. XXII, 2-4; XXIII, 1. - Swanneblommen 1893.
Nederl. Tooneelverbond. Het Tooneel. XXI, 14-16; XII,
1-16. - Statuten.
Vereeniging t. beoefening van Overijsselsch Regt en
Geschiedenis. 69ste 70ste
Jaarverslag - Aanwinsten Bibliotheek, Archief en Museum 1891.
| |
Nederlandsch-Indië.
Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
Tijdschrift. XXXV, 2-4; XXXVI, 1-2. - Verhandelingen. XLVII, 1: - Notulen.
XXIX, 4; XXX, 1-3. - Nederl.-Indisch Plakkaatboek 1602-1811, uitg. d.J.A.v.d. Chijs. X. Bat. 1892.
| |
België.
Académie d'archéologie de Belgique. Annales. 4e Sér. VI, 2-4; VII, 1-2. - Bulletin. 4e
Sér.; 2e partie IV-VII. - Annuaire 1893.
Koninklijke Vlaamsche Academie. Verslagen 1892,
Mrt.-Mei, Sept.-Dec.; 1893, Jan.-Febr. - Jaarboek. VII (1893). - Jacob van Maerlant, Dit is die Istory van Troyen, uitg. d.
Nap. de Pauw. IV, 3. Gent 1893. - F. de
Potter, Vlaamsche Bibliographie. I. Gent 1893. - Middelnederlandsche
Gedichten en Fragmenten, uitg. d. Nap. de Pauw. I. Gent
1893. - A. Prayon van Zuylen, De Belgische taalwetten
toegelicht. Gent 1892. - O. van Hauwaert, Historisch en
critisch overzicht van het Vlaamsch Tooneel in de XVIIe
eeuw. Gent 1893. - J. Micheels, Prudens van Duyse, zijn
leven en zijne werken. Gent 1893.
Institut archéologique Liégeois. Bulletin. XXII, 1-2.
- Rapport 1891.
Société d'archéologie de Bruxelles. Annales. VI.
Willemsfonds. Jaarboek 1892.
| |
Frankrijk.
Comité flamand de France. Annales. VII, IX, XI,
XIII-XIX.
Société des Antiquaires de la Morinie. Bulletins
161-163. - Table alphab. T. VIII. - Mémoires XXII. - Les Chartes de St. Bertin,
publ. p. le chanoine Haigneré. III, 1. St. Omer 1892.
Société des Antiquaires de Picardie. Bulletin 1891,
2-4; 1892, 1-2.
| |
| |
| |
Duitsche Rijk.
Kön. Bayerische Academie d. Wissenschaften zu München.
Sitzungsberichte 1891, V; 1892, I-IV; 1893, I.
Kön. Preussische Academie der Wissenschaften zu
Berlin. Sitzungsberichte 1892, 1-55 m. Nachr.
Alterthumsgesellschaft ‘Prussia’. Sitzungsberichte
1891-92.
Münchener Alterthumsverein. Zeitschrift. N.F.V.
Kön. Sächsischer Altherthums-Verein. N. Archiv. XIII.
- Jahresber. 1891/92.
Würtemb. Alterthums-Verein. Vierteljahrshefte. N.F. I,
3-4.
Gesammtverein d. Deutschen Geschichts- und
Alterthumsvereine. Korrespondenzbl. 1892, Juli-Dec.; 1893, Jan.-Mai.
Aachener Geschichtsverein. Zeitschrift. XIV.
Bergisches Geschichtsverein. Zeitschrift.
XXVII-XXVIII. - Jahresbericht üb. d. 28ste Vereinsjahr.
Düsseldorfer Geschichtsverein. - Tagebuch des Lieut.
A. Vossen. Düsseld. 1891. - O. Redlich,
Die Anwesenheit Napoleons I in Düsseldorf im J. 1811. Düsseld. 1892.
Gesellschaft f. bildende Kunst und vaterländische
Alterthümer in Emden. Jahrbuch. X, 1.
Gesellschaft f. Pommersche Geschichte u.
Alterthumskunde. Beiträge zur Geschichte d. Stadt Greifswald. IV. - Bau-
und Kunstdenkmäler d. Regierungs-Bezirk Köslin. - Baltische Studien. XLII. -
Jahresbericht. 51-54.
Gesetlschaft f.d. Geschichte
Schleswig-Holstein-Lauenburgs. Zeitschrift XXI.
Histor. Gesellschaft f. die Provinz Posen.
Zeitschrift. IV-VII.
Kön. Gesellschaft der Wissenschaften und d.
Georg-Augusts-Universität zu Göttingen. Nachrichten 1892, 1-16.
Oberlausitzische Gesellschaft. Magazin. LXVIII.
Kön. Sächsische Gesellschaft d. Wissenschaften zu
Leipzig. Berichte Philol.-hist. Classe 1891, II-III; 1892,
I-II.-Abhandlungen. XIII, 4. | |
| |
Schlesische Gesellsch. f. vaterl. Kultur.
Jahresbericht 1892. - Ergänzungsheft. LXIX.
Künstlerverein f. Bremische Geschichte. Jahrbuch.
XVI.
Universität zu Kiel. Akademische Schriften, Reden
u.s.w. - G. Karsten, Porträts v. 22 Professoren d. Kieler
Universität. Kiel 1892. - Chronik 1890-92.
Verein f. Geschichte d. Mark Brandenburg. Märkische
Forschungen. V, 1-2.
Verein f. Hessische Geschichte u. Landeskunde.
Zeitschrift. N.F. XVI-XVII. - Mittheilungen. 1890-91.
Verein f. Geschichts- und Alterthumsk. zu Kahla u.
Roda. Mittheilungen. IV, 3.
Verein f. Geschichte und Alterthum zu Lübeck.
Zeitschrift. VI, 3. - Mittheilungen. V, 2-10. - Bericht üb. 1890-91.
Verein f. Mecklenbürg. Geschichte und Alterthum.
Jährbücher und Jahresbericht. LVII.
Verein f.d. Geschichte d. Stadt Meiszen.
Mittheilungen. III, 1-2. - Verzeichn. zu Bd. II.
Verein f. Nassauische Alterthumsk. Annalen. XXIV-XXV.
- A. Schlieben, Das Schwein in der Kulturgeschichte.
Wiesbaden (1893).
Verein f. Oberhessische Geschichte und Landeskunde.
Mittheilungen Bd. III.
Verein f. Kunst u. Alterthum in Oberschwaben.
Mittheilungen. 1891, 3. - R. Kapff, Deutsche Vornamen mit
den von ihnen abstammenden Geschlechtsnamen, sprachlich erläutert. Ulm
1889.
Verein v. Alterthumsfreunden im Rheinlande. Jahrbuch.
XCII-XCIII.
Verein f. Geschichte u. Alterthum Schlesiens.
Zeitschrift. XXVI-XXVII.
Verein f. Thüringische Geschichte u. Alterthumsk.
Zeitschrift. VIII, 1-2; Thüringische Geschichtsquellen. N.F. II, 2.
Verein f. Geschichte u. Alterthum Westphalens.
Zeitschrift. L.
Histor. Verein f.d. Groszherzogthum Hessen.
Quartalblätter 1892 (I, 5-8).
Histor. Verein f. Niederbayern. Verhandlungen.
XXXVIII.
Histor. Verein f.d. Niederrhein. Annalen. LIV-LV.
Histor. Verein f. Niedersachsen. Zeitschrift 1892.
| |
| |
Histor. Verein f. Oberbayern. Archiv. XLVII.
Histor. Verein f.d. Oberpfalz. Register zu
Verhandlungen I-XL.
Histor. Verein zu Osnabrück. Mittheilungen. XVII.
Histor. Verein f. Schwaben und Neuburg. Zeitschrift.
XIX.
Histor.-philosophischer Verein in Heidelberg. N.
Jahrbücher. II, 2; III, 1.
Kirchl.-histor. Verein f. Geschichte d. Èrzdiöeese
Freiburg. Freiburger Diöcesan-Archiv. XXIII.
Histor.-litterar. Zweigverein des Vogesen-Clubs.
Jahrbuch. VIII.
| |
Zwitserland.
Antiquarische Gesellschaft in Zürich. Mittheilungen.
LVII.
Société d'histoire de la Suisse Romande. Mélanges. 2e
Série. IV, 1.
Verein f.d. Geschichte des Bodensee's. Schriften.
XXI.
Histor. Verein der fünf Orte, Uri, Schwyz, Unterwalden
u.s.w. Der Geschichtsfreund. XLVII.
| |
Oostenrijk.
Academie der Wissenschaften zu Wien. Sitzungsber.
Philos.-hist. Cl. CXXIV-CXXVI. - Register zu CXI-CXX.
Ferdinandeum f. Tirol u. Vorarlberg. Zeitschrift. 3e
F. XXXVI.
K.K. Geograph. Gesellschaft in Wien. Mittheilungen
1891.
K.K. Mähr. Schles. Gesellschaft. z. Beförd. d. Ackerbaues,
d. Natur- u. Landesk. Mittheilungen 1891.
Institut f. österr. Geschichtsforschung.
Mittheilungen. XIII, 4; XIV, 1-2.
Museum Carolino-Augusteum. Jahresbericht 1891.
Museum Francisco-Carolinum. 50er
Bericht.
Verein f. Geschichte d. Deutschen in Böhmen.
Mittheilungen. XXIX-XXX.
Verein f. Siebenbürgische Landeskunde. Jahresbericht
1891. - Archiv N.F. XXIV, 1-2.
| |
Rusland.
Gelehrte Estnische Gesellschaft in Dorpat.
Sitzungsberichte 1892. - Verhandlungen. XVI, 2.
Litauisch-Litterarische Gesellschaft. Mittheilungen.
XVII, 5.
Gesellschaft f. Geschichte und Alterthumskunde d.
Ostseeprovinzen. Sitzungsberichte 1891-92. Mittheilungen. XV, 1.
| |
| |
| |
Denemarken.
Nordiska Museet. Samfund f. Nord. Mus. främjande.
1890.- Meddelanden. Afbildn. af føremål i Nord. Mus. 4-5: Svensk Byar och gärd,
6-7: Spetsar. - Minnen från Nord. Mus. II, 3-4.
Kgl. Nordiske Oldskriftselskab. Mémoires 1891, vel
4-9. - Aarbøger. 2e R. VII, 3-4. - Nordiske Fortidsminder. Heft 2.
| |
Zweden en Noorwegen.
Kgl. Vitterhets Historie och Antiquitets Akademie.
Tidskrift. VIII, 1-2. - Månadsblad. XI-XIV, XIX.
Svenska Fornskrift-Sällskapet. Samlinger. Häft 85-89,
92-95, 98-100, 103 (K.F. Söderwall, Ordbok öfver Svenska
Medeltids-språket. Häft 1-13); Häft 90, 91, 96, 97, 101, 102. 104. (8o.).
Landsmålsföreningarna i Upsala, Helsingfors ock Lund.
Nyare Bidrag till kännedom om de svenska landsmålen. 1882, A-C; 1883, A-B;
1884, A-E; 1885, A-D; 1886, A-C; 1887, A-D; 1888, A-D; 1889, A-D; 1890, A-B;
1891, A-C; 1892, A-C.
Språkvetenskapliga Sällskapet i Upsala. Förhandlinger.
Sept. 1892-Maj 1885; Sept. 1885-Maj 1888; Sept. 1888-Maj 1891.
Literaturhistoriske Seminariet i Lund. Meddelanden. I,
II.
Humanistiska Vetenskapssamfundet i Upsala. Skrifter.
I, II, 1. - Katalog öfver Upsala Univ. Bibl. fornisländska och fornnorska Hskr.
af V. Gödel. - Forteckning å källor till Landskapet Uplands
och Stockholms Stads hist.-topogr. Beskrifning af L.
Bygdén.
| |
Italië.
Accademia dei Lincei. Rendiconti. 5a Ser. I, 4-12; II,
1-2.
| |
Engeland.
Manchester Literary Philosophical Society.
Proceedings. 4th Ser. V, 1-2.
| |
Amerika.
Smithsonian Institution. Annual Report 1889, II; 1890,
I.
New-York State Library. University Extension. No. 2-4. - Bulletin, legislation. No. 3.
American Philosophical Society. Proceedings. No. 136-138.-List of surviving members 1892.
|
|