| |
| |
| |
Bijlage IV.
Verslag van den Penningmeester, de Heer D. Hartevelt.
Zou ooit een schatbeheerder, al was het die van den grooten Mogol, er aan hebben durven denken, dat zijn rekening en verantwoording zou worden nageplozen en goedgekeurd door mannen wier wetenschap, rekenkunst en kennis in den hemel en op de aarde de juiste plaats der dingen aanwijst en bepaalt? En toch is ons zulk een eer te beurt gevallen.
De Sterrekundige, wiens berekeningen over eeuwigheden en eindeloosheden loopen, die waarnemingen te doen heeft, waartoe met tusschenruimten van jaren slechts eenige seconden gelegenheid bestaat, de geleerde, die door zijn geestige schets van den congresman met zijne onmiskenbare congrestalenten, ook de gevaren, aan coöperatie verbonden, toont te kennen, heeft zijne medewerking verleend aan den historicus-numismaticus, wiens wetenschap zóó heel ver boven de dubbeltjeswaarde onzer finantiën reikt, dat onze Maatschappij in 't algemeen, en de penningmeester in 't bijzonder; er roem op mogen dragen, dat het financieel beheer over 1890/1, door zulke mannen is geverifieerd.
Het treft, dat nu juist onze finantieele toestand in een stadium verkeert van rustige rust. Geen zorgen, geen | |
| |
angsten, geen catalogus, geen te korten kwellen noch dreigen ons. De grootste moeilijkheid die zich in dit jaar heeft voorgedaan, bestond in een tijd- en porto-roovend heen en weer zenden van eenige kwijtingen voor de vaste jaarlijksche bijdragen, en het gansch onbetaald blijven van enkele. Het bestuur heeft genadiglijk besloten de toepassing van Art. 15 der wet op die enkelen alsnog niet voor te stellen. Den op recidive belusten, hangt nu dit zwaard boven het hoofd, wij hopen dat zij het zullen afwenden door zich naar den regel te voegen in welwillende coöperatie met den penningmeester, voor wien deze medewerking onontbeerlijk is om tijdig te kunnen voldoen aan de geldelijke verplichtingen onzer Maatschappij.
Volgens den leest waarop onze Maatschappij is geschoeid, bedragen hare inkomsten omtrent ƒ 3600.-, en daarvan de contributiën ongeveer ƒ 3300.-, de andere ƒ 300.- komen van den Catalogus en renten van Effecten, Legaten en Prolongatiën. De gewone uitgaven beloopen omtrent ƒ 2700.-. Het verschil in meer der ontvangsten verdwijnt in de Bibliotheek.
Die Bibliotheek is een ware Gargantua. Zij slikt alles op, en hapt steeds naar meer. Behalve ƒ 671.40 voor haar uit de gewone rekening van het afgesloten jaar, nam zij als een toegiftje ƒ 2132.- van het de Fremery-fonds, dat is te zamen ruim ƒ 2800.-. Van indigestie geen spoor. Zij is nog lang niet aan het dessert; nog pas vond zij op haar menu een nieuwe spijs, in den catalogus der Bibliotheek van wijlen Ds. Sepp, en keurige gerechten zijn weder voor haar in aantocht. Zal zij niet eindelijk de rekbaarheid van haar ingewand overspannen? Niet waarschijnlijk, het is voor uitlegging vatbaar, en tegen den tijd dat een Supplement-Catalogus zal noo- | |
| |
dig zijn, gaan wij daarvoor sparen. Al is er geen lid onzer Maatschappij in wiens hoofd al die wijsheid is gevaren, toch kunnen alle leden met recht zeggen: ‘wij hebben er de boeken van’. Dit is alleen wel de jaarlijksche contributie waard en geeft iets raadselachtigs aan het geval, dat eenige leden in het afgesloten jaar het lidmaatschap hebben opgezegd; maar daar zijn meer dingen in den hemel en op de aarde dan waar onze wijsheid van droomt, immers de kas sluit met een batig saldo van ƒ 449.62.
Dit is echter niet gansch als kasgeld te beschouwen. Het is U reeds in de vorige algemeene vergadering bekend gemaakt, dat wijlen Mr. H. Vollenhoven ƒ 1000.- legateerde aan onze Maatschappij. Die som is in 1890 uitbetaald en evenals de legaten Buma en Verbrugge afzonderlijk belegd in 3 pCt. Nat. Werk. Schuld tegen den koers van 92 3/4 pCt., zoodat daarop nog ƒ 72.50 overschot, die aangevuld uit de renten, zullen dienen tot aankoop van nog ƒ 100.- nominaal 3 pCt.
Met de schenking van den heer De Fremery is naar hare bestemming gehandeld. Zooals ik zeide, heeft de Bibliotheek-Commissie daarvan reeds ƒ 2132.- besteed en met de resteerende ƒ 368.- is zij volstrekt niet verlegen, al legt zij er zich op toe, met die zoo edelmoedig geschonken middelen, juist zulke werken aan te schaffen, die niet alle dagen onder het bereik van alle koopers vallen. Aan de uit dat fonds aangekochte boeken is een bijzonder kenteeken gegeven, en wanneer ze alle in een voegzaam kleed zullen gestoken zijn, zullen zij gezamenlijk door een fronton gedekt worden, waarin de naam van den milden schenker zal prijken. De van dat fonds afzonderlijk gehouden rekening is mede door uwe gecommitteerden nagezien en goedgekeurd.
| |
| |
Hiermede heb ik alles verteld wat over de rekening der Maatschappij te zeggen is. Wanneer ik nu nog zal hebben medegedeeld, dat het Fonds der Maatschappij aanwijst een onaantastbaar kapitaal 2 1/2 pCt. op het Grootboek der Nationale Schuld, nominaal ƒ 13900.-, een saldo renten rekening van ƒ 57.76 en een saldo vlottend kapitaal van ƒ 1657.02, dan heb ik niets meer te openbaren.
| |
| |
| |
Rekening. Dienstjaar 1890-91.
Ontvangsten.
Saldo vorige Rekening | | ƒ 2530,- |
Renten, van: | | |
Effecten | ƒ 18,- | |
Legaat Buma | ƒ 5,94 | |
Legaat Verbrugge | ƒ 32,66 | |
Legaat Vollenhoven | ƒ 14,85 | |
Prolongatie Leidsche Bank | ƒ 129,71 | ƒ 201,16 |
| ___ | |
Contributiën | | ƒ 3344,- |
Catalogus aan Leden | ƒ 180,- | |
Catalogus verantwoord door de firma E.J. Brill tot einde 1890 | ƒ 29,26 | ƒ 209,26 |
| ___ | |
Maaltijd 17 Leden uit Leiden | ƒ 68,- | |
Maaltijd 33 Leden van elders | ƒ 66,- | ƒ 134,- |
| ___ | |
Buitengewone Ontvangst: | | |
Legaat Mr. H. Vollenhoven | | ƒ 1000,- |
| | ___ |
| | ƒ 7418,42 |
| | ___ |
| | ___ |
| |
Uitgaven.
Overgebracht op afzonderlijke reke- | | |
ning: Geschenk J. de Fremery | | ƒ 2500,- |
Drukwerk | | ƒ 1204,80 |
Subsidie Histor. Commissie | ƒ 25,- | |
Subsidie Centr. Verz. bureau | ƒ 35,- | |
Subsidie Tijdschr. Onze Volkstaal | ƒ 50,- | ƒ 110,- |
| ___ | |
Boekerij, Aankoop | ƒ 566,32 | |
Boekerij, Bindwerk | ƒ 76,95 | |
Boekerij, Assurantie | ƒ 28,13 | ƒ 671,40 |
| ___ | |
Lokaalhuur, vuur en licht | | ƒ 109,15 |
Vergaderkosten | | ƒ 77,60 |
Maaltijd | | ƒ 378,30 |
Salarissen | | ƒ 700,15 |
Schrijfloonen | | ƒ 75,99 |
Algemeene onkosten | | ƒ 187,28 |
Buitengewone Uitgaven | | |
Een Eerediploma | ƒ 2005 | |
Aankoop ƒ 1000.- nominaal 3 % le- | | |
gaat Mr. H. Vollenhoven ƒ 927.50 | | |
en ƒ 6.58 renten | ƒ 934,08 | ƒ 954,13 |
| | ___ |
Saldo op N./Rg. | | ƒ 449,62 |
| | ___ |
| | ƒ 7418,42 |
| | ___ |
| | ___ |
Aldus opgemaakt door den Penningmeester,
Leiden, April 1891. D. Hartevelt.
Gezien en goedgekeurd door het Bestuur in de vergadering van 28 April 1891.
Fockema Andreae, Voorzitter.
J.G.R. Acquoy.
Gezien door Gecommitteerden en goedgekeurd den 29sten April 1891.
H.G. van den Sande Bakhuyzen.
Th. M. Roest.
|
|