Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1885

IX.

Uit het dubbeltal voor Penningmeester, bestaande uit den aftredenden titularis, den Heer D. Hartevelt, en den Heer Th. M. Roest, wordt gekozen de Heer Hartevelt, die zich deze herbenoeming laat welgevallen.

[p. 110]

Daar de beschrijvingsbrief hiermede is afgehandeld, vraagt de Voorzitter, of één der Leden nog iets op te merken, mede te deelen of voor te stellen heeft.

De Heer Campbell betuigt den Voorzitter den dank der vergadering voor de uitnemende en aangename wijze, waarop hij deze bijeenkomst heeft geleid.

Daarna vraagt de Heer Vorsterman van Oyen het woord tot eene opmerking over de thans gebruikelijke spelling der eigennamen, wat betreft de voorzetsels of lidwoorden die deze namen voorafgaan, waartoe de candidatenlijst hem aanleiding geeft. Hij heeft tegen deze spelling groote bezwaren, daar zij volgens hem aanleiding kan geven tot verwarring en tot groote moeilijkheden bij bibliographische en genealogische navorschingen.

Na eenige opmerkingen hieromtrent door den Heer Tiele, wordt het woord gevraagd door den Heer Frederiks, die, naar aanleiding van het thans voltooide 1^e Deel van het Middelnederlandsch Woordenboek, hulde brengt aan den bewerker Prof. Verdam en de hoop uit, dat het hem moge gegeven zijn, dit belangrijke werk gelukkig ten einde te brengen. De Vergadering betuigt hare instemming hiermede.

Daarna dankt de Voorzitter den Heer Beets en al de aanwezige Leden voor hunne tegenwoordigheid en sluit de Vergadering.