Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1879
(1879)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 47]
| |
Verslag der Commissie voor Geschiedenis en Oudheidkunde.De werkzaamheden der Commissie voor Geschiedenis en Oudheidkunde werden geregeld gedurende de maanden October tot Mei op de maandelijksche vergaderingen voortgezet. Al de leden leverden bij verschillende gelegenheden hunne bijdragen of deelden in het bespreken der vraagstukken. Beredeneerde adviezen werden gegeven, omtrent aan het oordeel der Commissie onderworpen voorstellen, als van het lid Fred. Muller omtrent de uitgave eener Nederlandsche bibliographie en over eene studie van den heer Sautijn Kluyt omtrent het Journal de la Haye. Uitvoerig werden de plannen besproken tot aanvulling van het Album Studiosorum uit verschillende gegevens, die nog ongebruikt bleven, als de acten van den Academischen Senaat, de registers van het Staten-college, de bundels Theses, door verschillende promovendi bij promotiën verdedigd, en de crimineele sententiën. De heer Du Rieu verklaarde zich voor deze taak bereid, en Dr. Fruin heeft reeds het eerste deel der acten van den senaat, van 1575-1594, bewerkt. Wat dit werk belooft, blijkt uit het resultaat dat er onder de 2000 | |
[pagina 48]
| |
studenten, die gedurende die jaren zijn ingeschreven, slechts 90 voorkomen, welke promoveerden, waarvan 32 in het Album Studiosorum niet worden gevonden. Ook aan een ander werk, het supplement van het repertorium voor geschiedenis, zal de hand worden gelegd, opdat dit ongeveer in het jaar 1880 zal kunnen verschijnen. Verschillende vraagpunten werden op de vergaderingen besproken. De heeren Elsevier, Du Rieu en Fruin handelden over het geslachtsregister van de familie Moons of Moens, in verband met de bekende bijzit van Valdez. Door den heer Elsevier werd bericht, dat een Engelsch lid der familie deze zaak had onderzocht en tot het besluit was gekomen, dat Magdalena Moons driemaal gehuwd was, eerst met Jan Cues of Valdez, vervolgens met Jhr. Willem de Bye, ten derden met Jhr. Jurriaan van Lennep. Verdere nasporingen leerden den heer Fruin, dat Jan Cues niet identiek is met Valdez, hij was een burger van Vilvoorde. Het betoog van den heer Fruin over dit onderwerp volgt hierachter, onder de Mededeelingen. De heeren Du Rieu en Pleyte vertoonden en bespraken verschillende weefsels uit Vlaanderen van de vorige eeuw, o.a. tafellakens, waarin verschillende voorstellingen waren geweven. De heer Acquoy sprak over een zeldzaam werkje van Herman Modet van 1567, waarvan hij een exemplaar uit de bibliotheek van Gent had ontvangen, handelende over den tijd van den Beeldenstorm. Insgelijks over een gedicht op de pestziekte te Leiden van 1635, dat achter De gouden trompet van Andries 1644 was afgedrukt. Dr. Sepp zette zijne mededeelingen voort omtrent de Nederlanders, die aan buitenlandsche hoogescholen gedo- | |
[pagina 49]
| |
ceerd hebben; hij handelde over de academie van Marburg, waar 11 Nederlanders onderwijs hebben gegeven. Ook sprak hij over eene vertaling van de werken van Melanchton met een fransche voorrede van Calvijn. Van deze voorrede was ook een hollandsche vertaling verschenen, die thans te Hamburg bewaard wordt en onlangs in het Corpus Reformatorum was uitgegeven. Nog deelde hij mede, dat uit de brieven van Uytenbogaerd van 10 en 13 December 1625 bleek, dat de Palamedes van Vondel eerst zonder naam was uitgekomen. De Heer Pleyte handelde over de zoogenaamde Lex Chamavorum, in het derde Capitularium vervat. Hij toonde aan, dat de titel Ad Amorem, Amorland beteekent, dat de wet gemaakt is voor een sedert korten tijd aan het rijk der Franken getrokken gebied, niet voor Saksen en Friezen. Voor deze beiden worden uitzonderingen gemaakt. Mosagou zal een andere streek dan Limburg moeten beduiden, het hart van Frankenland, vermoedelijk Maasland bij Rotterdam of de streek tusschen de Gouwe en Delfland. Hij achtte het niet waarschijnlijk, dat met Amorland Eemland bedoeld is, maar vermoedelijk het oude Holtland. Dr. W. Pleyte, Secretaris. |
|