III.
Door voortdurende ongesteldheid van den Penningmeester had de rekening en verantwoording aan het Bestuur en de goedkeuring der rekening door de maandelijksche vergadering niet kunnen plaats hebben. Ook nu is de Penningmeester verhinderd, de vergadering bij te wonen. De Voorzitter vraagt daarom de vergunning der Vergadering, de overlegging der rekening en verantwoording in eene der volgende maandelijksche vergaderingen te doen plaats hebben. Deze vergunning wordt zonder discussie verleend.