Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1876
(1876)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 30]
| |
Verslag van den Staat van de Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het jaar 1875-1876.M.M.H.H.
Toen ik in het vorig jaar in uwe Vergadering verslag uitbracht over den staat van onze boekerij, kon ik eindigen met het verblijdend bericht, dat de plannen tot uitbreiding van de Academische Bibliotheek waren goedgekeurd, zoodat wij op een niet zeer ver verwijderd tijdstip de verplaatsing van onzen boekenschat mochten verwachten. Welnu, die plannen zijn grootendeels uitgevoerd. Het gebouw, dat werd opgetrokken nevens de Bibliotheek, en onmiddellijk daaraan is verbonden, staat reeds uitwendig voltooid. Straks zullen de kasten worden getimmerd, en wanneer alles is afgewerkt, behoorlijk geverfd en genoegzaam droog, kunnen in den zomer van het volgend jaar onze boeken worden overgebracht. Ik noodig u uit, na afloop onzer vergadering, het gebouw in oogenschouw te nemen, ten einde u te overtuigen, dat onze boekerij daar uitnemend geherbergd zal zijn. Nu wij zoover gevorderd waren, kon er worden onderhandeld over de voorwaarden, waarop wij onze boekerij zouden overbrengen, en over eene nieuwe regeling be- | |
[pagina 31]
| |
treffende het ontvangen, uitleenen en verder onderhouden der boeken. Er werden verschillende conferentiën gehouden door eene commissie uit het Bestuur, bestaande uit de H.H. Fruin en Kuenen, met den Bibliothecaris van de Academische Bibliotheek, waaraan ook door den ondergeteekende werd deelgenomen. De uitslag onzer samensprekingen, waaraan de Maandelijksche vergadering haar zegel heeft gehecht, zal straks worden medegedeeld en aan uwe goedkeuring onderworpen. Nadat voor een paar jaren besloten was tot het uitgeven van een nieuwen catalogus, werden de boeken, die sedert de jaarvergadering van 1874 inkwamen, afzonderlijk gecatalogiseerd, terwijl ik intusschen, gelijk u bekend is, alles voor het drukken in gereedheid begon te brengen. In het vorig jaar kon u reeds een proefblad worden getoond, terwijl vele leden verklaarden terstond na de uitgave een exemplaar te willen ontvangen. Mogelijk heeft het u verwonderd, sedert omtrent deze zaak niets naders te hebben vernomen. Weet, dat het Bestuur het bij nader inzien wenschelijk heeft geacht, den catalogus der boeken eerst af te sluiten op het oogenblik dat onze boekerij, met het begin van 1876, wordt overgedragen aan de administratie van de Academische bibliotheek. Al wat dus sedert Mei 1874 is ingekomen zal nog een plaats vinden in den catalogus. Onderwijl kon reeds een begin worden gemaakt met het in gereedheid brengen van den catalogus onzer handschriften, die volgens een vroeger plan het laatst zou verschijnen. Indien er niets in den weg komt, en er tegen de uitgave geene overwegende bezwaren bestaan, zal deze nog dit jaar ter perse worden gelegd en vóór de volgende vergadering in uwe handen zijn. De handschriften, waarvoor op de Academische Bibliotheek afzonderlijke gesloten kasten zijn aan- | |
[pagina 32]
| |
gewezen, worden reeds bij gedeelten overgebracht, en zullen binnen een paar maanden aldaar allen goed geborgen zijn. Dit is het voornaamste wat ik u heb mede te deelen. Laat ik er nog het volgende aan toevoegen. Volgens besluit van de laatste vergadering is onze verzameling van zegels in het najaar naar het Rijksarchief overgebracht, waar zij dankbaar werd ontvangen en veel beter geplaatst is. Wij bezitten nu nog eenige penningen, medailles en curiosa, die met een paar bustes en enkele schilderijen mijns inziens het best bewaard zouden zijn in de tegenwoordige leeszaal, die dan tevens tot berging van het Archief en van het Magazijn onzer werken kan worden bestemd tenzij hiervoor elders misschien een betere bergplaats mocht worden gevonden. De boekenlijst, die hierachter volgt, zal u doen zien, dat onze bibliotheek wederom belangrijk is uitgebreid. Bij het aankoopen hebben wij vooral getracht de leemten aan te vullen, die bij de bewerking van den catalogus duidelijk aan het licht waren gekomen. Aan geschenken heeft het ons evenmin ontbroken. Als naar gewoonte voeg ik aan mijn verslag eene naamlijst van milde gevers toe. Ik noem hier alleen den naam van Dr. Wap. Ofschoon zijn kostelijk geschenk eerst dezer dagen ons werd aangeboden, hoop ik den inventaris ervan nog aan dit verslag te kunnen toevoegen. Terwijl ik het overbodig heb geacht thans de handschriften te vermelden, die in dit jaar werden gecatalogiseerd, meen ik u hier toch te moeten berichten, dat ons medelid James de Fremery onze verzameling heeft verrijkt met al de geschriften van wijlen zijn overgrootvader, Mr. H. Nederburgh, raad en pensionaris van Rotterdam. Het verheugt mij hierbij te kunnen voegen, dat wij op de jongste veiling van handschriften te Utrecht een vijftal belangrijke | |
[pagina 33]
| |
stukken hebben gekocht. Onze verzameling is daardoor verrijkt met eene instructie door Antonio Marganetti gezonden aan Hooft voor zijne reis door Italië; met eene zeer eigenaardige bewerking van het Leven van Jezus uit de 15de eeuw, en een om den inhoud niet minder belangrijk Getijdeboek; met eene vertaling van 1461 van het Bonum universale de apibus van Thomas Cantipratensis, bekend onder den naam van het Biënboek, en met eene keurige bijbelvertaling, die om hare oudheid en volledigheid bijzonder de aandacht verdient. Van onze Bibliotheek is weder druk gebruik gemaakt. Er werden in het afgeloopen jaar meer dan duizend werken uitgeleend, en wel aan 59 personen binnen deze stad en 43 daar buiten. Gij ziet dat die cijfers weder hooger zijn dan in het vorig jaar. En wij mogen vertrouwen met den schat, die onze Maatschappij gedurende een eeuw heeft bijeengebracht, nog veel meer nut te zullen doen voor de beoefening van Letterkunde en Geschiedenis, wanneer onze boeken op de Academische Bibliotheek dagelijks gebruikt kunnen worden. Weldra zullen wij ontheven zijn van de huur, die voor de tegenwoordige bibliotheek vertrekken moet worden betaald. Kunnen wij dan over ruimer geldmiddelen beschikken, laat ons die besteden tot uitbreiding van onze kostbare verzameling, op breeder schaal dan tot dusverre geschieden kon. | |
Lijst der bijgekomen boeken.Almanach de la province de Limbourg pour l'année 1818, 1821. Maastricht.
Dichtkundige Almanach, of keur van heldenbrieven, vertelsels, theatrale en andere dichtstukjes. Amst. 1778, '88, '90, '91. 24o.
| |
[pagina 34]
| |
Almanach voor jonge heeren en juffers. Voor het jaar 1792. Amst. 24o.
Almanach voor het verstand en hart, voor 1801-6, '8. Amst. 24o.
(Almanak). Bloemen op het outer van 't vaderland, der deugd en den gratiën. Een leerzame en vermakelijke Almanak voor den jaare 1793. Amst. 24o.
(Almanak). Sentimenteele tijdwijzer voor het jaar 1794. Met pl. Amst. 24o.
(Almanak). van vernuft en smaak, voor het jaar 1793. Amst. 24o.
(Almanak). De nieuwe vaderlandsche Almanach voor 1780, '85. Amst. 24o.
(Almanak). Vriendelijke nieuwe-jaars-giften en gemakkelyke prinselyke zak-Almanach. Amst. 1748, '57. 24o.
Praktische volks-Almanak. Jaarboekje ter verspreiding van kennis der toegepaste wetenschappen, enz. Uitgeg. onder redactie van D. Lubach en W.M. Logeman. Jaarg. 1854-1863. Haarlem.
Geillustreerde Almanak. Onder redactie van W. van de Poll. Jaarg. 1859-1866. Leyden.
Nederlandsche volks-Almanak voor 1859. Uitgeg. door A.J. de Bull. Amst. 1859.
S. Ampzing, Catoos koppel-dichten van de seden, vertaeld en berijmd. Haerlem 1632. 4o.
I.G.D. Arnold, Der Pfingstmontag. Lustspiel in Straszburger Mundart. Neue Ausg. mit Einl. von L. Spach. Straszburg 1874.
B.B. De wonderlijke vryagien en rampzaalige doch blyeyndige trouwgevallen van deze tijdt, tusschen Arantus en Rosemondt, Granadus en Cielinde, Coredon en Leliana; Tierandus en Leonora, Herkelus en Narsise. Voorgevalle in Hollandt. Met pl. Amst. 1668.
J. d. B. De historie van Madelgijs, zijnde eene inleiding tot de Geschiedenis der vier Heemskinderen. Naar het Nederlandsche volksboek bewerkt, en met de vereischte wijzigingen nader aan haren oorsprong gebracht. Uitgeg. door I.A. Alberdingk Thijm. Amst. 1861.
Th. v. B. Gedachten over den hoogmoed enz., in 't hoogduitsch beschreven en nu overgezet. Amst. 1770.
| |
[pagina 35]
| |
Fr. Baader, Sagen des Neckarthals, der Bergstrasze und des Odenwaldes. Aus dem Munde des volkes und der Dichter gesammelt. Mannheim 1843.
H. Babucke, Wilhelm Gnapheus, ein Lehrer aus dem Reformationszeitalter. Lobspruch der stadt Emden und ganz Ortfrieslands, nach der Originalausg. von 1557 aus dem Latein übersetzt and mit einer Einl. versehen. Mit 2 Karten Ostfrieslands von 1566 und 1579. Emden 1875.
L. de Backer, Etudes Neerlandaises (Vondel. La femme dans les poèmes Néerlandais. Nova Zembla). Paris 1873.
L. de Backer, Histoire de la littérature Neerlandaise, depuis les temps les plus reculés jusqu'a Vondel. Louvain 1872.
Bagchus op zijn' troon, of de nuttigheid des wijns in zijn' aart en eygenschap. Uyt de Grieksche, Latynsche en Fransche historiën opgeheldert. Leiden 1715.
Bayard et Vanderburch, Le gamin de Paris. Comédie Vaudeville. Amst. 1836.
Ysbr. Balkius, Het cleyn-mostert-zaet, d.i. de laetste predikatie ao 1567 den 9 Apr. ende wederom die naestlaetste predicatie den 18 Aug. ao 1585 binnen Antwerpen ghedaen, enz. Amst. 1590.
K. Bartoch, Chrestomathie de l'ancien Français (VIII-XV siècles), accompagnée d'une grammaire et d'un glossaire. 3me Edit. Leipzig 1875.
T.M. de Beer, Bibliotheek van buitenlandsche schrijvers. Maassluis (1875). No. 1. Goethe's Götz von Berlichingen, met aant. en toel.
T.M. de Beer, Van Westminster naar het Binnenhof. Blikken in het innerlijk leven van Engeland en Nederland, enz. Maassluis 1875.
I.C.C. den Beer Poortugael, De krijgsgeschiedenis der ouden, benevens hunne voornaamste veldslagen, en het belangrijke uit de veldtogten van Alexander den Grooten, Hannibal en Cesar. Breda, 1859.
I.C.C. den Beer Poortugael, Duitschland's legeraanvoering in 1870. Breda 1871.
I.C.C. den Beer Poortugael, Neerland's belang bij de Conferentiën te Brussel en St. Petersburg in 1874-1875. Breda 1875.
I.C.C. den Beer Poortugael, Het oorlogsrecht. Breda 1872.
| |
[pagina 36]
| |
I.C.C. den Beer Poortugael, Neerland's legervorming bij vermeerdering van militie. 's Gravenh. 1867.
J.J.W. Beintema van Peima, Tabacologia ofte korte verhandelinge over de tabak, desselvs deugd, gebruyk ende kennisse, enz. 's Gravenh. 1690.
E. Bekker, wed. A. Wolff, Proeve over de opvoeding, aan de Nederlandsche moeders. Amst. en 's Gravenh. 1779.
Ah. van den Berg, Leerreden ter gedachtenisse van L. Serrurier. Arnhem 1789.
Is. van den Berg, Het gestoffeerde winkel en luyfenbanquet, dienstig voor alle winkeliers die eenige rymen voor luyfen, deuren of in pak-papieren willen zetten, enz. Koddig gerymt. Amst. 1693.
L.Ph.C. van den Bergh, Intendit tegen Johan van Oldenbarnevelt, naar het oorspronkelijke in het Rijksarchief met eenige bewijsstukken. 's Gravenh. 1875.
L.Ph.C. van den Bergh, Het proces van Oldenbarnevelt getoetst aan de wet. 's Gravenh. 1876.
J.T. Bergman, Catalogue de la Bibliothèque Wallonne, déposée a Leide. Leide 1875.
F.W. Bergmann, Strassburger Volksgespräche in ihrer mundart vorgetragen, und in sprachl., literar. und sittengeschichtlicher hinsicht erläutert. Strassb. 1873.
Bernhardt, Der Artikel im Gotischen. Programm des Gymnasiums zu Erfurt. Erfurt 1874.
H.J. Betz, Levensschets van Baruch de Spinoza, met een kort overzicht van zijn stelsel. 's Gravenh. 1876.
Th. Beza, Bekentenisse des christel. geloofs, na de h. schrift, enz. Nieuwelick in Nederl. sprake overgheset. Met een register. Gedr. 1564.
Anti-clericale Bibliotheek. De neutraal christelijke staatskerk voor Nederland. Geheim rapport aan 't Nut. 2de druk. Z. pl.
De Byen-corf der h. roomscher kercke, voorstellende een clare ende grondelicke uytlegginge des sendt-briefs van Meester Gentianus Hervet, uytghegh. in Fransoys ende Duyts aen den afgedwaelden van het Christen geloove. By den autheur vergroot nae den Fransoyschen Bijen-corf, by hem int licht ghebracht. 1599. Tot Delf (1611).
| |
[pagina 37]
| |
A.G. Bilders, Brieven en Dagboek. Leiden 1876. 2 Dln. Niet in den handel.
W. Binder, Schwäbische Volkssagen, Geschichten und Märchen, Gesammelt und neu erzählt. Stuttgart 1846. 2 Bde.
't Gheestelijck Bloem-hofken, beplant met veel lieflijcke bloemkens van verscheyden coleuren. Haarlem 1627. 12o Obl.
R. Koopmans van Boekeren, Een homoeopathisch geneesmiddel. Bedelbrief. Leiden 1875. Niet in den handel.
Een nieuw zuyverlijk Boeksken, in den welken gij vinden zult veele schoone Leysenen, ende geestelijke Liedekens, alle menschen tot devotie verwekkende. Nog zijn hier bijgevoegt veel oude ende nieuwe geestelijke Liedekens, zoo men van ouder gewoonte in de heilige kerke pleeg te gebruyken. Op nieuw gecorrigeert ende met verscheide nieuwe Liedekens vermeerdert. Utrecht 1758.
N. Boileau Despréaux, Oeuvres, avec des eclaircissemens historiques par lui-meme. Nouv. Edit. avec figures de B. Picart. Amst. 1729. 4 tom.
J.A. Boogaard, Een volksbelang. De waarde eener duinwaterleiding voor de bevolking van Leiden. Leiden 1876.
Huyge van Bourdeus, Ein Niederländisches Volksbuch, hrsg. von F. Wolf. Stuttgart 1860. Bibliothek des litterar. Vereins in Stuttgart LV.
(I. Bromminck), Academisch legaat van een oud-student. Utrecht 1842.
Jan de Brune, de jonge, J. Cs., Wetsteen der vernuften, oft bequaem middel om van alle voorvallende zaken aardighlik te leeren spreken. Dl. I. Amst. 1658. 4o.
P.F. Brunings, De verloren zoon. Tooneelspel. Kampen 1873.
J.T. Buys, Rede, uitgesproken op 9 Februari 1875, bij de afkondiging van het senaatsbesluit, houdende opdracht van het doctoraat honoris causa aan Nederlanders en vreemdelingen. Leiden 1875.
H. Bullinger, Somma des christelicken religions, enz. | |
[pagina 38]
| |
Wt den hoochduytschen ghetrouwelick overghesett door M.W. Gnapheum. Gedr. 1567. 12o.
B. Busschof, Nieuwe lof-sangen en geestelyke liedekens. Laetsten druck, opnieuws gecorr. Amst. 1719. 12o. Obl.
Anna Byns, Refereinen. Naar de nalatenschap van A. Bogaers, uitgegeven door W.L. van Helten. Rotterd. 1875.
Anna Byns, Verklarende woordenlijst op de Refereinen van A. Byns. Naar de nalatenschap van A. Bogaers, uitgeg. d.W.L. van Helten. Rotterd. 1875.
I. Cadovius-Müller. Memoriale linguae Frisicae. Hrsg. von L. Kukelhan. Leer 1875.
P. Calderon de la Barca, Las Comedias, cotejadas con las mejores ediciones hasta ahora publicadas, corregidas y dadas à Luz por J.J. Keil. Leipz. 1827-1830. 4 tom.
S.M. Calisch, Een zesdaagsch international debat. Wat er in de eerste Septemberweek van dit jaar in de Haagsche Lombardstraat voorviel. Dordr. 1872.
G.O.H. Cavallius, Vocabularium Vaerendicum. Upsaliae 1837.
L.F. Cellarius, of de gelukzaligen elkanderen weder kennen zullen? Predikaatsie. Utr. 1781.
(P. Chevalier en T.A. Clarisse), Een tweetal leerredenen, zijnde de eerste eene lijkrede van P. Chevalier ter gedachtenisse van T.A. Clarisse; de andere eene leerrede van Clarisse. (Uitgeg.) d.P. Abresch. Gron. 1782.
Chronycke ofte beschrijvinge van de stadt Antwerpen. Antw. 1752. 12o 5 Stukjes.
J. Claessen, Eensgezindheid in de leere, met eene zedelijke vrijheid in middelbaare zaaken, enz. uit Phil. III, 15, 16. Gouda 1789.
J. Claessen, De verschijning van den Messias aan Jonas, benevens het groot geluk van Gods kinderen. Kerkel. redevoeringen. Amst. 1784.
J. Claessen, De onweêrstandelijke voordgang van het evangelium. Kerkel. redevoering. Amst. 1784.
T.A. Clarisse, De nagedachtenis van voorgangers voor- | |
[pagina 39]
| |
gesteld, ter gelegenheid van het overlijden van R. Perizonius. Amst. 1781.
J.D.C.C.W. de Constant Rebecque, Le Prince d'Orange et son chef d'état-major pendant la journée du 12 Août 1831, d'après des documents inédits. La Haye 1875.
P. Corneille, Théatre, avec des commentaires et autres morceaux intéressans. Nouv. Edit. 1776. 10 Tom.
J. Da Costa, Alfonsus de Eerste, treurspel. Amst. 1818.
C. de Coster, La Zelanda. Milano 1875. Met pl.
J. Cremer, Gods engelen verblijd, maar zijn zoon bedroefd. Redevoeringen over evangelie-teksten. 2de Uitg. Dordr. 1775.
Mej. D***, Geschiedenis der beminde vrouwen; behelzende datgene, hetwelk het aldermerkwaardigst is voorgevallen onder verscheiden regeeringen. In het Fransch. Vert. d.K.V.W. Amst. 1735.
M. van Dam, Nieuw geinventeerde koopmans comptoiren schrijf-almanach op 't schrikkeljaar 1788. n. st. Amst.
C.E. Daniëls, De kinderpok-inenting in Nederland. Meerendeels naar onuitgegeven bescheiden bewerkt. Eene medisch-historische studie. Amst. 1875.
J.F. Danneil, Wörterbuch der Altmärkisch-plattdeutschen Mundart. Salzwedel 1859.
(J. van Dans) Scoperos Satyra ofte Thyrsis minnewit, waar in de hedendaeghsche vrijerij wordt afgebeeldt. Beschr. door S. ab A. Den 2den druck. 1654. 8o Obl.
(J. van Dans) Aerdige en soet-vloeyende minne-rymtjes, of tweede deel van Thyrsis Minnewit. Uyt syne nae-gelaetene schriften by een vergadert. 1654. 8o Obl.
Décret impérial concernant les fabriques. Keyzerlyk decréet aengaende de fabrieken of kerke-inkomsten. 30 Dec. 1809. Malines 1810.
D. Delcroix, Philippine van Vlaanderen. Acht tafereelen uit de geschiedenis van 't vaderland. Leiden 1875.
Dictionarium Scoto-Celticum, A dictionary of the Gaelic language; comprising an ample vocabulary of Gaelic words, etc. and vocabularies of Latin and English words, with their translation into Gaelic. Com- | |
[pagina 40]
| |
pil. and publ. under the direction of the Highland Society of Scotland. Edinburgh 1828.
J.I. Doedes, Encyclopedie der christelijke theologie. Utrecht 1876.
Doolhof van Socia. Leeuw. 1643, '46. 2 Bkn.
J. ab Utrecht Dresselhuis, Wandelingen door Zuid- en Noordbevelend. Een geschied- en oudheidkundig volksleesboek. Goes 1832-'37. 3 St.
De wandelende dukaat, verhaalende door kracht van bezweeringen veele zeer wonderlijke gevallen, by hem gezien en gehoord, terwijl hy in handen van veelerhande personen van allerhande staaten omswurf. Amst. 1682. 12o.
W. Eekhoff, De stedelijke kunstverzameling van Leeuwarden beschreven en toegelicht. Met een vervolg op den Catalogus van de stedelijke bibliotheek. Leeuw. 1875.
G. van der Eembd, Eenighe uyt-ghelezene spreucken uyt Seneca. Niet min troostelijck als goddelijck. Uyt den Latyne vertaelt. Haarlem 1623. 4o.
Het derde Eeuwfeest. Eene herinnering van de Leidsche maskerades van vroeger en later, benevens eene beschrijving van den gecostumeerden optocht, te houden ter viering van het 300jarig jubilé der Leidsche Hoogeschool, op Dinsdag 15 Juni 1875. Leiden 1875. Hierachter: Programma van de Maskerade en Officieele feestwijzer.
Derde Eeuwfeest voor de Leidsche hoogeschool. 1875. 2 Dln. 4o. Feestwijzer, Programmen, Toegangskaarten, Verslagen in binnen- en buitenlandsche couranten, Gelukwenschingen van vreemde hoogescholen, enz.
Effigies et vitae professorum Academiae Groningae et Omlandiae; cum historiola fundationis ejusdem Acad. Gron. 1654. fo.
Maria P. Elter, geb. Woesthoven, Gedichten, verzameld door J.M. Pfeil. Met voorwoord van J.J.L. ten Kate. Utr. 1859.
F. Ernst, Pladdütsche Gedichte. Berlin 1847.
Euphonia. Weekblad gewijd aan letterkunde en welsprekendheid voor N.- en Zuid-Nederland. Orgaan der | |
[pagina 41]
| |
letterlievende vereeniging ‘Nicolaas Beets’ te Utrecht. Onder redactie van A.J. Servaas van Rooijen. 1ste Jaarg. 1876. No. 1-6.
Extract uit de Resolutiën van de Staten van Holland, 1781 en '84, betreffende den Hertog van Brunswijk-Luneburg. Kort voorstel van den Hertog en andere stukken. fo.
Extracten uit de Resolutiën van de Staten van Holland, 1727-1787. fo. Gedeeltelijk met aant. van H. Nederburgh.
De volstandighe Eudoxe. De deftighe Diana. De deugdelycke Parthenia. Verduytst uyt de Fransche Astrea en d'Englische Arcadia. Amst. 1636. Diana en Parthenia onder afzond. titel. Amst. 1640.
A. Fokke Simonsz. Nieuwjaarswenschen van Thomasvaer op de bruiloft van Kloris en Roosje. Amst. 1829.
G.D. Franquinet en L.J. Suringar, Maastricht. Geschiedenis, merkwaardigheden en omstreken. Maastr. 1875. 12o.
J. de Fremery, Californië. Uittreksels uit consulaire jaarverslagen. Leiden 1876.
P.J. de Fremery J. Pz. Ouwendijck (gedicht). 1865. Niet in den handel.
S. Freund, Probe- und Bruch stükk einer deutschen Grammatik für die Rheinlande, mit Beiträgen zur vergleichenden sprachkunde und einer Nachlese von lesbaren Ungelesnen. Berlin 1832.
J. Fruytiers, Warachtige legende van Jan de Witte, in Franchoische tale ghenaemt Jan le Blanq. Waerinne cortelyck rymsche-wyse vervatet wordt de afcoemste, het opwassen, den voortganck, de cracht, elendighen staet ende alle ghelegentheyt van der papisten brootgodt, overgheset wt de Franchoysche rijme. Tot Leyden by Henr. Lodewyckszn. voor J.J. Orlers 1596. 4o.
Zeldzaame Geschiedenis van twee zeer aartige juffers, Lizette en Nanine. 's Gravenh. 1777.
J.G. Gleichman, Het leven van Mr. A. Bogaers (1795-1870), op verlangen zijner dochter uit zijne nagelaten papieren geschetst. (Amst.) 1875. Niet in den handel.
De Gocheltas van Momus. Inhoudende meer als ses- | |
[pagina 42]
| |
hondert schrander-bedagte, en snedig uyt-gesprooken zin, pit, punt, en schimp-redenen. Te Nergens 1716.
W.Th. van Griethuysen, Uit den vreemde. Schetsen. Rotterd. 1865.
W.Th. van Griethuysen, Veldbloemen. Gedichten. 2de druk. Rott. 1871.
W.Th. van Griethuysen, In het gebergte (gedichten). Rott. 1875.
W.Th. van Griethuysen, Merkwaardige zegeteekenen op de wereldtentoonstelling te Parijs, in 1867. Rott. 1869.
W.Th. van Griethuysen, De inwijding der Westerkerk te Rotterdam, op 12 Junij 1870. Rott. 1870.
K. Groth, Lieder aus und für Schleswig-Holstein. Hamburg 1864.
Guido, Aan de kunst gewijd. Oorspronkelijk drama. Utrecht 1875.
C.G. v.d. H. en C.G.K. Het nieuwe Hoornse speelwerck, bestaende uyt verscheyden ernstige en vroolycke gezangen en gedichten. Verzamelt door C.C. 2de druk. Hoorn 1732.
S. v. H. De gestrafte ontschaking, of zeeghafte herstelling van den jongen Haegaenveld, versiert met wonderlyke bejegeningen der Hollandsche Nimfen. Met prenten. Amst. 1669. 12o.
Eigen Haard. Geïllustreerd volkstijdschrift onder redactie van H. de Veer, H.F.R. Hubrecht en J.H. Renneveld. Haarl. 1875.
H.G. Hagen, Een bede uit Indië. Toespraak. Leiden 1875.
F.H. van der Hagen, Gesammtabenteuer. Hundert altdeutscher Erzählungen: Ritter und Pfaffen-Mären, Stadt- und Dorfgeschichten, Schwänke Wundersagen und Legenden. Stuttg. und Tübingen. 1850. 3 Bde.
Y. van Hamelsveld, De gronden van hoop op verhooring van onze beden. Leerreden. Amst. 1785.
Y. van Hamelsveld, Twee leerredenen over Matth. VII, 6-11. Utrecht 1783.
Y. van Hamelsveld, Twee leerrendenen over Esther IX en X. Utrecht 1782.
Y. van Hamelsveld, De voortreffelijkheid, enz. van de geschiedenissen des O.T. Redevoering. Utr. 1783.
| |
[pagina 43]
| |
Y. van Hamelsveld, Verhandeling over de middelen om lang en vrolijk te leeven. (Amst. 1801).
W.Y. van Hamelsveld, Redevoering over het geweten. (Amst.) 1808.
L. Hamerster, Leerrede over het afsterven van R. Schutte. Amst. 1785.
O. Zwier van Haren, De Geuzen. Dichterlijke tafereelen uit den vrijheidsoorlog der Nederlanders tegen Spanje. Op nieuw bewerkte volksuitgave met den levensloop des dichters. (Door W. Eekhoff). Schiedam 1875.
Baron de Harold, Gezangen van Ossian, ontdekt en uitgegeeven. Naar het Engelsch. Leiden 1793.
J. Hartog, De Oranje-predikanten en hunne tegenstanders. Eene bijdrage tot de kennis van den tijd der patriotten. Rott. 1875.
J.P. Hebel, Allemannische gedichte. Reutlingen 1822.
J.P. Heye, Innigst leven eens dichters. Poëzie des huizes. Tweede bundel 1853-1857. (Amst. 1875). Niet in den handel.
A. Heynsius, Feestrede bij het derde eeuwfeest der Leidsche hoogeschool, den 8sten Febr. in de Pieterskerk gehouden. Leiden 1875.
A. Heynsius, Discours solennel, prononcé le 8 Fevr. 1875. Leiden 1875.
A. Heynsius, Fata academiae Lugduno-Batavae 1874-'75, quae rector magnificus non in deponendo rectoratu exposuit sed seorsim edidit. Lugd. Bat. 1875.
J. Hervey, Veelen gerechtvaardigd door eenen. Twee leerredenen. Amst. 1770.
Joh. Hilman, Verspreide en onuitgegeven gedichten. Amst. 1875. 3 Dln. Niet in den handel.
Histoire de la vie et du proces de Louis Dominique Cartouche. Sans titre.
Droef-eyndige Historie van Nobelaer en Lauw'ra, Serarius, Rennesse en Lerinde, sijnde het vervolgh van de wonderlijcke vriagie van Arantus en Rosemont. Delf 1668.
J. Hoek, Agathe. Arnhem 1868. 3 Dln.
| |
[pagina 44]
| |
J. Hoek, Wat er werd van de kinderen van Bellevue. 's Gravenh. 1875. 2 Dln.
J. Hoek, Drie novellen. Arnhem 1863.
J. Hoek, Mina en Betsy. 3de druk. Arnhem 1867.
J. Hoek, Louise van der Heide en herinneringen eener moeder. Twee novellen. Arnh. 1864. 2 Dln.
J. Hoek, Eene eerste liefde. Toonelspel. Kampen 1870.
J. Hoek, De wedergevonden zoon. Drama. 1874.
J. Hoek, Een oom uit Amerika. Tooneelspel. Kampen 1875.
W.J. Hofdijk. Kennemerland. Balladen I. Haarlem 1850.
H. Hoffmann, Fundgruben für Geschichte deutscher Sprache und Litteratur. Breslau 1830, '37. 2 Thle.
Hoffmann von Fallersleben, Uebersicht der mittellniederländischen Dichtung. 2te Ausg. (Horae Belgicae P.I.) Hannover 1857.
Hoffmann von Fallersleben, Niederländische volkslieder. Gesammelt und erläutert. 2te Ausg. (Horae Belgicae P. II). Hannover 1856.
F. Brn. van Hogendorp, Gijsbert Karel van Hogendorp in 1830. 's Gravenh. 1876.
De schoone Hollanderin, of seldsame en merkwaardige gevallen van eene jonge Hollandse dame Grisette, een uitmuntend voorbeeld van deugd en schoonheid. Amst. enz. 1770.
Homeyer, Die Genealogie der Handschriften der Sachsenspiegels. (Leipz. 1859). 4o.
P.C. Hoofts, Geeraerdt van Velsen. Treur-spel. Utrecht 1649. 4o.
De Leidsche Hoogeschool. Geschiedkundige herinneringen tot inrichting van de maskerade, te houden door de leden van het Leidsche studentencorps in Juni 1875, bijeenverzameld door de Maskerade-commissie. Met portret van Willem I. Leiden 1875.
J.G. de Hoop Scheffer, Toespraak op den gedenkdag van het Tweehonderd-jarig bestaan van het Weeshuis der Doopsgezinde Collegianten ‘de Oranje appel’, 17 Aug. 1875. Amst. Niet in den handel.
| |
[pagina 45]
| |
P.A.C. Hugenholtz, Leerreden over II Sam. 20: 19a. Utrecht 1785.
J. Ihre, Swenskt dialect lexicon. Hvarutinnan uppteknade finnas the ord och talesätt, som uti åtskilliga svea rikes landsorter aro brukelige, men ifrån allmänna talesättet Afvika. Upsala 1766. 4o.
Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche Naamwijzer. Middelb. 1853-1873.
Jaclot, de Saulny, Les passe-temps Lorrains, ou récreations villageoises, recueil de poësies, contes, nouvelles, fables, chansons, idylles, etc. en patois. Metz 1854.
M. Joel u.P. Fuchs, Anleitung zur Erlernung der russische Sprache. 5te Aufl. Frank. a.M. 1875.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Gron. 1770-'72. 2 Dln.
Braunschweigs Jubeltage. Erinnerungsblatt an Braunschweigs tausendjährige Jubelfeier. 1861. fo.
K. Drie brieven aan Lucia, over de Eeuw der rede van Th. Paine. Uitgeg. door H.J. Krom. Middelb. 1798.
O. Kehl, De Isocratio suasoriarum dispositione. Programm. d. Gymnasiums zu Kreuznach. Kreuzn. 1874.
H. Kern, Wrtta-sañc'aya. Oudjavaansch leerdicht over versbouw in Kawi-tekst en Nederlandsche vertaling. Leiden 1875.
Kervyn de Volkaersbeke, Les missions diplomatiques de Pierre Auchemant, 1492-1506. Gand 1873.
J.C. Kesler en J.C. Sander, Grepen uit de landen volkenkunde van Noordelijk Europa. Gedrukt in het Instit. tot Ond. v. Blinden. Amst. Niet in den handel. 4o.
Keur uit ‘Stofgoud’. Eerste gedeelte. Gedrukt in het Inst. tot Ond. v. Blinden. Amst. 1876. Niet in den handel. 4o.
Ew. Kist, Aanmerkingen over de stelling van den Heidelbergschen katechismus: wij zijn van nature geneigd God en onzen naasten te haten. Amst. 1796.
Ew. Kist, Vervolg van aanmerk. over de stelling, enz. Amst. 1797.
| |
[pagina 46]
| |
W. Kist, Lodewijk van Landen, of de twee bronnen. Rott. 1831, '32. 2 Dln.
(W. Kist,) De Egyptische tooverstaf of karakterschetsen en tafereelen des menschelijken levens. 's Gravenh. 1822, '23, 3 Dln. Met pl.
(W. Kist,) De wonder-bril. Haarl. 1811, 2 Dln. Met pl.
A.J. Kronenberg, Het kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum. Acad. proefschrift. Devent. 1875.
W. L(agus), Minnen från Holland och Leydens Tresekularfest. Helsingfors, 1875.
A. Lacroix, Chronique du Hainaut et de Mons. Mons 1842. 4o.
A. Larsen, La vie et les oeuvres de Peter Christen Absjörnsen. Suivie d'un aperçu bibliographique par J.B. Halvorsen. Christiania 1873. 4o. (Pas en vente).
F. Latendorf, Zu Lauremberg's Scherzgedichten. Ein kritischer Beitrag. Rostock 1875. Hierbij ‘Ein arithmetischer Problem aus dem Leben J. Lauremberg's und seine Lösung v.F. Latendorf.’ Uit de Mecklenb. Zeitung.
J.C. Lavater, Broederlijke brieven aan verscheiden jonge heeren. 's Gravenh. 1783.
J.C. Lavater, Gebeden. Leyden 1786.
Eerste Leesboek voor kinderen. Gedrukt in het Instituut tot Ond. v. blinden. Amst. 1855. Niet in den handel. 4o.
Leiden. - Verschil tusschen Leiden en Rijnland over de judicature 1726. - Propositie overgel d. Gedep. d. stad Leyden, dienende tot adstructie van de gronden, op welke sy vermeenen te moeten weigeren de overleevering van seeker knegt aan het Hof van Holland, enz. 1729. - Authorisatie op Dijkgraaf en Hoogheemr. van Rhijnland, om de machine van L. Genueté te doen afbreeken, enz. 1761. fo.
M. Lentz, Spāss an Jérscht. Liddercher a Gedichten. Letzeburég 1873.
Eene schoone Lere ende onderwysinghe van berou, ende van der bijcht, ende van voldoen voer die sunde, | |
[pagina 47]
| |
ende oeck een schoone lere hoe men bidden sal als men totten heilighe sacramente sal gaen. De laatste bladen ontbreken. Waarschijnlijk gedrukt te Deventer bij Paffroed.
Leven en daaden van den Hoog Welgeb. Heer Joris Narrenhuizen, voorheen burgemeester en raad van Schilda. Naar het Hoogduitsch. Alkmaar 1797. Ook met den titel: Sentimenteele reize naar Schilda. Tweede deel.
Beknopt Levensberigt en beschrijving der begrafenisplegtigheid van wijlen z. Exc. den luit. gen. A.J.J. Brn des Tombe. Maastricht 1845.
Een scoon Liedt opt belegh ende ontset der stadt Leyden, mitsgaders op de triumfante incoempste van syn princ. exc. den Prince van Oraengien aldaer op ten 15 van Somermaent 1575. Op ordonn. v. borghemeesters gedicht door die Witte Acoleykens. Gedr. by J. Paedts (Leiden 1875).
Lijst der tentoongestelde voorwerpen, die afkomstig zijn van of betrekking hebben op Anthony van Leeuwenhoek, op den 8ste Sept. 1875 bij gelegenheid van het 200jarig jubilé te houden te Delft. (Delft 1875).
J.G. Liljegren, Run-Lära. Stockholm. 1832.
P.A. van der Lith, Nederlandsch Oost-Indië, beschreven en afgebeeld voor het Nederlandsche volk. Met pl. Doesb. 1875.
J. van Loo, De zwijgende christen bij het graf van eene godvrezende dogter. Leerrede. Utr. 1781.
J. van Loo, Overdenkingen bij het graf van mijne jonge vriendin. Deventer 1781.
Th. Lubbers, De dood van Daniël, toegepast op den dood van J. Brill. Gron. 1764.
Jan Luiken, De onwaardige wereld, vertoond in vijftig zinnebeelden, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen. Amst. 1749.
J. Lutkeman, Poëzy. Amst. 1785. 4o.
Jacob van Maerlant und der naturen bloeme, ein Manuscript der öffentlichen Bibliothek in Detmold. Detm. 1853.
Maastricht. - Ordonnantie betrekkelijk het mishan- | |
[pagina 48]
| |
delen van dieren in Limburg. Maastr. 1848. - Reglement voor het toezigt op gevaarlijke honden. Maastr. 1850. - Réglement de la Société d'émulation à Maastricht. - Réglement de la Société des redoutes, établie a Maastricht. Maastr. 1845.
A. Marahrens, Grammatik der Plattdeutschen Sprache. Altona 1858.
J. Marchant, Verhaal van reuzen boven de zeven voeten lang. Met een nieuw berigt van den Spaarwouder reus Klaas van Kieten. Alsmede een nette beschrijving van den grooten Kajanus, binnen Haarlem overleeden den 27sten van Sprokkelm. 1749. En het verhaal der groote keie van Amersvoort, enz. Waarbij een fraaije redevoering over een reus van 200 ellen. Haarlem 1751.
J.H. Maronier, het Kerstfeest. Eene historische schets. 's Gravenh. 1875.
J.F. Martinet, De vaderlievende matroos, in een brief aan mejuffrouw.... te Amsterdam. Amst. 1781.
B.F. Matthes, Boeginesche spraakkunst. 's Gravenh. 1875.
B.F. Matthes, Boegineesch-Hollandsch woordenboek met Hollandsch-Boeginesche woordenlijst, en verklaring van een tot opheldering bijgevoegden ethnographischen Atlas. 's Gravenh. 1874.
B.F. Matthes, Ethnographische Atlas, bevattende afbeeldingen van voorwerpen uit het leven en de huishouding der Boeginezen, get. door C.A. Schröder Jr., S. Batelt en Nap Eilers, dienende tot opheldering van het Boegineesch woordenboek. Amst. 1875.
B.F. Matthes, Bijdragen tot de ethnologie van Zuid-Celebes. 's Gravenh. 1875.
(Devote meditacie op die passie ons liefs Heeren). ‘Dit deuoet boecxken heeft een weerdich priester genaemt heer Bethlem bescreuen, die in dat h. lant van belofte binnen Jherusalem menighen tijt gewoent heeft’ enz. 12o. De titel en de laatste bladen ontbreken. Waarschijnlijk gedrukt bij W. Vorsterman te Antwerpen.
(Devote meditacie op die passie ons liefs Heeren). Dese na ghescreuen woerden leerde onse lieue here sinen apostelen ende is die salichste leere die men hier | |
[pagina 49]
| |
inden tijt leeren mach. Gheprendt tot Aemsterdam bider heyligher stede. 12o.
J.H. Meijer, W. Shakespeare, eene critische levensschets. IIde ged. Vervolg van 1864. Vrienden van den dichter, zijne werken en de tekst daarvan. (Deventer 1875). 4o.
Ph. de Melko, Eenige psalmen Davids en andere lofzangen, uyt de Nederd. in Tamulschen digte overgeset. Colombo 1755.
Memorie van consideratien en elucidatien nopens de pointen van menage tot verligting van het Comptoir-Generaal van de Unie door de Generaliteits Reekenkamer, bij Missive van 2 Maart 1717 van de extraord. vergadering, en nadere van 26 April 1754 en de ord. verg. van h.H. Mog. voorgedragen. fo.
Den Hironiken Mercurius, wonDerbaere SaCriêten DeIrLYCk beVestenDe, enz. Tot Lier z.j.
La grosse envvaraye Messine, (ou devis amoureux d'un gros vertugay de village à sa mieus aymee Vazenatte; escript en vray langage du haut pays Messin). Paris s.a.
H. Michelant, Le livre des Mestiers. Dialogues Français-Flamands, composés au XIVe Siècle par un maitre d'école de la ville de Bruges. Paris 1875. 4o.
Minerva. Algemeen Nederlandsch Studenten weekblad, 1ste jaarg. Leiden 1876.
A.B. Minola, Kurze Uebersicht dessen was sich unter den Römern seit Jul. Cäsar bis auf die Eroberung Galliens durch die Franken am Reinstrome Merkwürdiges ereignete. 2te Aufl. Köln 1816.
Missive van den Raad der Domeinen van den Prince van Oranje aan h.H. Mog. 22 Julij 1773, houdende eene reductie der hooge rechten van de Baronnie Breda. fo.
Missive van den Raad van Braband tot refutatie van de Missive en Deductie van den Raad der Domeinen, enz. 2 Nov. 1775 fo.
(P. Moens), Mevrouw Veltman en hare voedsterlingen. Met pl. Amst. 1824.
| |
[pagina 50]
| |
H.E. Moltzer, De Middelnederlandsche dramatische poezie ingeleid en toegelicht. Gron. 1875.
P.L. Muller, Nederlands eerste betrekkingen met Oostenrijk, toegelicht uit de correspondentie der keizerlijke gezanten te 's Gravenhage, 1658-1678. Amst. 1870. 4o.
G.J. Nahuys, Leerrede over Psalm CXLVI vs. 8a. Amst. 1783.
P. Nuyts, De Bredasche Klio, uitdeelende verscheide gedichten, betreffende de stad, het land en de aanhoorigheid van Breda. Amst. 1697. 4o.
Het Onze Vader. In het Chalmucs. Een blad gr. 4o.
J.J. van Oosterzee, Het ideaal der gemeente. Leerrede. Utrecht 1875.
J.A. Oostkamp, Het leven, de voornaamste daden en lotgevallen van Jan van Galen, voor de jeugd. Met pl. Devent. 1830.
M. Opitz, Deutscher poematum Erster Theil. Zum dritten mal übersehen und herausgegeben. Dass. Anderer Theil; zuvor nie beysammen, theils auch noch nie hrsg. 1637.
M.D. van Otterloo, Bijdragen ter toelichting van de schoolkwestie. Amst. 1873.
H. Ouvré, Aubéry du Maurier, étude sur l'histoire de la France et de la Hollande, 1566-1636. Paris 1855.
(P.A. van Overeem), Nieuwjaarswensch van Thomasvaêr, op de Bruiloft van Kloris en Roosje. Amst. 1864.
G. Paape, Bijbel en Zededichten. Delft 1777, '78. 2 Dln.
G. Paape, Mijne vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap. Dordr. 1792.
G. Paape, De wijsgeer. Tooneelspel. Rott. 1792.
G. Paape, De gewapende burgercorpsen en de antipatriottische geestelyken. In brieven aan een vaderlandsch predikant. Rott. 1786.
G. Paape, De zegepraal der menschlievenheid over de dweeperij en het bygeloof, of de heilryke vrugten der volksverlichting in Vrankryk. Dordr. 1790.
G. Paape, De Christen, in negen boeken. Delft 1780.
| |
[pagina 51]
| |
G. Paape, De Hollandsche wijsgeer in Braband. Antw. en Dordr. 1788-1790. 4 Dln.
G. Paape, De Abderiten. Eene staatkundige roman. 's Hage 1786 (Dl. 2).
G. Paape, Mijn tegenwoordig vaderland of wijsgeerige geschiedenis van Vrankrijk. Dordr. 1792. (Dl. 2 en 3).
Passchier de Fyne, Eenige traktaatjes. Waarby gevoegt zijn D. Tilenus van de oorzaak en oorprong der zonde, J. Uytenbogaert over Cap. IX d. Briefs tot den Romeinen, en een onbekent schrijver van het absoluyt besluyt ter verwerpinge. Rott. 1694.
C. Paucker, Meletematum Lexistoricorum Specimen. Dorpati 1875. Op het 3de eeuwfeest opgedragen aan de Leidsche Universiteit.
A. Pels, Q. Horatius Flaccus dichtkunst, op onze tijden en zeden gepast. Amst. 1681. 4o.
M.A. Perk, Zes jaren te Tripoli in Barbarye. Uit de gedenkschriften eener Nederlandsche vrouw. Amst. 1875.
St. Perret, Woudt van wonderlicke sinne-fabulen der dieren, kunstich met levendighe ende aerdighe groote schoone beelden uyt-ghedruckt, in dewelcke alle menschen konnen sien als in eenen spieghel de groote over-een-kominghe tusschen de onredelicke dieren ende de wereltsche menschen, levende na den lust van hunne gheneghentheden. Wederom met sinne-rijcke ghedichten op 't nieu by-ghevoecht door Adr. van de Venne. Rotterdam by Is. v. Waesberge, 1632. fo.
A. Poirters, Kruisliederen, een vijftal dichtjens. Op nieuw uitgegeven door J.A. Alb. Thym. Amst. 1853. 12o.
J.J. Prins, Godsdienstige rede ter voorbereiding van het academiefeest, gehouden den 7den Febr. 1875 in de Hooglandsche kerk. Leiden 1875.
J.J. Prins, Over bijbelvertaling (Volksbibliotheek 2de jaarg. No. 2) Amst. 1875.
P.J. Prinsen, Leesboek voor minder gevorderde kinderen. Gedrukt in het Instituut tot Onderw. voor blinden. Amst. 1856. 4o. Niet in den handel.
P.J. Prinsen, Gemakkelijk leesboekje. Gedrukt ald. 1858. 4o. Niet in den handel.
| |
[pagina 52]
| |
De Proverbia ofte Spreucken van den alder-wijsten konink Salomons. 's Gravenh. 1757. 4o.
P.F.X. de Ram, Synopsis actorum ecclesiae Antverpiensis et ejusdem dioeceseos status hierarchicus ab episcopatus erectione usque ad ipsius suppressionem; liber prodromus tomi tertii synodici Belgici. Brux. 1856.
Secreet Rapport van den Staat der Finantiën van Holland en Westvriesland. 1750. fo.
R.K. Rask, Vejledning til det Islandske eller gamle Nordiske Sprog. Kjöbenhavn 1811.
Recueil des lois, concernant l'administration, la vente des biens des émigrés et la liquidation de leurs dettes, pour les neuf départemens réunis à la République française par le Loi du 9 Vendémiaire, an IV.
Reglement geformeert ten behoeve van de dorpen Soeterwoude en Stompwijk. Leiden 1699. 4o.
Reyer Jacobsz, Den christelijcken categismus, ofte de hooft-stucken der christ. religie. In dicht gesteld. Amst. 1620.
Reize van den jongen Albert en heer Jon, bijgenaamd de Tovenaar. Amst. z.j.
René d' Anjou, Oeuvres. Avec une biographie et des notices par M. le comte de Quatrebarbes et un grand nombre de dessins et ornements, d'après les tableaux et manuscrits originaux par M. Hawke. Angers 1845. 4o.
G. Rettig, De pantheismo qui fertur Platonis commentatio altera. Bernae 1875. 4o. Op het 3de eeuwfeest opgedragen aan de Leidsche Universiteit.
Dichtlievende Rhapsodien. 's Gravenh. 1779.
Richardet, Poëme. Liège 1776. 2 tom.
P. Rietveld, Synodale redenvoering over I Cor. III, 9-16. Delft 1779.
P. Rietveld, Afscheids-reden gehouden tot de gemeente te Delft. Delft 1781
Jan van Ryswyck, Het woord Gods in tien zangen, of dichterlijke bespiegelingen op de tafelen Mozes. Antw. 1853.
| |
[pagina 53]
| |
J.G.C. Ritter, Grammatik der mecklenburgisch-plattdeutschen Mundart. Rostock u. Schwerin 1832.
J. Roodenpoort, 't Verleidend levensbedrijf van Kakotegnus, verzeld met een wis-natuurkundige verhandeling van Eustastes en zijn wijsgeerige zaamening. Ter ontdekking van 't heilloos gedrag en gevoelen der hedendaagse spinozisten. Amst. 1700.
A. Roos, Den Amsteldamsen Diogenes, of philosophische bloem-hof, beplant met alderhande philosophische zeede-lessen, enz. Alsmede met scherpzinnige sententien vercierd. Met pl. Utr. 1684.
J.J. Rousseau, Collection complète des oeuvres etc. Genève 1782-'89. 33 Tom. (Ontbr. T. 3-6, 16-18).
H. Rulant, Het leerzaam ende vermakelijk proces tusschen drie broeders, een dronkaart, een hoereerder, een speelder, enz. Zynde agter gevoegt den lof van dronken drinken. Amst. 1738.
A. Rutgers van der Loeff, Ontgoocheling. Bijdrage tot de billijke waardeering van het zoogenaamde spiritisme. Enschedé 1874.
G.S. De zeer wonderlycke ende warachtige historie van Mahomet, in de welcke beschreven wordt zijn gheboorte, afcomste, leven ende valsche leeringhe, mette confutatie van den Alcoran en de quade secte desselfs Mahomet. Ghetrocken wt zijne eyghen boecken ende nu eerst overgheset wten den Spaensche sprake. Gheprint te Antw. by Guillaem van Parijs. Ao 1580.
M.S. Het loffelijk gezelschap van de vetpot, of veel eer, verhandeling van d'insettingen, wetten en lof-redenen der mildadigheit, enz. Waarbij een Bly-einde-spel, genoemt de Bruiloft van de vetpot. In 't Ital. beschreven en nu in 't Nederl. gebragt. Amst. 1687.
P.J. Safarík, Geschichte der südslawischen Literatur. Hrsg. v.J. Jirecek. Prag 1865. 3 Th.
J.J. le Sageten Broek, Kerkelyke redenvoering over 2 Cor. 6: 1. Dordr. 1784.
Scaligerana, Thuana, Perroniana, Pithoeana et Colomesiana, ou remarques histor. crit. etc. de J. Scaliger, etc. T. II. Amst. 1748.
J.P. Schabaellie, Aenmerkinge oft Gulden annota- | |
[pagina 54]
| |
tien, so wt het Vader-boek als andre autheuren vergadert. Amst. 1641. 12o.
O. Schade, Satiren und Pasquille aus der Reformationszeit. 2te Ausg. Hannover 1863. 3 Bde.
O. Schade, Geistliche Gedichte des XIV und XV Jarhunderts vom Niderrhein. Hann. 1854.
O. Schade, Die Sage von der heiligen Ursula und den elftausend Jungfrauen. Ein Beitrag zur Sagenforschung. Hann. 1854.
O. Schade, Fercula Macaronica, I. II. Hann. 1855, '56.
O. Schade, Klopfan. Ein Beitrag zur Geschichte der Neujahrsfeier. Hann. 1855.
H.D.J. Schevichaven, Bijdragen tot eene Geschiedenis der Bataven. Leiden 1875.
P. Schols van Asperen, Paulus kloekmoedig gedrag ter volbrenging van zynen euangelieloop. Kerkel. redevoering. Delft 1784.
Clara Feyoena van Sytzama, Bellingeweerder uitspanningen, behelzende eenige geestelyke- en mengelstoffen, in rym. Benevens voorr. en aanhangsel betreffende het huis van Oranje en Nassau, etc Gron. 1746.
A.F. Simoes, O tricentenario da Universidade de Leiden. Coimbra 1875.
A. Simons, Verhandelingen. Amst. 1834.
K. Simrock, Rheinsagen aus dem Munde des Volks und deutscher Dichter. Bonn 1837.
F.G. Slothouwer, Bijdrage tot de geschiedenis der Doelisten. Acad. proefschrift. Leiden 1875.
J. Sluiter, Tweetal van plegtige leerredenen. Afscheidsen intree-rede. Amst. 1783.
M.A. Snoeck, Over brassen en over den braspenning. 's Hertogenb. 1875. Niet in den handel.
J. Soutendam, Register der bescheiden, die berust hebben in het ‘Secreet Vertreck’ van H.H. Burgemeesteren en Regeerders der stad Delft. Delft 1861.
Spel- en leesoefeningen voor blinden, in gebruik bij het Instituut tot Onderw. voor Blinden te Amsterdam. 4 Dln. 4o. Niet in den handel
| |
[pagina 55]
| |
De neutraal-christelijke Staatskerk voor Nederland. Rapport van 't Nut van 't Algemeen. Dordr. 1875.
P.L. Statius Muller, Veel hoofden veel zinnen, of wijsgeerig onderzoek van het verschil der menschelijke gemoederen. Amst. 1779. 2 Dln.
J. Steenmeyer, Eeuw der misleiding of tegenschrift tegen de Eeuw der reden van Th. Paine. Utrecht 1798.
V. Straubinger, Kurze Charasteristik der Bildungsgeschichte des classischen Alterthums, sowie der christl. Zeit bis zur Renaissance. Programm d. Gymnasiums zu Trier. Trier 1873.
G.C.B. Suringar, De Akademische Bibliotheek te Leiden, vooral met het oog op het natuur- en geneeskundig onderwijs. Uit zijn nagelaten aant. meêgedeeld door P.H. Suringar. Amst. 1876.
C. Swaving, Leer- en lijk-rede ter gedachtenis van H.J. Bruins. Amst. 1789.
J.H. Swildens, Godsdienstig staatsboek. Kenschets van zaaken, den godsdienst in de Bataafsche Republiek gedurende den revolutionairen oorlog betreffende. Ontwerp van artikelen, aangaande de zorg voor den godsdienst, thans en voortaan, door den staat aan te wenden. Fragment nopens de hoogere doeleinden des revolutionairen oorlogs, en deszelfs invloed op de belangen van godsdienst en staat. Amst. 1803.
J.H. Swildens, Over de hoogere doeleinden van den revolutie-oor-log, en deszelfs invloed op de belangen van godsdienst en staat. Tweede deel van het godsdienstig staatsboek. Amst. 1803.
Es. Tegnér, Frithiofs Saga. Stockholm z.j.
Es. Tegnér, Samlade Skrifter. Stockholm z.j. 7 Dln.
J.R. Thorbecke, Over de verandering van het Algemeen staten-stelsel van Europa sedert de Fransche omwenteling. Eerste afd. 1789-1793. Leiden 1831.
W. Thorbecke, Over de regeling van het hooger onderwijs door Mr. J.R. Thorbecke, uit zijne redevoeringen bijeenverzameld. 's Gravenh. 1876.
L.J. Alberdingk Thijm, De muziek in de kerk. Ge- | |
[pagina 56]
| |
dachten over kerkmuziek, naar aanleiding der Geschieden oordeelk. beschouwingen over de wereldsche en kerkel. muzyk, bijeengebragt door N.A. Janssen. Amst. 1850.
L.J. Alberdingk Thijm, Nog eenige gedachten over kerkmuziek. Amst. 1854.
J.A. Alberdingk Thijm, Een lees- en zangboekjen voor de jeugd. Amst. 1853.
J.A. Alberdingk Thijm, Mejufvrouw Leclerc. Iets uit de jongste ‘Oude Tijd’. Met pl. van Dujardin. Amst. 1854.
J.A. Alberdingk Thijm, Karolingsche verhalen. Carel en Elegast. De vier Heemskinderen. Willem van Oranje. Floris en Blancefloer. In nieuwer form overgebracht. Tweede uitgave. Amst. 1873.
J.A. Alberdingk Thijm, De nederdaling ter helle, volgens oud-christel. overleveringen vertaald. Amst. 1861. 12o.
J.A. Alberdingk Thijm, Jezus voor Pilatus, gevolgd van de afdoening van 't kruis. Oud-christel. legenden vertaald. Amst. 1859. 12o.
J.A. Alberdingk Thijm, Willen wij alleen de Gothiek? Amst. 1858.
J.A. Alberdingk Thijm, De muurschilderingen van G. Guffens en J. Swerts, besproken ter gelegenheid der ten-toon-stelling hunner kartons. Amst. 1861.
J.A. Alberdingk Thijm, Een weinig Amsterdamsche kritiek bij gelegenheid der nationale feestvieringen. Amst. 1863.
J.A. Alberdingk Thijm, Een broederlijk woord, gericht tot de katholieke kiezers te Amsterdam en elders. Amst. 1866.
J.A. Alberdingk Thijm, Levensberigt van Joost van den Vondel, eenmaal genaamd ‘'s lands oudste poëet’, nog altijd 's lands grootste. Amst. 1867.
J.A. Alberdingk Thijm, Het tiende Nederl. letterkundig kongres. Een schrijven gericht aan Dr. N.J.A. Jonckbloet, voorzitter. 2de druk met verbetering. Amst. 1868.
J.A. Alberdingk Thijm, De bezwaren van Dr. F.A. Hartsen ‘tegen het catholisme’ beantwoord. Amst. 1869.
J.A. en L.J. Alberdingk Thijm, Liederen bij den katechismus of katholieke leering; woorden en wijzen. Amst. 1855. 12o.
D.A. Timan, Gedichten over bijbelsche onderwerpen. 's Gravenh. 1850.
| |
[pagina 57]
| |
Toet-steen der liefde, verthoont in de historie van Celidea, Thamire ende Calidon. Over-gheset wt de Astrea. Amst. 1636.
Hollandsche trouwgevallen, voorgevallen tusschen Rudolf en Aurelia. Frederick en Margriet, Laurens en Constantia, Ferdinand en Amilia. Zijnde het vervolgh van Arantus en Rosemondt. Hier is noch bygev. de stantvastige Valerus en de onstantvastige en liefkoosende Amarille, voorgevallen in Amsterdam. Amst. 1678.
Z.C. van Uffenbach, Merkwürdige Reisen durch Niedersachsen, Holland und Engelland. Mit Kupfern. Frankf. u. Leipzig 1753, Ulm. 1754. 3 Bde.
A. Uppström, Codex argenteus sive sacrorum evangeliorum versionis Gothicae fragmenta, iterum recognita adnotationibusque instructa per lineas singulas ad fidem codicis, additis fragmentis codicum Ambrosianorum et tabula lapide expressa. Upsaliae 1854. 4o.
A. Uppström, Codices Gotici Ambrosiani sive epistolarum Pauli, Esrae, Nehemiae versionis Goticae fragmenta, iterum recognita per lineas singulas descripta, adnotationibus instructa. Holmiae et Lipsiae 1868. 4o.
A. Uppström, Fragmenta Gothica selecta ad fidem codicum Ambrosianorum Carolini Vaticani. Upsaliae 1861.
H. Usener, Commentatio de Iliadis carmine quodam Phocaico. Bonnae 1875. 4o. Op het 3de eeuwfeest opgedragen aan de Leidsche Universiteit.
G.C.C. Vatebender, Mengelwerk in ongebonden en gebonden stijl, bevattende verhandelingen over de cultuur der duinen, de belooningen van verdiensten en de spelling der Nederduitsche taal, benevens oorspronglyke dichtstukjes en overzettingen. Delft 1802.
J.J. Vereul, Reinoud van Adelfing. In zeven zangen. Amst. 1792.
Verhandeling over de zedelyke vryheid van den mensch. Haarl. 1784.
A. Ver Huell, Schetsen met de pen. Derde bundel. Arnhem 1876.
P.J. Vermeulen, Inventaris van het archief der provincie Utrecht. Van den vroegsten tijd tot 1610. Boekdeelen en bundels. Utr. 1875.
| |
[pagina 58]
| |
W.F. Versteeg, Atlas ja itoe kitab jang isinja Gambar-Gambar Doenia dan Sekaliën Tanah. Leiden 1875.
Vertoon ofte klare Spieghel, om te verstaen wat gierigheyt zij. T'samengestelt door een lief-hebber der waerheydt. Haarl. 1637. 12 Obl.
Victor Hugo, Ruy Blas, drama. Bruxelles 1838.
J. van Vloten, Vondel-Almanak. Nederlandsche Volkskalender voor 1876. Haarl. 1876.
Volkslieder der Montegriner und Herzegowinaer Serben. Leipzig 1837.
(Duitsche Volksschriften) Traurige Begebenkeit, welche sich am 2 März in Milo, eine Stunde von Roterrdam in Holland, zugetragen. - Wunderbare Vernichtung einer schauderhaften Räuberbande in Spanien. - Wahre Liebe und deren Opfer. In 1875 op de kermis te Dresden gekocht.
J. v. Vondel, Gysbrecht van Aemstel, d'ondergang van zijn stad en zijn ballingschap. Treurspel. Amst. 1638. 4o.
J. v. Vondel, Gysbrecht van Aemstel. Treurspel. Amst. 1860.
De Haagse Vondeling, of de historie van een jong heer van geboorte, door een juffer op zijn sterfbed gevonden. 's-Gravenh. 1758. 2 dln.
Vox Studiosorum. Studenten Weekblad. 1ste Jaargang. Leiden 1875.
G.W. Vreede, Onze diplomatie na de erkenning der onafhankelijkheid van België. Utrecht 1875.
G.W. Vreede, Hoe de gevaren in en buiten Europa voor Nederland af te wenden? Met eene inl. en bijlage. Utr. 1875.
M. de Vries, Allocutio qua professores ab aliis universitatibus legatos ad ferias trisaeculares universitatis Lugduno-Batavae concelebrandas, die VIII Febr. 1875 in senatu salutavit. (Lugd.-Bat. 1875).
H. Wachter, Lyk- en lof-rede op J. van Iperen. Amst. 1781.
J. van Walré, De vondeling. Tooneelspel. Haarl. 1793.
J. van Walré, Vriendenzangen tot gezellige vreugd. Tweede druk. Haarl. 1826. Obl.
J. van Walré, Eens grijsaards loofkransje om den gedenksteen van Corn. Loots. Z. pl. of j. - De Blinkert en de nieuwe Brouwerskolk bij Haarlem. (1833).
| |
[pagina 59]
| |
P.Fl. Weddigen, Westphälischer National-Kalender auf das Jahr 1804. Paderborn 1804. Met portret.
J. Wegeler, Coblenz in seiner Mundart und seinen hervorragenden Persönlichkeiten. Coblenz 1876.
Luxemburger Wegweiser nebst einer kurzen Beschreibung des J.P. Pescator'schen Bilder-Galerie von B. Schintgen. Luxemb. 1873.
J.C. Weyerman, De leevens byzonderheden van Johan Hendrik, Baron van Syberg, Heer van Ermelinghoven en Bonckersbek, etc. Utrecht 1733.
J.P. Wetzelius, Singaleesch belydenisboekje, 2de druk, oversien ende verbetert. Colombo 1742.
Ph.H. Wicksteed, The ecclesiastical institutions of Holland, treated with special reference to the position and prospects of the modern school of theology. Lond. 1875.
L.W. van Winter, geb. van Merken, Het beleg der stad Leyden. Treurspel. Verkort en gewijzigd. Kampen 1854.
P.G. Witsen Geysbeek, Epigrammatische Anthologie, of keur van puntdichten, uit de voornaamste Nederlandsche dichters bijeenverzameld. Amst. 1821.
P.G. Witsen Geysbeek, Apollineum. Bijdragen de Nederduitsche taal, dichtkunst, welsprekendheid en fraaije letteren betreffende. Amst. 1823-1827. 3 dln.
H. Witte, Het driekleurige viooltje. Novelle. Leiden 1875.
W.A. Wohlbruch, De Vampier, romantisch zangspel. Naar de vertaling van Byron vrij bewerkt. Naar het Hoogd. Amst. 1835.
W.P. Wolters, Uit het Friesche zeemansleven. Leiden. 1875.
Woordenlijsten, Brasiliaansche en Chilesiaansche. Gr. fo.
Zinryk en schertsend Woordenboek. Amst. 1759-'61. 3 dln.
J. Zoet, d'Uitsteekenste digt-kunstige werken. Bestaande in verscheiden ernsthaftige en boertige stoffen. Naa zijn leven byeengebragt door een liefhebber der Neederd. Digt-kunst Alsmede het tooneel-spel genaamt Hel en Heemel. Nooit gedrukt. Beneffens eenige Graf-schriften. Amst. 1675.
H. Zurmühlen, Des Dülkener Fiedlers Liederbuch. Viersen 1875. | |
[pagina 60]
| |
Vergun mij ook de namen te noemen dergenen, die onze boekerij met geschenken hebben verrijkt. J.A. Alberdingh Thym, J.T. Bergman, T.H. de Beer, J.J.C. den Beer Poortugael, E. Bernhardt, H.J. Betz, Bestuurderen van het Blinden-Instituut te Amsterdam, Gebr. Binger, W.B.S. Boeles, J. Bolhuis van Zeeburgh, R. Koopmans van Boekeren, Mej. A.M. Bogaers, F. de Cort, C.E. Daniëls, J.H. van Dale, J.M.E. Dercksen, J.C. Drabbe, An. De Caix de Saint-Aymour, J. Dirks, J.H. Doorman, G.F. Dommelen, W.N. du Rieu, W. Eekhoff, W.B.J. van Eyk, G.D. Franquinet, J.G. Frederiks, J. de Fremery, R.J. Fruin, A.J.A. Gerlach, J.G. Gleichman, W. Th. van Griethuijsen, J. Habetz, J. Hartog, H.G. Hagen, J.P. Heye, J. Hoek, C. Honigh, W.J.A. Huberts, A.W. Jacobson, H.Q. Janssen, Kervyn de Volkaersbeke, J. Kneppelhout, W.J. Knoop, G. Kolff, A.J. Kronenberg, A.C. Kruseman, F. Latendorff, P. Leendertz Wz., A.L. Lesturgeon, P.A. van der Lith, B.F. Matthes, J.H. Meyer, P.L. Muller, D. Muller Bosgoed, J. Nolet de Brauwere van Steeland, J.B. Nordhoff, W.J.F. Nuyens, M. Nyhoff, J.J. van Oosterzee, H.M.C. van Oosterzee, A. Oudeman, M.A. Perk, M.E.C. Plemp, W. Pleyte, M. Henriquez Pimentel, J. Pijnappel, H.C. Rogge, J.H. Rössing, W.P. Sautijn Kluit, A.J. Servaas van Rooijen, H.D.J. Schevichaven, F.G. Slothouwer, H.J. Smidt, M.A. Snoeck, J. Soutendam, J.W. Staats Evers, Prov. Staten van Friesland, V. de Stuers, W.H.D. Suringar, P.H. Suringar, L.J. Suringar, A.W. Sijthoff, D.A. Thieme, P.A. Tiele, H.W.T. Tydeman, W.F. Versteeg, P.J. Vermeulen, A. Ver Huell, S. Vissering, J. van Vloten, G.W. Vreede, M. de Vries, J. Wegeler, P.H. Wicksteed, H. Witte. | |
[pagina 61]
| |
Wij ontvingen ten vervolge en tot aanvulling: Annales Academici, 1871/72. - Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht, Bijdragen, Dl. II en III, afl. 1. - R.C. Bakhuizen van den Brink, Studiën en Schetsen, Afl. 6. - Bato, 1875, 1876, No 1-5. - Bibliographische adversaria, D. II, III, No 1, 2. - Heraldieke Bibliotheek, 1874 en 1875. - Bouwkundig Album, 2de Serie, afl. 6. - Bibliothecae regiae Monacensis Catal. codicum latinorum, T. II, p. 2. Die Hebraeischen Handschriften, Beschr. von M. Steinschneider, München 1875. Verzeichniss der orientalischen Handschriften. - J. de Bosch Kemper, Geschiedenis van Nederland na 1830, Dl IV. - W.G. Brill, Voorlezingen over de Geschiedenis der Nederlanden, Dl II, st. 3. - Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, Dl. III, IV, afl. 1, 2. - Bijdragen voor Vaderl. geschiedenis en oudheidkunde, N.R. Dl VIII, IX, afl. 1, 2. - Systematische Catalogus der Provinc. bibliotheek van Friesland, 3de ged. Leeuw. 1875. - Leidsche Courant, 1875. - Leidsch Dagblad, 1875. - Het Vaderland, 1875. - J.M.E. Dercksen, Gedenkboek der feestvieringen ter gelegenheid van het 300jarig bestaan der Hoogeschool te Leiden, afl. 2-6. - C. Ekama, Catalogus van boeken en pamfletten over de geschiedenis van Haarlem, supplement. - La Flandre, 2de Serie T. IV. 3me Serie, T.I. livr. 1-4. - E. Förstemann, Geschichte des deutschen Sprachstammes, B. II. - Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, Dl VI, st. 3. - De Gids, 1875, 1876 No 1-5. - Guldens-Editie. No 101-108. - Jaarboekje voor het Notaris-ambt, 1876. - A. de Caix de Saint-Aymour, Indicateur de l'archéologue, 1874. - Los en Vast, 1875, 1876, afl. 1. - De Navor- | |
[pagina 62]
| |
scher, 1875, 1876, No 1-3. - W.J.F. Nuyens, Algemeene geschiedenis des Nederl. volks, Dl. VII-IX. - E.J. Potgieters verspreide en nagelaten werken, Afl. 4-29. - F. de Potter en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten in Oost-Vlaanderen, Dl XIX, XX. - Register van charters en bescheiden in het oude archief van Kampen, Dl IV. - Chr. Sepp, Geschiedkundige nasporingen, St. III. - S.C. Snellen van Vollenhoven, Pinacographia, P. II, afl. 2. - J.W. Staats Evers, Kroniek van Arnhem, 1233-1789. - De Taal- en Letterbode, Jaarg. 6. - Tijdschrift voor het Nederlandsch regt, van Oudeman en Diephuis, Dl II, III, VII. - De Toekomst, 1875, 1876, No 1-4. - M. van Vaernewyck, Van die beroerlicke tyden in die Nederlanden, Dl. III. - Verslag van den toestand der gemeente Leiden, 1875. - Verslag van het Gymnasium te Leiden, 1874/75. - Volksalmanak voor Nederl. Katholieken, 1876. - Onze Wachter, 1875, 1876, afl. 1-4. - P. Wackernagel, Das deutsche Kirchenlied, B. V, Lief. 2-7. - Wandelingen door Nederland, door Craandijk en Schipperus, Dl I, afl. 7-12, II 1-5. - Wetenschappelijke bladen, 1875, 1876, afl. 1-5. - Woordenboek der Nederl. taal, 2de St. afl. 8, 3de St. afl. 4. - Biographisch Woordenboek der N.- en Z.-Nederl. Letterkunde, Afl. 7-9. - Deutsches Wörterbuch van I. en W. Grimm, B. IV, Abth. 2, Lief. 9. - Hoch- und Nieder-Deutsches Wörterbuch von Diefenbach und Wülcker, Lief. 3. - Zeitschrift für Deutsches Alterthum, N.F.B. VII, H. 1-3. - Zeitschrift für vergleichende Sprachforschung, N.F.B. III. H. 1, 2. | |
[pagina 63]
| |
Van Binnen- en Buitenlandsche Genootschappen ontvingen wij de volgende werken: | |
Nederland.Koninkl. Academie van Wetenschappen te Amsterdam. Versl. en Meded. Afd. Natuurk, 2de R. IX. 1, 2, 3. - Afd. Letterkunde, V. 1, 2. - Jaarboek 1874. - Carmina latina.
Koninkl. Oudheidkundig Genootschap. Verslag 1874.
Prov. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in N. Brabant. Hand. 1875. - P.J. Ridder van der Does de Bye, Analytische Catalogus der oorkonden en handschriften.
Friesch Genootschap van Oudheid- Taal- en Geschiedkunde. De Vrye Fries, 3de R. Dl I, St. 1. - Friesche Oudheden, Afl. 4. - Verslag 47.
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Versl. 1869-1874. - Wet. - G.W. Vreede, L.P. van de Spiegel en zijne tijdgenooten, Dl II. - Archief, Dl III, St. 2. - P.J. Neyt, De afdamming van het Sloe.
Prov. Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. Verslag 1874. - Aanteekeningen 1874. - S. Muller, Geschiedenis der Noordsche Compagnie. - J.G.R. Acquoy, Het klooster te Windesheim en zijn invloed, Dl. I.
Historisch Genootschap te Utrecht. Kroniek 1874. - Werken, No 21, 22.
Vereen. tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. Verslag 1874, '75. - Stad-, dijk- en markeregten, Dl III, St. 5-8.
Bataviaasch Gen. voor Kunsten en Wetenschappen. Tijdschrift, XXI, 5, 6. XXII. 4-6. XXIII, 1. - Notulen, XII, 4. XIII, 1, 2. - Verhandelingen, 37, 38.
Teylers Genootschap te Haarlem. Archives, Vol. IV, fasc. 1.
Vereeniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis. Uit- | |
[pagina 64]
| |
gave van oudere N. Nederl. meesterwerken, VI. - R. Eitner, Acht zes-stemmige psalmen van J.P. Sweelinck.
Kon. Instituut v.d. Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned. Indie. Bijdragen, X, 1, 2, 3. - C.G.H. van Rosenberg, Reistochten naar de Geelvinkbaai op Nieuw-Guinea in 1869 en 1870. 4o.
Vereen. tot daarstelling van eene algemeene openbare bibliotheek te Rotterdam. Verslag 17.
Rijks-archief. Verslag 1874.
Koninkl. Bibliotheek. Verslag 1874.
Soc. Hist. et d' Archéol. dans le Duché de Limbourg. Publications, T. XI.
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Jaarboek 1873/74. - Punten ter beschrijving, 1875. - Volksalmanak 1876. - Neerlands wettige strijdkrachten tegen een machtigen vijand. - Handelingen 1875.
Instituut voor Doofstommen te Groningen. Algemeen verslag 1875.
Museum van Oudheden in Drenthe. Verslag 1874.
Stedelijk Museum te Alkmaar. Verslag 1875.
Maatschappij tot bevordering van Nijverheid. Tijdschrift, 3de R. Dl XVI, St. 3-6. Dl XVII, St. 1. - Handelingen 1875, Afl. 2 met Bijl. - Programma 1875. - Handel. der 98ste Alg. vergadering. - Hand. en Meded. 1876, Afl. 1.
Marnix-Vereeniging. Werken, Serie II, Dl. I, 2.
Maatschappij Felix Meritis. Verslag 1874/75.
Indisch Gonootschap. Verslagen, 1875, 9 Maart, 28 Mei, 2 Nov., 28 Dec. 1876, 25 Jan., 22 Febr. - Naamlijst der leden, Mei 1875.
Aardrijkskundig Genootschap. Tijdschrift, No 6, 7, 8. - Handleiding voor wetenschappelijke waarnemingen No 9. - L.R. Koolemans Beynen, De reis der Pandora naar de Noordpoolgewesten in 1875.
Nederlandsch Tooneelverbond. Het Nederl. tooneel. Jrg. V. 1-12.
Vereen. ter beoefening van de krijgswetenschap. Verslagen 1866, '73.
| |
[pagina 65]
| |
Vereeniging tot bevordering van Fabriek- en Handwerksnijverheid. Verslag, 1875. | |
Belgie.Soc. libre d' émulation de Liège. Mémoires, N.S.T.V.
Soc. scientifique et littéraire du Limbourg. Bulletin, T. XIII.
Willemsfonds. Uitgave No 81. - Volks-almanak, 1876. - Jaarboek 1876.
Soc. des sciences, des arts et des lettres de Hainaut. Mémoires et publications, S. III, T. 10.
Société de l'histoire de Belgique. C. Paillard, Histoire des troubles religieux de Valenciennes. T. III. | |
Luxemburg.Institut Royal Grand-Ducal de Luxembourg. Publications, Sect. Hist., T. XXIX (VII), XXX (VIII). | |
Zwitserland.Historische und antiquarische Gesells. in Basel. Beiträge, Bd. X.
Hist. Verein der Orte: Uri, Schweiz, Unterwalden und Zug. Geschichtsfreund, Bd. XXIX.
Soc. d'Histoire de la Suisse Romande. Mémoires et documents, T. XXIX.
Antiquarische Gesellschaft in Zurich. Mittheilungen, Bd. XVIII, H. 3, 4, 8; XVI, Abth. II, H. 1, 2, 4; XVII, H. 5, 6. | |
Duitschland.Geschichts und Altherthumsforschende Gesellschaft des Osterlandes zu Altenburg. Mittheilungen, Bd. VIII, H. 1.
Histor. Verein für Oberfranken zu Bamberg. Bericht, 36.
| |
[pagina 66]
| |
Histor. Verein im Regierungsbezirke von Schwaben und Neuburg zu Augsburg. Zeitschrift, II, 1-3.
Histor. Verein für Westfalen. Blätter 1875, H. 1-4.
Alterthums Gesellschaft in Königsberg. Altpreuss. Monatsschrift, 1875. 1876, H. 1, 2.
Verein für Geschichte und Altherthumskunde von Oberfranken zu Bayreuth. Archiv, Bd. XIII, H. 1.
Verein von Altherthumsfreunden im Rheinlande zu Bonn. Jahrbücher, H. 52-56.
Abtheil. des Künstlervereins f. Bremische Geschichte und Altherthümer zu Bremen. Bremisches Jahrbuch, VI, VII.
Schlesische Gesellschaft f. Vaterl. Kultur zu Breslau. Jahres-Bericht, 52. - Fest-Gruss.
Histor. Verein f. Steiermark zu Grätz. Mittheil., H. 23. - Beiträge, Jahrg. 12.
Abtheil. der Gesselschaft f. Pommersche Geschichte und Altherthumskunde zu Greifswald. K. von Rosen, Vom Baltischen Strande.
Verein f. Siebenburgische Landeskunde zu Hermannstadt. Archiv, Bd. XI, H. 3; XII, H. 1. - Jahresbericht, 1873-1874. - Die Siebenbürgisch-Sächsische Bauer.
Ferdinandeum f. Tirol und Vorarlberg zu Innsbrück. Zeitschr. 3e Folge, H. 19.
Verein f. Hessische Geschichte und Landeskunde zu Kassel. Zeitschrift, Bd. IV, V, H. 1-4. - Festschrift, 1874. - Verzeichniss d. Mitglieder, 1874, 1875.
Gesellschaft f. die Gesch. der Herzogthümer Schleswig-Holstein u. Lauenburg zu Kiel. Zeitschrift, Bd. V, Schlusz-Heft. - Quellensammlung, Bd. IV, H. 2. - Urkundensammlung, Bd. IV, Fasc. II.
Verein f. Lübeckische Geschichte und Alterthumskunde zu Lübeck. Zeitschrift, III, 2. - Bericht 1872, 1873.
Verein z. Erforschung der Rheinischen Geschichte u. Alterthümer in Mainz. Zeitschrift, Bd. III, H. 2.
Histor. Verein von u.f. Oberbaijern zu München. Jahresbericht 34 u. 35. - Archiv. Bd. XXXIII, H. 2, 3. Bd. XXXIV, H. 1, 2.
Germanisches National-Museum zu Nürnberg. Anzeiger 1874.
| |
[pagina 67]
| |
Histor. Verein zu Osnabruck. Mittheilungen, Bd. X.
Köningl. Böhm. Gesellschaft der Wissenschaften zu Prag. Sitzungsberichte 1874. - Abhandlungen, Bd. VII.
Verein f. Geschichte d. Deutschen in Böhmen zu Prag. Mittheil. Jahrg. XII, No 3-6, XIII, 1-6, XIV, 1, 2. Jahresber. 12, 13. - A. Horawitz, C. Bruschius. - C. Leeder, Beiträge zur Geschichte von Arnau.
Verein f. Mecklenburgische Geschichte und Alterthumskunde zu Schwerin. Jahrbücher und Jahresber. Bd. XXXIX.
Verein f. Geschichte und Alterthümer der Herzogthümer Bremen u. Verden zu Stade. Archiv, 5 (1875).
Gesellschaft f. Pommersche Gesch. und Alterthumskunde zu Stettin. Baltische Studien, Jahrg. XXV, H. 2.
Verein f. Kunst und Alterthum in Ulm u. Oberschwaben zu Ulm. Verhandlungen, N.R.H. 7. - Korrespondenzblat 1876, No 1, 2, 3.
Histor. Verein f. das Wirtembergische Franken zu Weinsburg. Zeitschrift, Bd. IX, 2, 3. X, 1.
Verein f. Nassauische Alterthümer und Geschichtsforschungen zu Wiesbaden. Annalen, Bd. XIII.
Kais. Königl. Akademie d. Wisschenschaften zu Wien. Sitzungsberichte Bd. LXXVIII, LXXIX, LXXX, H. 1, 2.
Kais. Königl. Geogr. Gesellschaft zu Wien. Mittheilungen, 1874. - Catalog 1861.
Histor. Verein v. Unterfranken u. Aschaffenburg zu Wurzburg. Archiv. Bd. XXIII, H. 1.
Gesammtverein der Deutsche Geschichts und Alterthumsvereine zu Altenberg. Correspondenzblatt, 1875, 1876, 1, 2.
Antropologische Gesellschaft in Wien. Mittheilungen, Bd. V, No 1-10.
Histor. Verein für das Groszherzogthum Hessen zu Darmstadt. Archiv., Bd. XIV, H. 1. | |
Frankrijk.Soc. Dunkerquoise pour l'encouragement des sciences des lettres et des arts à Dunkerque. Mémoires, Vol. XVII.
| |
[pagina 68]
| |
Soc. des Antiquaires de la Morinie à St. Omer. Bulletin historique, Liv. 92-95.
Société nationale Académique. Mémoires 1871. | |
Denemarken.Konglig Nordiske Oldskrift Selskab. Kjöbenhafn. Aarböger. 1873, Tillaeg. 1874, H. 1-4. - Mémoires 1873-1874. - Kongehöiene i Jellinge. | |
Zweden.Det Kong. Norske Universitet. Christiania. Th. Kjerulf, Om skuringsmaerker, glacialformationen, terrasser og strandlinier. | |
Rusland.Gelehrte Esthnische Gesellschaft zu Dorpat. Verhandlungen, Bd. VIII, H. 2. - Sitzungsberichte, 1874.
Gesellschaft f. Geschichts- u. Alterthumskunde der Ostsee-provinzen Russlands zu Riga. Mittheilungen, Bd. XII, H. 1. - Sitzungs-Berichte, 1875. | |
Amerika.Smithsonian Institution at Washington. Annual report of the board of regents, 1873, '74. |
|