lukte. Spr. wenschte aan het Bestuur de bevoegdheid gegeven te zien, om den dag der Jaarlijksche Vergadering, in geval dit noodig was, te verschikken. Het Bestuur had dit ook nu reeds gedaan, en hij zou de laatste zijn, om dezen maatregel af te keuren, maar volgens de wet had het Bestuur eigenlijk daartoe de vrijheid niet. Deze zaak zal door het Bestuur in overweging worden genomen.
Nadat eindelijk de Voorzitter de leden dringend uitgenoodigd had, om het volgende jaar tijdig te melden, of men aan den maaltijd wenscht deel te nemen, en daardoor te verhoeden, dat die ook ten derden male niet doorgaat, wordt de Vergadering door den Voorzitter gesloten.