Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1873
(1873)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 77]
| |
uit. Het blijkt uit de ingeleverde brieven, dat de meerderheid op zich vereenigd hebben 33 leden, terwijl voor de beide nog overige plaatsen op drie leden een gelijk aantal stemmen is uitgebracht. De Vergadering besluit ze allen als gekozen te beschouwen. Alzoo zijn benoemd de volgende | |
Binnenlandsche leden.Aart Admiraal, telegrafist te 's Gravezande. Dr. J. L'Ange Huet, te 's Gravenhage. H. Beijerman, kapitein der veld-artillerie, te Leiden. D. Mulder Bosgoed, bibliothecaris van het Leeskabinet, te Rotterdam. P.F. Brunings, majoor der infanterie, te Breda. F.A.T. Delprat, generaal-majoor, oud-minister van oorlog, te Amsterdam. Mr. J.G.A. Faber, advocaat en schoolopziener, te Amsterdam. J.G. Frederiks, leeraar in de geschiedenis aan de hoogere burgerschool, te Zutfen. Mr. H. Gerlings, bibliothecaris der stads-bibliotheek, te Haarlem. Dr. T.J. Halbertsma, rector van het gymnasium, te Haarlem. Dr. W.L. van Helten, leeraar aan de hoogere burgerschool, te Rotterdam. Dr. A. Heynsius, hoogleeraar in de geneeskunde, te Leiden. T.H. Hugenholtz Jr., predikant, te Amsterdam. Mr. A. Wm. Jacobson, advocaat bij den Hoogen Raad, te 's Gravenhage. Mr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet, te Oost-kapelle. Dr. A.W.T. Juynboll, professor in de Indische taal-, land- en volkenkunde, te Delft. | |
[pagina 78]
| |
Dr. C.M. Kan, leeraar in de aardrijkskunde aan de hoogere burgerschool, te Utrecht. G.L. Kepper, kapitein der genie, te Heusden. J. van Leeuwen, secretaris van het Ned. Bijbelgenootschap, te Amsterdam. A.C. Loffelt, leeraar aan de hoogere burgerschool, te Dordrecht. G. van Milligen, directeur van 's Rijks kweekschool, te Groningen. Dr. H. Oort, hoogleeraar in de letteren, te Amsterdam. M.A. Perk, predikant, te Amsterdam. M.E.C. Plemp, civiel-ingenieur, leeraar aan de hoogere burgerschool, te Maastricht. A. Pompe, kapitein bij het regiment grenadiers en jagers, te 's Gravenhage. A.C. Quant, deken van Rijnland, te Leiden. Dr. J. Rutgers, praeceptor van het Gymnasium, te's Gravenhage. J. van Santen Kolff, te 's Gravenhage. H. Steenberg, predikant, te Amsterdam. F. de Stoppelaar, oud-leeraar in de nederlandsche taal, te Leiden. J. van der Veen, griffier bij het kantongerecht en schoolopziener, te Hoogeveen. Dr. J. Verdam, leeraar aan het gymnasium, te Leiden. Mr. A. Verhuell, te Arnhem. G.A. Vorsterman van Oyen, hoofdonderwijzer te Aardenburg. Dr. A. Vrolik, oud-minister van Financiën, te 's Gravenhage. E. de Waal, oud-minister van Koloniën, te 's Gravenhage. | |
[pagina 79]
| |
Buitenlandsche leden.J.P. van der Auwera, stads-rentmeester, te Leuven. Anton Bergmann, advocaat, te Lier. Dr. Ernst Bernhardt, leeraar aan het Gymnasium, te Elberfeld. W. Bode, ambtenaar bij het Museum te Berlijn. P. Marchegay, hon. archivaris van het dep. Maine et Loire, aux Roches Baritaud. O. Jul. Wegeler, geheim Medicinalrath, te Coblenz.
Uit naam der vergadering betuigt de Voorzitter aan de Commissie dank voor de door haar genomen moeite. |
|