Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1864
(1864)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 143]
| |
VIII. Inventaris der handschriften van Mr. S.C. Nederburgh, commissaris generaal van Nederlandsch Indie, opgemaakt door Mr. J.P. de Fremery Jr.Ga naar voetnoot1.Belangrijke stukken betrekkelijk de Oost-Indische Commissie.Portefeuille M.Verzameling van besluiten der Heeren Commissarissen Generaal met bijlagen, betrekkelijk het in 1793 bevonden tekort in 's Comp. IJzer Magazijn. Register derzelve stukken. Journaal gehouden aan boord van 's lands fregat de Amazoon, bestemd naar de O.I., ter overbrenging van Heeren CC. GG. | |
[pagina 144]
| |
Generale, secreete en bijzondere instructiën en orders voor de Commandanten der reserves en posten te Batavia. Register van de stukken op Banda ontvangen en achtergelaten door de Commissarissen tot het Militair Examen van 's Comp. Staat van Militie en Defensie in Indiën, 1791. Dubbel aanwezig. | |
Belangrijke stukken aangaande de Oost-Indische Commissie en de daaruit voor Mr. S.C. Nederburgh voortgevloeide onaangenaamheden.Portefeuille N.Lijst van brieven en andere papieren bij mij Mr. H. Nederburgh ontvangen, betrekkelijk mijnen oudsten zoon Mr. S.C. Nederburgh, sedert zijne aanstelling tot eerste Comm. Generaal over geheel Ned. Indië en Cabo de Goede Hoop, den 27sten Mei 1791. Missive in do 22 December 1795 aan de Bewindhebberen der O.I. Comp. door Mr. S.C. Nederburgh, houdende verzoek om ontslag als Eerste Comm. Generaal. - NB. Door Mr. S.C.N. zelf geschreven, doch niet geteekend en zonder bijlagen. A, B en C. Verhandeling enz. van W.J. van de Graaff, gewezen Directeur Generaal en eerste Raad extra ord. van Indië, houdende klagten over het hem in Indië wedervarene. Pro Memoria in do 31 Dec. 1798 geschreven en onderteekend door Mr. S.C.N.; ter regtvaardiging van Z.H. Ed. gedrag jegens den voormelden de Graaff. - NB. Op | |
[pagina 145]
| |
dit stuk is door Mr. S.C.N. aangeteekend: ‘Alleen aan mijnen vader verzonden en tot nog toe aan niemand gecommuniceerd.’ Register van de brieven door Mevrouwe Nederburgh geschreven over betaling van tractement, ontslag van Mr. S.C.N. enz. | |
Portefeuille S.Missive van Mr. S.C.N. in dato 22 December 1795 aan de bewindhebberen, uitmakende de Vergadering van Zeventienen, houdende verzoek om ontslag als Eerste Commissaris Generaal, met bijlagen. Dubbel aanwezig, beide exemplaren door Mr. S.C.N. onderteekend. Missive van denzelven in dato 10 Julij 1797 aan de bewindhebberen, uitmakende het Commité tot den O.I. handel en bezittingen, met hetzelfde verzoek. - NB. Door Mr. S.C.N. onderteekend. Request van denzelven in dato 24 Mei 1803 aan het Staatsbewind der Bataafsche Republiek, opdat hetzelve den Raad der Aziatische Bezittingen en Etablissementen voor zoo veel noodig zoude authoriseren om hem Requestrant compleet te dechargeeren van de Commissie door hem in Indiën bekleed; gedrukt. No. 372 behoorende tot de bijlagen van het vierde gedeelte van het verslag van C.C.G.G. opgenomen achter bovenstaande request, bladz. 91 tot 113, handelende over het geschiedde aan de Kaap de Goede Hoop tusschen den Engelschen Admiraal Elphinstone, den Commissaris Sluysken en den Kapitein Dekker. Tien bijlagen tot . . . . . . ., hebbende betrekking op den Directeur Generaal van de Graaff en den Comm. Gen. Frykenius, benevens eenige brieven, couranten enz. | |
[pagina 146]
| |
Portefeuille T.Missive in dato 1 Julij 1795 van Mr. S.C.N. aan Heeren Gecommitteerden tot de zaken der O.I. Comp. Met bijlagen. - NB. Dit is de brief, waarvan in de Missive van 22 Dec. 1795 wordt gesproken, en die de eerste bijlage derzelve is, ofschoon dezelve zich bij geen der exemplaren dier Missive bevindt. Zamengenaaide papieren, relatief de verdediging en overgave van het Gouvernement Banda en de daarop genomen dispositiën door C.C.G.G. Ettelijke nommers van het Nationaal Magazijn, Advertentie van Mr. S.C.N. aan zijne Landgenooten; gedrukt. Nog eenige copiën van brieven enz.
Korte Notulen van de vergaderingen van C.C.G.G. 10 October 1795 tot 27 December 1796. Realia op de Secreete Resolutiën van C.C.G.G., 15 October 1794 tot 17 Maart 1799. Marginalia op de inkomende brieven uit Nederland aan C.C.G.G., 24 Januarij 1794 tot 17 Januarij 1799. Register van de ingekomene en afgegane brieven van en naar Nederland, met eene Nota der schepen (en derzelver lot, voor zoo ver zulks bekend was), met welke brieven zijn verzonden. Register van de ingekomene en afgegane brieven van en naar de Indische Comptoiren. Register op de ingekomen brieven aan C.C.G.G.; in quarto. Marginalia op de afgaande brieven van C.C.G.G. zoo aan de Hooge Regering als aan de respectieve buitenkantoren, 3 deelen, loopende te zamen van 19 November 1793 tot 12 September 1799. | |
[pagina 147]
| |
Register op dezelve afgaande brieven, 3 deelen. Marginalia op de afgaande brieven van C.C.G.G. naar Nederland, 14 December 1793 tot 22 December 1798. Register op dezelve afgaande brieven. Realia op de afgaande brieven van de gecombineerde vergaderingen van C.C.G.G. en de Hooge Regering, loopende van 24 Maart 1796 tot 20 September 1799. | |
Betreffende de Generale Nederlandsche Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie.Portefeuille I.Memorie van aanteekeningen op Consideratiën over de oorzaken der verachtering en middelen tot verbetering der O.I. Comp. door Mr. F.W. Boers, 1791. Missive van den Adv. Consulent Boers in dato 29 Maart 1791, houdende reflectiën omtrent de tegenwoordige gesteldheid der Maatschappij, alsmede consideratiën op de Memorie van den Adv. Nederburgh, nopens de middelen, welke zouden moeten worden aangewend om alle confusie te vermijden, die van den tegenwoordigen hopeloozen toestand van 's Comp. zaken moeten worden geapprehendeerd. Missive van den Oud-Secretaris der Hooge Regering Crane in dato 5 April 1791, nevens aanmerkingen op de consideratiën van den Adv. Nederburgh. Memorie van denzelfden betrekkelijk den handel in Indiën, in dato 9 April 1791. Consideratiën over het belang, dat de Republiek heeft | |
[pagina 148]
| |
bij den O.I. handel in het algemeen en bijzonder bij het bestaan der O.I. Comp. Memorie van den tegenwoordigen staat van de Comp. vergeleken met haren staat vóór en gedurende den jongsten oorlog met Engeland, en de middelen, welke zouden kunnen dienen tot haar grondig en bestendig herstel, door Gecommitteerden uit de Vergadering van Zeventienen, 1788. Aanmerkingen en ophelderingen omtrent de particuliere Navigatie en Commercie, die er in de O.I. geweest is en nog is, 1790. Over den handel tusschen Oost-Indiën en Amerika, 1781. Over den handel op Bengalen. Stukken nopens de Wassenaarsche tol. Stukken betrekkelijk den boekhouder Claus. Stukken aangaande de Commissie van de Heeren Gecommitteerden tot de zaken van 's Lands Esquader. Specifique opgave van het bij de O.I. Comp. ter kamer Hoorn verhandelde van 1769 tot 1787. | |
Portefeuille B.Concept der en stukken betreffende de door Mr. S.C.N. in 1802 uitgegeven Verhandeling. | |
Portefeuille O.Belangrijke stukken, zijnde ontwerpen, aanmerkingen enz. voor het toekomstig burgerlijk en financieel bestuur der O.I. Comp. Zamengenaaide stukken, relatief de Missive van den Bewindhebber Craeyvanger, in dato 3 Januarij 1794, met | |
[pagina 149]
| |
bijlagen; eerste deel. - NB. Hierin ligt ook het register op het tweede deel, doch dat deel is nergens gevonden. Vijf stuks aanmerkingen enz., welke ook vervat zijn in bovengemeld eerste deel, bladz. 69-192, 205-260 en 309-344. Eene Missive van den Bewindhebber Craeyvanger, in dato 22 Februarij 1795. Missive van Heeren C.C.G.G., in dato 29 October 1798. Aanmerkingen van den Secretaris Daniëls op de berekening der O.I. ontvangsten en uitgaven. Zamengenaaide bijlagen tot de Missive van Heeren C.C.G.G., in dato 4 Julij 1795. Iets aangaande de O.I. Comp., het vernietigen van het vorig bewind en de gehouden directie door Bewindhebbers en C.C.G.G., door Mr. H. Nederburgh.
Compendieuse 't samentrekking van den principalen inhoud der contracten, firmans, couls en verbonden, successivelijk gesloten en aangegaan met verscheiden Keizers, Koningen, Potentaten, Landsheeren, Gouverneurs enz., eerstelijk bij de respective Admiraals, en vervolgens door ofte uit name der Wel-Edele Heeren Gouverneur-Generaals en Raden van Nederlandsch Indië, representerende de Generale Nederlandsche geoctroyeerde Oost-Indische Comp. Twee deelen in folio, loopende zamen van 1596 tot 1742. Repertorium van de Kamer Amsterdam, Anno 1790. Instructive papieren voor de overheden van 's Comp. schepen; gedrukt. Artikel-brief en verdere instructive papieren voor de overheden van 's Comp. schepen; gedrukt. Dubbel aanwezig. | |
[pagina 150]
| |
Betreffende het eiland Java.Portefeuille R.Consideratiën van den Raad extra-ord. van Ysseldijk, op het berigt van den tegenwoordigen toestand der Bataafsche bezittingen in Oost-Indië en den handel op dezelve, door den Heer D. van Hogendorp, voornamelijk echter over Java. Antwoord van den Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust Engelhard op de voormelde consideratiën. Gedeeltelijke gedachten van den Opperkoopman, Eersten resident aan het Hof van den Keizer van Java, van den Berg, over gezegd antwoord. Vertoog van denzelven van den Berg aan Zijne Majesteit den Koning van Holland over Java, 1807. Brieven door denzelve aan gemelde Z.M., aan Zijne Exc. den Minister van der Heim en aan den Gouverneur Generaal van Overstraten. Aparte brief van den provisioneelen Eersten Raad en Directeur-Generaal van Indië, Gouv. en Direct. van Java's Noord-Oostkust, Engelhard, in dato 29 Junij 1805 over de schaarsheid en de verduring der rijst op Java, met bijlagen. Missive van denzelfden, in dato 18 Augustus 1805 over Javasche zeeroovers. | |
[pagina 151]
| |
Java's Noord-Oostkust.Portefeuille C.Memorie van den Raad extraordinair van den Berg, afgaanden Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust, betrekkelijk den toestand van Java's Noord-Oostkust voor derzelver aankomenden Gouverneur en Directeur Siberg, 1780. Memorie van den Raad extraordinair Siberg, afgaanden Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust, voor den Raad extraordinair aankomenden Gouverneur en Directeur Greeve, 1787. Ingekomene brieven van de Javasche Ministers, 1798. Afgegane aan dezelve, 1798. Copy derzelve afgegane brieven. | |
Portefeuille D.Ingekomen brieven van de Javasche Ministers enz. 1798. - NB. Copie der ingekomene brieven aanwezig in de Portefeuille C. Korte schets van het Hof en de familie des Sultans en derzelver betrekkingen tot de O.I.C., de Ceremoniën met de regenten in gebruik enz., als ook aanmerkingen over de peperplantagiën, indigomakerijen, door den Opperkoopman W.H. van Ysseldijk, Eersten Resident aan het Hof des gezegden Sultans, 1793. Aanmerkingen enz. over de koffij- en pepercultuur op Java. Diverse instructiën en berigten omtrent de houtbosschen op Java. Memorie van den Raad extraordinair Greeve, afgaanden Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust voor | |
[pagina 152]
| |
den aankomenden Gouverneur en Directeur van Overstraten, 1791. | |
Portefeuille E.Register van bijlagen tot de Missive van den Raad extraordinair Baron van Reede tot de Parkeler, Gouverneur en Directeur van Java's Noord-Oostkust. Inlandsche Correspondentie. Requesten om verbetering van bestaan en ontheffing van ambtgeld. Beantwoorde requesten door de Residenten ten Gouvernemente van Java's Noord-Oostkust. In deze portefeuille bevinden zich eenige inlandsche brieven op inlandsch papier en met dito zegels, een inlandsche afscheidsbrief aan Mr. S.C.N. en twee teekeningen, naar het schijnt, van bergen of steenen, voorzien met de namen van Nederburgh, van Reede Roesler en Goenoeng Marbaboe. | |
Ongezondheid van Batavia.Portefeuille A.Deze portefeuille bevat vele aanmerkingen van onderscheidene personen, over de ongezondheid van Batavia en de onderscheidene tot derzelver verbetering voorgeslagene middelen; daaronder bevinden zich vier geschrevene exemplaren van het 1e stuk des 2den deels der verhandeling over Batavia door den Luitenant Colonnel der Genie Reimer, behelzende dat stuk een onderzoek naar de voornaamste redenen der ongezondheid van Batavia's dampkring en wateren, alsmede van den eigenlijken | |
[pagina 153]
| |
aard derzelve. Verder is van die Verhandeling niets meer aanwezig dan het eerste blad van het 2e deel. | |
Batavia's bovenlanden en Regentschappen.Portefeuille F.Verslag van de jongste in de bovenlanden gedane militaire expeditie. Notitie van eenige Comp. landen, tot nog toe door de Commandanten en hunne officieren in leen bezeten, doch Ao. 1778 verkocht, gemerkt L.A. Berigt van den gecommitteerde tot de zaken van den Inlander nopens gedane aanhaling van gesmokkelde Amphioen. Consideratiën over de Jacatrasche en Preanger Regentschappen door Mr. S.C.N. Placaat betreffende de producten, die gezegde Regentschappen zouden kunnen leveren, 1754; gedrukt. Berigten aangaande de inkomsten van den gecommitteerde tot de zaken van den Inlander over de schulden der regenten van de boven- en Preangerlanden en gedane afrekeningen met hen. Rapporten van meergem. gecommitteerde wegens den uitslag zijner reizen naar eenige bovenlanden; verder klagten over bedriegerijen en slechte behandeling. Lijst van adelijke titels met hunne magt. Idem van ontvangene geschenken. Resolutiën over de Jurisdictie. Korte inhoud van onderscheidene contracten met de Vorsten van Java en Cheribon en de Soesoehoenang der Preangerlanden, benevens eenige aanteekeningen over de Preangerlanden en Buitenzorg enz. | |
[pagina 154]
| |
Portefeuille G.Overzigt van den toestand dezer bovenlanden. Twee stukken, bevattende in eenen brief aan Mr. S.C. Nederburgh, eene beschouwing van den toestand en de middelen ter verbetering der Preangerlanden op Java, 1795, gemerkt I en II. Consideratiën over de Jacatrasche en Preanger Regentschappen, en over de vraag, of daaruit meerder voordeelen voor de Comp. te trekken zijn dan thans geschiedt, 1796. Diverse Memoriën over de suikermolens in bovengenoemde Regentschappen, bevordering van den landbouw en over de oorzaken der te Batavia heerschende groote sterfte, om de middelen daartegen aan te wenden te vinden, allen door Z. Exc. den Gouverneur-Generaal Mossel, met de daarop door den Raad van Indië genomen besluiten te zamen ingenaaid, 1753. Aanmerkingen over de kolonie Java, door den Raad van Indië Chastelein, 1705; hierin bevinden zich ook eenige geschiedkundige aanteekeningen. | |
Portefeuille H.Dispositiën van de Hooge Regering op de afrekening tusschen den Opperkoopman, Gecommitteerde tot de zaken van den Inlander P. Engelhard en de bovenlandsche Regenten, 1800-1804, alsmede de gehoudene afrekeningen met de Regenten in 1805, met papieren daartoe betrekkelijk. De verdere stukken handelende over de bazars, rivierslokken, de koffij-cultuur enz. in deze landen; daaronder zijn: | |
[pagina 155]
| |
Korte historie van de Preanger, Sundasche, Padjarakangsche, Jacatra'sche en Cheribonsche landen, door van Boeckholtz. Aanmerkingen over den tegenwoordigen staat van de arakbranderijen, suikermolens en van de bovenlanden, door den Gouverneur Generaal de Klerk, 1777; dubbeld aanwezig. | |
Betreffende de verdere Oost-Indische bezittingen.Portefeuille P.Stukken betrekkelijk Bengalen, Palembang en andere Oost-Indische bezittingen. Rapport van de Kooplieden en leden van den Raad te Sinsura Eilbracht en van Citters, over hunne Commissie naar Kalkutta in Julij 1785; bevindende zich daarachter eenige memoriën aan den Gouverneur-Generaal en Raden van het fort William der Engelsche Oost-Indische Comp., benevens eene overeenkomst tusschen voormelde Commissarissen en genoemde Gouverneur-Generaal en Raden. Commissoriaal rapport van de Raden extraordinair de Klerk en van Mijlendonck, benevens den eersten Secretaris Alting, over 's Comp. regt om den Grooten Oost, dato den 23sten November 1761. 1 en 2 zijn stukken aangaande de klagten van den Gouverneur en Raad van Ceylon over het door den pro interim Advocaat Fiscaal van Massow in 1776 gehouden gedrag in het Proces tegen de Ridders de Hugonet, Colonnel Commandant, de Bas, Colonnel Luitenant en de | |
[pagina 156]
| |
la Roche, kapitein bij het Fransche Regiment, door den Prins van Luxemburg volgens verdrag ten dienste der O.I. Comp. geleverd. Contract tusschen de Edele O.I. Comp. en het Palembangsche Rijk gesloten, op den 31 Augustus 1791. Consideratiën wegens het Comptoir Brootchia. Memorie en aparte Memorie van den afgaanden Directeur van Bengalen Bacheracht voor zijn opvolger Ross, 1777. | |
Portefeuille Q.Memoriën enz. betrekkelijk Mallabar, Malacca Amboina en andere Oost-Indische bezittingen. Memorie van den Raad extraordinair Moens, afgaanden Gouverneur en Directeur van Mallabar voor den aankomenden Gouverneur en Directeur van Angelbeek, 1781. Memorie van den Raad extraordinair Admiraal en Veldoverste van Pleuren, afgaanden Gouverneur en Directeur van Amboina, voor den aankomenden Gouverneur en Directeur de Bock, 1785. Memorie van den benoemden Directeur Generaal van Indië van de Graaff, afgaanden Gouverneur en Directeur van Ceylon, voor den Raad ordinair van Angelbeek aankomenden Gouverneur en Directeur, 1794. Memorie van den afgaanden Gouverneur en Directeur van Mallacca Crans voor den aankomenden Gouverneur en Directeur de Bruin, 1777. Memorie van den afgaanden Gouverneur en Directeur van Macassar Sinkelaar voor den aankomenden Gouverneur en Directeur Boelen, 1767. Memorie van den Raad ordinair Haksteen, afgaanden | |
[pagina 157]
| |
Gouverneur en Directeur van Coromandel, voor den aankomenden Gouverneur en Directeur van Vlissingen, 1771. Memorie van den afgaanden Resident van Palembang de Vries, voor den aankomenden Resident Hemmy, 1780. Memorie van den afgaanden Directeur van Souratta A.J. Sluijsken voor den aankomenden Directeur P. Sluijsken, 1794. Memorie van het afgaand Opperhoofd van Timor Fockens aan het aankomend Opperhoofd van Este, 1777. Memorie van het afgaand Opperhoofd te Japan Titsingh voor het aankomend Opperhoofd Romberg, 1783. Consideratiën over de verbetering van den handel op Malacca, 1785. Brieven van den Dersave van Colombo. Geheime stukken rakende 's Comp. bezittingen op de kust van Mallabar. | |
Betreffende de Kaap de Goede Hoop en het verblijf van C.C.G.G. aldaar.Portefeuille Z.Bevelen en aanspraken betrekkelijk de komst der C.C.G.G. Nederburgh en Frijkenius. Remarques Générales sur le Cap de Bonne Esperance par le Baron de P.; gedrukt. - NB. De schrijver heeft volgens bijliggende brieven bekend, dat hij ongelijk had. Crimineele eisch en Conclusie van den Fiskaal aan de Kaap de Goede Hoop van Rijneveld contra M. Prinslo c.s., uitgemaakt hebbende de Hoofden der oproerige ingezetenen in de Colonie Graaff Reinet, 1800. Notulen of dagverhaal der reis en verrigtingen van Pre- | |
[pagina 158]
| |
sident en Gecommitteerde Leden uit de Commissie van veeteelt en landbouw, 1805. Onderzoek naar hetgeen thans in deze Colonie zoude kunnen en behooren in het werk gesteld te worden, om haren bloei en geluk, in overeenstemming met de belangen van het moederland, op eene krachtdadige wijze te bevorderen door den Oud-Fiskaal van Rijneveld, 1805. Brieven over de Kaap, van de Heeren Janssens, van Rijneveld en van Polanen. Beoordeeling zoo van karakter als van gedrag der Burgerlijke en Militaire Ambtenaren, die bij de overgave der Kaap, 1795, in dienst waren, benevens nog eenige stukken betrekkelijk die overgave. Diverse placaten, publicatiën enz. van C.C.G.G. aan de Kaap de Goede Hoop, Ao. 1792 en 1793. | |
Over verschillende zaken, betrekkelijk de Oost-Indiën.Portefeuille L.Banken Courant en van Leening Ceylon, Riouw; extract uit het Journal van 's Comp. gewapend schip Columbus. Dito van 's Lands Fregat de Amazoon. Tijding wegens Isle de France. Roete eener Landreize naar het regentschap Tjanjoer met geschied- en natuurkundige inlichtingen. Berigt aangaande eenige schepen, over de kaneel, mindere waarde van papier en kopergeld, O.I. Comp. en Batavia, korten inhoud van de generale verslagen van 1796, 1797 en 1798. Notulen van gecombineerde vergaderingen in 1795 en 1796. Bedenkingen over de pligten van een Directeur der fortificatie-werken te | |
[pagina 159]
| |
Batavia, kaneel-aanplanting op Ceylon, Bengalen, hospitaal, ijzermagazijn enz. enz. 1784-1798. Regiment Zwitsers op Ceylon 1790; 3 stuks Bijlagen tot No. 9, 15 en 53 van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . handelende 9 en 53 over de ongezondheid van Batavia en daartoe te nemen maatregelen en 15 over de markten door particulieren gehouden enz. Verhaal der aardbevingen op Simabara en Japan. Droom. - Deze droom behelst de aanleidende oorzaken en de geschiedenis van den opstand der Chinezen te Batavia en de daarbij plaats gehad hebbende brand. Dit stuk, in den vorm van eenen droom geschreven is eene berisping van het gedrag van den Gouverneur-Generaal en andere beambten, zoo vòòr en gedurende als na de voorschrevene gebeurtenis. Waarschijnlijk is het in voormelden vorm geschreven, omdat de schrijver, die waarschijnlijk een ooggetuige was, zulks anders niet durfde schrijven. | |
Portefeuille K.Notulen van eenige vergaderingen van den Raad van Indië, December 1802 - October 1804. Secreete Resolutiën genomen in Rade van Indiën, 1804-1805. Besogne over de brieven van Commissarissen tot den overneem en retablissering der Comptoiren om de Oost van Indiën gelegen, geschreven in den jare 1803 aan de Hooge Regering, en het rapport hunner verrigtingen, in dato 29 Maart 1805. Rapport van den Majoor der Infanterie la Motte Bertin, over het eiland Banca, en het Koningrijk Palembang. | |
[pagina 160]
| |
Kort berigt wegens de beschuldigingen tegen het arrest en de vlugt van den gewezen Gezaghebber van Java's Oosthoek, Dirk van Hogendorp, buiten-hospitaal, soldijen, vendu, comptoir, bank van leening enz. enz. Brief over de blokkade van Batavia in 1801 door de Engelschen. | |
Portefeuille Y.Geheime stukken van particulieren, alle betrekkelijk Ned. Indië. Stukken rakende de beide banken te Batavia. Notulen der Vergaderingen van den Raad van Indië, 2 Augustus 1804 - 30 October 1804. Item 1 November 1804 - 29 Januarij 1805. | |
Over verschillende zaken betreffende Mr. S.C. Nederburgh, of eene der door hem bekleede posten, buiten die van Eerste Commissaris Generaal.Portefeuille W.Onderscheidene benoemingen en ontslagen, requesten en adressen aan Z.M. den Koning van Holland enz. | |
Portefeuille U.Directeur-Generaalschap der Publieke schatkist. Instructiën, besluiten, staten van Ontvang en Uitgaaf en andere papieren, betreffende het Directeur-Generaalschap der Publieke Schatkist. | |
[pagina 161]
| |
Portefeuille X.Stukken betrekkelijk de waarneming van eenige posten door Mr. S.C.N., als van: Eerste Advocaat der O.I. Comp. Chef der Directie voor de O.I. Zaken. Commissariaat tot liquidatie en betaling over den dienst van 1807 en vroegere jaren. Commissariaat tot liquidatie der zaken van de Directie van den Levantschen handel, en Lid van den Aziatischen Raad. Finantiën van Mr. S.C.N. Finantieële stukken van Mr. S.C.N. zoo particuliere als van de Dames Vos, gehuwd met de Heeren Vos en Scheltus, zijnde hunne belangen bij de Weeskamer te Batavia door Mr. S.C.N. waargenomen. |