Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1864
(1864)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 134]
| |
VI. Iets over het geboortejaar en den geboortedag van Marcus Zuerius Boxhorn, door J. de WalGa naar voetnoot1.In het Algemeen Biographisch Woordenboek der NederlandenGa naar voetnoot2 vind ik opgeteekend, dat Marcus Zuerius Boxhorn den 25sten September 1602 te Bergen-op-Zoom werd geboren. In de aanteekening meldt de schrijver, dat overal elders het geboortejaar van Boxhorn op 1612 wordt bepaald, maar dat dit ongetwijfeld een schrijffout is, waarvoor men 1602 lezen moet, daar zijn vader reeds in 1604 overleden was. Wiens pen het eerst die zoogenoemde schrijffout gemaakt hebbe, zegt de steller van dat levensberigt niet. | |
[pagina 135]
| |
Doch onder de talrijke schrijvers, die hij aanhaalt, komt eigenlijk niemand voor, die als regtstreeksche bron voor eene biographie van Boxhorn kan worden aangemerkt: als zoodanig kan, naast de briefwisseling van Boxhorn zelven, alleen de vita Boxhornii van Baselius gelden, en op deze wordt in het Woordenboek niet gewezen. Doch ook Baselius getuigt ten aanzien van de nativitas Boxhornii, dat zij inviel ‘in annum huius saeculi duodecimum et mensem Septembrem.’ Baselius nu was waarlijk wel in staat, om het geboortejaar van Boxhorn te kennen. Zijn grootvader was predikant te Bergen-op-Zoom geweest en met de Boxhorns ten naauwste bevriend; hij zelf had van zijn veertiende tot zijn achttiende jaar bij Boxhorn aan huis gewoond; hij was daarenboven door huwelijk aanverwant van den polyhistor geworden. Maar kan hij een schrijffout begaan hebben? Dit is reeds op zich zelf niet waarschijnlijk, daar hij het jaartal zoowel in cijfers als in letters uitdrukt. Doch de volgende gronden zullen wel voor goed zijne opgave bevestigen. 1o. Door Curatoren der Leidsche Hoogeschool was bepaald, dat men, om als student aan die instelling te kunnen worden ingeschreven, den ouderdom van vijftien jaren moest hebben bereikt. Boxhorns naam werd reeds in 1626 in het album opgeteekend, en Baselius merkt uitdrukkelijk op, dat hij destijds was ‘tredecim vix annos natus,’ en dat dit geschiedde, ‘biennium ferme ante tempus a Curatoribus recipiendis studiosis Academicis constitutumGa naar voetnoot1.’ | |
[pagina 136]
| |
2o. Boxhorn vierde de verovering van 's Hertogenbosch met een gedicht, dat verbazing wekte, omdat de auteur nog naauwelijks het zeventiende levensjaar bereikt had. 3o. In 1631 zag zijne uitgave der Historiae Augustae Scriptores het licht. Hij zond het werk aan Salmasius, met de woorden: ‘veniam dabis adolescentis ingenii mei tenuitati.’ Zou hij zich adolescens genoemd hebben, zoo hij reeds den ouderdom van 29 jaren bereikt had? 4o. Onder zijne brieven komt een zeer aardig schrijven voor aan den beroemden Vincentius Fabricius, met het opschrift: ‘Amicissime cognate.’ Dat opschrift (zegt hij) zou wel den geadresseerde verwonderen, want van verwantschap kon hier geen sprake zijn. Maar (zoo vervolgt hij) Labeo merkte op: ‘cognati appellati sunt, quasi commune nascendi initium habuerintGa naar voetnoot1.’ Uit scherts geeft hij nu aan deze woorden eene andere beteekenis, dan die waaraan de Romeinsche regtsgeleerde gedacht had. ‘Eodem die inquilini terrarum uterque facti sumus,’ en dat is ook een ‘commune nascendi initium. Gemelli sumus, nisi quod eandem matrem non agnoscimus. Itaque merito te sic appello, mi cognate,
Qui pariter nati, pariter vivamus, amice, Tam bene coniunctos non male iungit amor.’ | |
[pagina 137]
| |
En nu is het overbekend, dat Vincentius Fabricius in 1612 het levenslicht aanschouwde. Dit leidt mij tot de tweede vraag: welke was Boxhorn's geboortedag? Het gewone antwoord, ook dat van den schrijver in het Biographisch Woordenboek, is: 25 September. Die traditioneele dwaling berust op niets dan een misverstand. Baselius noemt wel de maand September, maar hij voegt er bij: ‘cuius 25 die sacro baptismate tinctus est.’ Blijkbaar was den naauwkeurigen onderzoeker deswege geen andere bron toegankelijk, dan het doopboek. Dat de Katholiek Paquot den doopdag voor den geboortedag hield, mag geen verwondering baren; maar dat men thans nog aan die dwaling vasthoudt, sedert Hoeufft (Parnass. Lat. Belg. p. 171) daarop wees, is bevreemdend. Doch nu wij eens weten, door zijn eigen verhaal, dat Boxhorn op denzelfden dag het levenslicht aanschouwde, waarop Fabricius geboren werd, blijft geen twijfel over; want laatstgenoemde kwam 28 Augustus 1612 ter wereldGa naar voetnoot1. |
|