IV.
Daarna doet de Penningmeester mededeeling van zijne Rekening, zoo als die in de Vergadering van Mei was nagezien en goedgekeurd.
Het batig slot van 1863 bedroeg | ƒ 1272.60 |
De ontvangst van 1863-1864 is geweest | ƒ 3258.93 |
| __________ |
| ƒ 4531.53 |
De uitgaven tot ultimo April 1864 beliepen | ƒ 4137.50 1/2 |
Het saldo in kas is | ƒ 394.02 1/2 |
| __________ |
| ƒ 4531.53 |