IV.
Daarna doet de Penningmeester mededeeling van zijne Rekening, zoo als die in de Vergadering van Mei was nagezien en goedgekeurd.
Het batig slot van 1862 bedroeg |
ƒ834,55 ½ |
De ontvangst van 1862-1863 is geweest |
ƒ3317,58 |
Maakt te zamen |
ƒ4152,13 ½ |
|
|
De uitgaven van 1862-1863 bedragen |
ƒ2879,53 ½ |
Het saldo in kas is |
ƒ1272,60 |
|
ƒ4152,13 ½ |
In dit dienstjaar is dus de rekening met ƒ438,04 ½ vooruitgegaan.