‘Hans,’ ‘Hein,’ ‘Piet,’ ‘Klaas,’ ‘Thomas’ en ‘Gerrit’ aan het hoofd dragen, benevens een aanhangsel, terwijl het tweede, zonder nadere verdeeling, in 10 bladzijden over vrouwennamen handelt. Zoo ontbreekt een ordelijk plan en ontvangt men hier enkel een glossarium, zonder meer. Te meer bevreemdt dit gemis van een' geleidelijken gang, daar de nadere verklaring, aan de Prijsvraag toegevoegd, een' geregelde leiddraad schijnt aan de hand te geven en althans alle onzekerheid opheft omtrent hare eigenlijke bedoeling. De opsomming der typen, die hier gevonden wordt, lijdt bovendien aan dorheid en droogheid en aan eene omslagtigheid, die vermoeit, terwijl eindelijk de stijl, soms slordig en over 't algemeen karakterloos, alle natuurlijke losheid mist.
Het is voornamelijk op deze gronden, door den één' meer dan door den ander ontwikkeld en met voorbeelden gestaafd, dat de groote meerderheid der beoordeelaars aan dit ingezonden antwoord alle aanspraak op den uitgeloofden eereprijs ontzegt.
Het Bestuur, van deze beoordeelingen kennis genomen en de gronden, daarin aangevoerd, overwogen hebbende, praeadviseert Uwe vergadering, om, daarmede conform, de Verhandeling, behoudens hare verdiensten, als onvoldoende ter zijde te leggen en het naambriefje ongeopend te verbranden.
J.J. Prins,
namens het Bestuur.