VIII.
De keuze uit het eerst voorgedragen dubbeltal, de al of niet bestendiging van den in de october-vergadering voor den afgetredenen Bestuurder L.J.F. Janssen tijdelijk benoemden Bestuurder Prins, heeft plaats. Naast dezen Heer wordt de Heer J. van der Hoeven voorgedragen. Eerstgenoemde wordt bij meerderheid in zijne betrekking bevestigd.
Het tweede dubbeltal ter vervanging van den Hoogleeraar Scholten (die dit jaar aftreden moest, Handd. 1860, blz. 76, 77) bestond uit de HH. J. de Wal en Rammelman Elsevier. Eerstgenoemde werd ook hier gekozen.
Niemand heeft iets meer voor te stellen. De Heer Boot vraagt, waarom Mevrouw Bosboom-Toussaint, door een lid voorgedragen, niet op de lijst der candidaten heeft kunnen geplaatst worden; of er namelijk een besluit bestaat, waardoor dit verhinderd werd. Naar aanleiding daarvan stelt Prof. de Vries voor, of het niet geoorloofd zijn zou, aan Mevrouw Bosboom-Toussaint hier bij acclamatie het lidmaatschap op te dragen. Prof. Goudsmit stelt voor uit te maken, dat de wet geene vrouwen uitsluit, waardoor de verkiezing langs den gewonen weg zou kunnen geschieden. De Voorzitter oordeelt, dat zij tot eereleden zouden kunnen voorgedragen worden, volgens art. 19. Men meent echter met Prof. de Wal, dat de voordragt