Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1860
(1860)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– AuteursrechtvrijHandelingen der jaarlijksche algemeene vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, gehouden aldaar den 21 Junij 1860, in het gebouw der Maatschappij ‘tot Nut van 't Algemeen’. Z.p. z.j. [1860]
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: Tiele Bio 28 2600
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde met de handelingen van de jaarlijkse vergadering, gehouden op ‘den 21 Junij 1860, in het gebouw der Maatschappij “tot Nut van 't Algemeen”’ te Leiden.
redactionele ingrepen
p. 5: de kop ‘[Toespraak van de voorzitter, L.J.F. Janssen]’ is toegevoegd.
p. 435: bij eindnoot 7 ontbreekt een nootteken in de lopende tekst; deze is door ons op p. 413 geplaatst.
De drukfeilen die genoemd worden op pagina 470, zijn in de lopende tekst gecorrigeerd. Die op p. 174 en p. 450 zijn als noten opgenomen. De op dit Jaarboek betrekking hebbende ‘Drukfeilen’ uit Jaarboek 1861, p. 209 zijn aldaar doorgevoerd. Hieronder volgt de tekst uit het Jaarboek 1861:
Blz. 22 en 23. Na het overlijden van den Hoogleeraar Kist, als medeopzigter over de uitgave van de Werken der Maatschappij, zag de Secretaris zich dit jaar als zoodanig door den Heer van Iterson en, tijdens de dreigende maar gelukkig ten goede gekeerde krankheid van dezen Bestuurder, door het lid
Hij kan er nu (oct. 1861) bijvoegen dat hij in dit laatstverloopen maatschappelijk jaar aan beide laatstgenoemden bij afwisseling denzelfden dank verschuldigd was.
Blz. 85, tusschen reg. 9 en 10, is uit het Register der Levensberigten van 1848 tot 1860 in het licht gezonden de letter O. weggevallen. Men lassche hier dus in:
Blz. 423 reg. 4-11 leze men:
Bij gelegenheid der installatie bij den Hoogen Raad van Mr.
‘Nederland heeft in Evertsz een zijner beste burgers, de magistratuur een lid verloren, wiens zeldzame scherpzinnigheid, grondige geleerdheid en veelzijdige kennis hem even zoo bij uitnemendheid voor zijnen post geschikt maakten, als zijn edel hart en beminnelijke inborst hem de achting en toegenegenheid van alle braven verworven hebben.’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1, p. II en deel 2, p. II) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. 468)]
Inhoud.
Handelingen 1859-60.
Toespraak, ter opening, door den Voorzitter. | Blz. 5. |
Verdere handelingen. | Blz. 21. |
Register op de Levensberigten, sinds 1848. | Blz. 79. |
Levensberigten.
1. Ds. J.P. Sprenger van Eyk, door Mr. G. Mees, Azn. | Blz. 3. |
Lijst zijner kleine opstellen in den Fakkel. | Blz. 26. |
2. J.C. Baron Baud, door Mr. P. Mijer | Blz. 29. |
Aanteekeningen | Blz. 108. |
3. J.A. Susanna, door Mr. S.C. Snellen van Vollenhoven | Blz. 119. |
4. Mr. C.J. van Assen, door Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper | Blz. 135. |
Chronologische lijst zijner geschriften | Blz. 191. |
5. Jhr. J.G.W. Merkes van Gendt, door L. Mulder | Blz. 197. |
6. T. Pan, door Dr. C.A. Abbing | Blz. 208. |
7. Mr. S de Wind, door K.R. Pekelharing | Blz. 242. |
Opgave zijner gedrukte schriften | Blz. 263. |
8. U.G. Schilthuis, Jzn., door Mr. O. van Rees | Blz. 266. |
9. E.W. van Dam van Isselt, door Mr. J.H. Burlage | Blz. 272. |
10. Mr. Is. da Costa, door Mr. H.J. Koenen | Blz. 305. |
Aanteekeningen | Blz. 352. |
en daaronder, lijst zijner prozaïsche en poëtische schriften | Blz. 362. |
[p. 469]
11. Dr. A.H. Pareau, door Dr. E.B. Swalue | Blz. 369. |
12. Mr. C.L. Schuller tot Peursum, door Mr. J.I.D. Nepveu | Blz. 380. |
13. Mr. U.A. Evertsz, door Mr. J. Dirks | Blz. 410. |
Aanteekeningen | Blz. 435. |
14. Mr. R.W. Tadama, door Dr. H.J. Matthes, J.Czn. | Blz. 441. |
15. Q.M.R. Ver Huell, door K.J.R. van Harderwijk | Blz. 453. |
De levensberigten der afgestorvene leden R. Posthumus, C. van Marle en N.C. Kist worden, om redenen, later ingewacht en zullen in de volgende Handelingen plaats vinden.
[pagina ongenummerd (p. 470)]
Drukfeilen.
Levensberigten 1860.
Bl. 24. r. 13. | belangrijke s. lees: groote s. |
Bl. 136. r. 7. | Jongstra lees: Jongsma. |
Bl. 139. r. 18. | Ruhnkenius lees: Valckenaer. |
Bl. 174. r. 1, 2. | die der Nederl. Letterk. Van Assen werd reeds in 1814 onder hare leden opgenomen. |
Bl. 192. r. 12. | 1822. aankondiging van den Prometheus lees: 1820. |
Bl. 284. r. 8 | van onder. Dupectiaux lees: Ducpetiaux. |
Bl. 316. r. 13. | leerlingen lees: medeleerlingen. |
Bl. 318. r. 19. | Pcpe lees: Pope. |
Bl. 319. r. 28. | Mâçon lees: Mâcon. |
Bl. 325. r. 26. | het aanhalingsteeken moet staan regel 22, na: uitspreekt. |
Bl. 339. r. 27. | Het lust mij niet, dit on. onderwerp hier dieper intetreden, lees: Het l.m.n. hier dieper in dit on. onderwerp te treden. |
Bl. 345. r. 10. | dichterwoord, lees: dichterwoord. |
Bl. 350. r. 5. | Edimburg lees: Edinburgh. |
Bl. 352. r. 33. | Schiksalsidie lees: Schicksalsidee. |
Ibid. r. 35. | dessem lees: dessen. |
Bl. 355. r. 41. | De citatie der Études behoort terstond achter Villemain. |
Bl. 356. r. 28, 29. | Het ontwerp der Voorlezingen over de Taal is niet van 1835 of 1850, maar van 1831. |
Bl. 358. r. 5. | eene lees: een. |
Bl. 359. r. 22. | bouwstoffen daarvan lees: die bouwstoffen. |
Bl. 394. r. 15. | hebben moet wegvallen. |
Bl. 450. r. 23. | De laatstelijk uitgegeven Bijdragen voor Vaderl. Gesch. en Oudheidk. van Mr. Is. An. Nijhoff (II. Dl. 2e st.), na het ter perse leggen van het leven van Mr. Tadama in het licht verschenen, bevatten van zijne hand nog een Verslag van het Archief van de Havezate den Dam onder Gorssel, eene der laatste vruchten van zijne wetenschappelijke navorschingen, gelijk de vorige getuigende van zijn' zeldzamen ijver, geoefenden blik en grondige studie. |