VII.
Tot beoordeelaars der antwoorden, op deze prijsvragen te ontvangen, zijn benoemd:
Voor no. I. de HH. G.H.M. Delprat, Prof. Dr. W.J.A. Jonckbloet, Mr. J. van Lennep, Prof. Mr. H.W. Tydeman, en Prof. Dr. M. de Vries.
Voor no. II. de HH. Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, Mr. L. Ph. C. van den Bergh, Prof. Dr. N.C. Kist, Prof. Mr. H.W. Tydeman en Mr. S. de Wind, welke allen bij de vroegere uitschrijving dier vragen benoemd waren (zie Handd. 1857, bl. 66).
Ook wordt bij deze herinnerd dat vóór of op den laatsten December 1859 antwoorden worden ingewacht op de ten jare 1858 uitgeschrevene prijsvragen:
Uit de vakken van Geschied- en Oudheidkunde.
I. Eene kritische geschiedenis uit echte bronnen geput, van het geslacht van Egmond.
II. Eene kritische geschiedenis uit echte bronnen geput, van het geslacht van Brederode.
De prijs door de Maatschappij voor de bekroonde verhandelingen uitgeloofd, bestaat, in een' gouden penning, ter waarde van één honderd en vijftig gulden, of wel de waarde van dien. De in te zenden stukken moeten met eene andere hand dan die des auteurs geschreven en met eene zinspreuk geteekend zijn. In een verzegeld omslag, dezelfde spreuk ten opschrift