Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1858
(1858)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 87]
| |
[pagina 89]
| |
Registers van verschillenden aard.I. Registers van Willekoorden, Rollen, Getuigenissen, verpachtingen van de tienden van St. Marie en Oud-Munster, hypothecatiën enz. loopende van het jaar 1491-1668, in 87 banden, waarvan de 13 oudste in quarto en de overige in fol. NB. Eene in verschillende opzigten merkwaardige verzameling, waarin men van de vroegste tijden af, te midden van eene menigte andere zaken, aanteekeningen van geschiedkundigen aard enz. vindt. II. Leenprocedures, van het jaar 1543-1602, in 9 banden in fol. III. 's Heerenrol 1606-1615. fol. IV. Regtdagsboek 1572-1583. fol. V. Register van erfpachten 1569-1579, 1742-1786, 1786-1810, in drie banden, fol. VI. Groot-resolutieboek der Baronnie 1581-1795, 5 banden, fol. VII. Resolutiën van Drossaart, Schout en Burgemeesteren; id. van de administrative municipaliteit en de opvolgende besturen, 1683-1811, in 29 banden, fol. VIII. Resolutiën der Baronnie 1758-1799, 3 band. fol. IX. Consignatiepenningen 1684-1790, fol. X. Publicatiën en schouwen 1743-1811, 3 band. fol. XI. Brandwezen 1759-1782, fol. XII. Neringdoende lieden 1775-1800, fol. XIII. Indemniteiten 1695-1811, 8 banden, fol. XIV. Aanbestedingen 1757-1806, 2 banden, fol. XV. Resolutiën van de vijf polders 1758-1800, fol. XVI. Huizen en gebouwen 1781, fol. XVII. Molengelden 1672-1785, fol. | |
[pagina 90]
| |
XVIII. Aangiften van den 20sten en 40sten penning 1682-1806, 4 banden, fol. XIX. Verpachtingen 1633-1809, 2 banden, fol. XX. Id. der tienden van het kapittel van St. Marie en Oud-Munster te Utrecht 1657-1810, 3 banden, fol. | |
Rekeningen der Baronnie, Stad, Polders, Dijken, enz.Baronnie 1626-1797, 6 banden, fol. Stads-Burgemeester 1570-1744, 8 banden, fol. Gemeenelands Burgemeester 1586-1744, 5 banden, fol. Stads- en Gemeenelands Burgemeester 1745-1808, 5 banden, fol. Vier-schellingen-gelden 1620-1748, 2 banden, fol. Extraordinaris middelen 1629-1741, fol. IJsseldiepen 1663-1740. IJsselveld 1568-1792. Over-Oudeland 1579-1792. Neder-Oudeland 1588-1792. Hooge Biezen 1589-1792. Lage Biezen en Broek 1568-1792. Lekkendijk 1633-1801. Duiker in den Lekkendijk 1677-1802. Noord-Polsbroek 1620-1758. Benschop 1601-1671. Bede-rekening 1749-1810. Legaat van den Heer Hack 1607-1680. | |
Handvesten, privilegiën, en verschillende stukken betreffende de oudste geschiedenis van IJsselstein.1. Verschillende copiën van brieven, zoowel van de Hee- | |
[pagina 91]
| |
ren van IJsselstein, als van de bisschoppen van Utrecht, beginnende met het jaar 1285. NB. Deze copiën zijn meestal in de 15e en 16e eeuw genomen. Één band fol. 2. Copie van een octrooi gegeven door Johan, Bisschop van Utrecht, op Zondag Invocavit, 1331; en Marguerite, Gravinne van Henegouwen, Holland enz., aan den heer van IJsselstein, St. Lucasdag 1350, wegens vrijstelling van Bisschoppelijke en Grafelijke tollen. NB. Deze copiën zijn genomen 17 Febr. 1594 ter zake eener daarbij gevoegde regtszaak. 3. ‘Destructie van IJsselstein 1418,’ en copiën van handvesten, brieven enz. Één band, fol. 4. ‘Copiën van den leenen gegeven door Heer Floris van Egmond 11 Junij 1433; en door Aelbert van Egmond’, 8 October 1519. 20 bladzijden, fol. 5. ‘Extracten uit de handvesten van IJsselstein, gegeven door Heer Willem van Egmond,’ 1441. 4 bladz. fol. 6. Unie tusschen IJsselstein en Vianen, 3 Febr. 1495. 7. Copie van dito tusschen Utrecht en IJsselstein betrekkelijk het ontslaan van gearresteerden, 1535. 8. Octrooi van den wekelijkschen marktdag gegeven door Floris van Egmond, 2 Maart 1524. op perkament. 9. Confirmatiebrief van Keizer Maximiliaan aan zijnen lieven neve Frederik graaf enz. heer van IJsselstein en de ingezetenen der heerlijkheid, van de ordonnantiën, costumen enz., gegeven in 1340: 2 Maart 1508. Op perkament. 10. ‘Historie der destructie van IJsselstein,’ benevens een aantal copiën van handvesten enz. geschreven 1589. NB. Bekend als ‘Willekoorboek van Noord-Polsbroek. Eén band fol. 11. ‘Handvesten en costumen van onser stede en de Baronnie van IJsselstein,’ bevestigd en eigenhandig geteekend door Willem III, 1675. Één band, fol. 12. Stukken gewisseld tusschen de regering van IJssel- | |
[pagina 92]
| |
stein, de Staten Generaal en de Nationale Vergadering, betreffende de regten der Baronnie, 1765-1799. NB. Waarin zeer belangrijke aanteekeningen gevonden worden. Één band fol. 13. Copiën van stukken betreffende het instellen van drie jaarmarkten binnen IJsselstein door den Bisschop van Utrecht en andere merkwaardige aanteekeningen uit een oud handvestenboek. 14 en 15. Copiën van oude Handvesten enz. | |
Ordonnantiën, Aanschrijvingen, Publicatiën, Verpachtingen, en brieven van verschillenden aard.1. Ordonnantie van Schout enz. over de hulp aan zieken en melaatschen, 4 Julij 1447. 2. Copiën van verleenbrieven van landen onder Amersfoort door de heeren van IJsselstein, 1447-1500. 3. Ordonnantie aan den rentmeester om aan die van IJsselstein uit te betalen 548 stukken van 40 grooten, 11 December 1513. 4. Rekening van Cornelis Jacops, rentmeester van onzen lieven heere Floris van Egmond over de tienden en den steenoven, 1523. 5. Letteren inquisitoriaal van Holland, 7 Mei 1525. 6. Eenige rekeningen omtrent IJsselstein, Benschop en Noord-Polsbroek, door den rentmeester der heerlijkheid, 1540-1617. 7. Brief van Schout, Burgemeesteren enz. van Utrecht, wegens arrestatie van zekeren burger, 18 Jan. 1548. 8. Extract uit het huysboeck der stad en lande van IJsselstein, bevattende den eed gedaan door den Prins van Oranje, genomen 14 Mei 1552. 9. Voorwaarden, waarop de rentmeester van den genadigen heer verhuren zal zijne landen, zoowel hooge als lage in den lande van lJsselstein, Benschop en Noord-Polsbroek, zes jaren lang, 1556; 60 bladz. fol., waarbij eene uitvoerige omschrijving der perceelen. | |
[pagina 93]
| |
10. Ordonnantie van Willem Prins van Oranje ten einde te voorzien in de kosten van een nieuw raadhuis, 22 Februarij 1557. 11. Id. wegens de waarde der munten, zooals die op last van ons heeren des Coninx loop zullen hebben, 1560. 12. Antwoord van wege Frederik Sebastiaans, gevangen op den huize van IJsselstein, den geregte van IJsselstein overgeleverd betrekkelijk zijn in dienst wezen bij den heer van Brederode, 1568. 12 bladz. fol. 13. Memoriaal van mijns heeren bede gecolligeert in den kerspele van IJsselstein, 1576 en 77. 14. Brief van de Staten aan de regering van IJsselstein, wegens oproerige bewegingen der papisten, 4 Maart 1581. 15. Copie van een request aan die genadige furstinne [Maria van Nassau] wegens zekeren misdadiger, 14 Mei 1581. 16. Brief van Schout, Drossaert enz. van Noord-Polsbroek wegens het houden van dansspelen, 22 Febr. 1584. 17. Id. van Bazius te Delft behelzende nieuwstijdingen, 29 Maart 1584. 18. Besluit van Maria van Nassau wegens het verhuren van landerijen, 8 Junij 1585. 19. Ordonnantie van Maria omtrent de boedels ab intestato in den lande van IJsselstein, 19 December 1588. 20. Voorwaarden van het besteden van het diepen der haven, 1589. 21. Ordonnantiën op het vullen van de turf, 1590-1654. 22. Lijst van goederen door die van IJsselstein te leveren op het huis te Bueren bij gelegenheid van het huwelijk van ‘hare furstelijke genade’, 14 Maart 1592. 23. Remonstrantie van wege Drossaert enz., overgegeven aan ‘hare furstelijke genade’ nopens de noodige reparatiën aan muren, poorten, torens enz., 11 December 1593. 24. Verschillende ordonnantiën, 1601-1618. 25. Aanschrijving van de Staten van Holland, wegens publicatie van den stilstand van wapenen, 18 April 1609. 26. Plakkaat, waarbij Prins Willem van Oranje verbiedt | |
[pagina 94]
| |
het herbergen van personen door de algemeene staten gebannen, 22 September 1612. 27. Ordonnantie op de politie te IJsselstein, 1614. 28. Publicatie wegens de wapening van de ingezetenen der Baronnie, 2 Februarij 1624. 29. Consent tot eene toelage aan de geregtsdienaars, 12 December 1638. 30. Besluit tot het doen eener liberale gift van ƒ 15000 aan den Prins, met het antwoord, 1638. 31. Stukken wegens het houden van openbare verkoopingen, 25 October 1670. 32. Publicatie wegens oproerige bewegingen, 18 Maart 1657. 33. Afkoop van maaltijden tusschen de regering van IJsselstein en het kapittel van Oud-Munster te Utrecht, 5 Julij 1675. 34. Publicatie wegens het huisvesten van vreemde personen, door de Fransche oorlogen in de Baronnie gekomen, 24 October 1680. 35. Besluit wegens het salaris van den Schout, 24 December 1682. 36. Brief van Schoonhoven wegens de Loijebrug, 15 Augustus 1686. 37. Remonstrantie van Drossaert enz. wegens het aannemen van burgers, November 1687. 38. Bepalingen op het uitoefenen van den handel in wijnen, 16 Mei 1689. 39. Aanschrijving van heeren raden wegens de krooning van den koning, 13 April 1689. 40, 41, 42-74. Id. betreffende de ontgronding van turf en andere verschillende zaken, allen op den oorspronkelijken inventaris uitvoerig omschreven en loopende van 1690-1774. NB. Hieronder bevindt zich ook een lastbrief ter vervolging van hen, die weigerden bij te dragen aan eene collecte ten behoeve der refugiés. | |
[pagina 95]
| |
zonder jaar of dagteekening.
1. Ordonnantie van den rentmeester des lands van Woerden, waarnaar dat hij verpachten wil de goederen die zijne furstelijke genade heeft in den lande van IJsselstein. 2. Plakkaat van Willem van Oranje, waarbij alle leenmannen der baronnie worden opgeroepen om den eed aan hem te doen. 3. Verzoek om bevestiging van privilegiën. 4. Stukken betrekkelijk de aanspraak van den koning van Pruissen op de nalatenschap van [Koning] Willem III. 5-13. Diverse pakken met ordonnantiën en aanbestedingen. | |
Aanstellingsbrieven der regering van IJsselstein.No. 1-81. Van het jaar 1585-1785. De meesten zijn geteekend door prinsen en prinsessen van Oranje. | |
Biddagsbrieven.No. 1-134. Van het jaar 1600-1789. Die van 1624 is wegens het beleg van Breda, en door prins Maurits uit het leger geteekend. | |
Brieven en stukken wegens krijgszaken.1-4. Brieven geteekend ‘Ferdinand de Lannoy’ wegens het innemen van Spaansche bezetting, 1574 en 8 Mei do. 10 do., 15 do. 5-9. Brieven geteekend ‘Gillis van Barlaimont’ wegens het innemen van bezetting. Gedagteekend 3 Augustus en 5 October 1575 en 9 Februarij, 11 Junij en 24 Augustus 1576. 10. Brief van Leerdam om zich te verstaan wegens het te houden gedrag jegens de vijanden, 21 December 1576. 11. Id. van de staten van Holland ter zake der verlossing van Maastricht, 24 Junij 1579. | |
[pagina 96]
| |
12. Id. geteekend ‘Guillaume de Nassau,’ wegens het innemen van soldaten, die van het ontzet der stad Steenwijk kwamen, 9 Maart 1581. 13. Ordonnantie wegens id., 17 Maart 1581. 14. Instructie gegeven door Zijne Excellentie en de Gedeputeerden der Geünieerde provinciën aan Dirk Duivel bij zijne zending naar eenige steden, 23 Maart 1581. 15. Rekening wegens soldij en andere gelden van eene kompagnie soldaten, 50 Maart 1581. 16. Aanschrijving van de staten van Utrecht wegens het doortrekken van krijgsvolk, 6 April 1581. 17. Brief van regeerders van Benschop wegens weigering om garnizoen in te nemen, 21 April 1581. 18. Id. van Gedeputeerden der Geüniëerde provinciën wegens overlast van het krijgsvolk, 23 April 1581. 19. Id. geteekend ‘Guillaume de Nassau’ wegens weigering van garnizoen, 24 April 1581. 20. Aanschrijving wegens het innemen van Engelsche soldaten en de overeenkomst daartoe betrekkelijk, 2 Mei 1581. 21. Brief wegens garnizoen geteekend ‘Guill. de Nassau,’ 8 Mei 1581. 22. Brief wegens garnizoen geteek. ‘Mernix,’ 8 Mei 1581. 23. Id. van Maria van Nassau wegens leverantie gedaan ten dienste van het leger voor Zutphen, 8 Junij 1581. 24. Id. van dezelfde wegens krijgszaken, geschreven tijdens ‘de quetsure van Zijne Excellentie,’ 27 Maart 1582. 25. Id. van den landraad van de Maze wegens krijgszaken, 27 Maart 1582. 26. Id. van de staten van Utrecht, houdende bepalingen wegens het inlegeren van krijgsvolk, 7 Nov. 1582. 27. Id. van de staten der geünieerde provinciën om twee handwerkers der artillerie of pionniers naar Antwerpen te zenden, 5 April 1583. 28. Id. van den landraad van de Maze O.Z. wegens het leveren van wegens naar het leger, 17 Januarij 1584. 29. Id. id. 20 Februarij 1584. | |
[pagina 97]
| |
30. Publicatie wegens het onderhouden van garnizoen, Mei 1585. 31. Copie van een patent voor eene compagnie artillerie naar IJsselstein (in het fransch), 1586. 32. Brief van de raden van State wegens het innemen van garnizoen en instructie van Jan Visser, burgemeester van IJsselstein, als gedeputeerde naar Delft te dier zake, 1586. 33. Id. wegens het zenden van wagens naar het leger, geteekend ‘Robert Leycester’, 29 April 1586. 34. Id. aan de ‘genadige jonkvrouw’ wegens garnizoen, 11 Mei 1586. 35. Instructie voor den voerman der wagens ten dienste van het leger, 28 Julij 1586. 36, 37, 38. Brieven geteekend ‘Maria Louisa van Oranje’ wegens overlast door 't krijgsvolk veroorzaakt, 6, 9 en 29 November 1586. 39. Lijst van ruiteren binnen IJsselstein, 4 Dec. 1586. 40-48. Brieven, geteekend ‘Maurits’ wegens het innemen en weigeren van garnizoen, 11, 13 en 21 Februarij, 9 en 15 Maart, .. Julij, 3 Augustus en 16 September 1587. 49. Id. van den graaf van Hohenlohe, 1589. 50. ‘Specificatie van't geen ons die Hoogduitsche knechten gecost hebben,’ 1598; zes bladen, fol. 51. ‘ Staat van rekening van de kompagnie lijfguardes van Zijne Excellentie den graaf van Hohenlohe binnen IJsselstein gekomen,’ 7 November 1605 tot 12 Maart 1607; 27 bladz. fol. 52-95. Brieven en stukken betreffende de bezetting der stad door de Franschen, 1672 en 1673. NB. In deze verzameling bevinden zich belangrijke bijdragen voor de geschiedenis van die jaren. 96. Verzoek tot werving van soldaten te IJsselstein met het consent, 7 Januarij 1689. 97. Remonstrantie wegens het service-geld der militie, 7 Februarij 1689. | |
[pagina 98]
| |
98. Een paket brieven en stukken over de krijgsgevangene Fransche officieren te IJsselstein, 1704-1711. 99. Een paket brieven en stukken betreffende de bezetting en ontruiming der stad in 1786 en 1787. 100. Een paket brieven en stukken betreffende het bezetten der stad door de Franschen in 1795.
zonder jaar of dagteekening, maar blijkbaar van 1574-1600.
101-107. Brieven wegens het innemen van garnizoen. | |
Rekeningen, resolutieboeken en andere stukken betreffende de Schutterij.1-8. Rekeningen van 1578-1736 en 1785-1805. 9. Resolutiën van den krijgsraad, 1785-1800. 10. Wachtcedulle, 29 Julij 1588. 11. Aanschrijving wegens het houden van wacht aan de vaart te Jutphaas, 2 Maart 1589. 12. Wachtcedulle, 20 Mei 1603. 13. Monsterrollen, 1608 enz. 14. Ordonnantie op het houden van schutterswachten, 7 Januarij 1658. 15. Inventaris van alle papieren, charters, documenten enz. toebehoord hebbende aan de voormalige schutterij en aan de administrative municipaliteit overgegeven, 12 Januarij 1800. 16. Verdeeling der burgerij in homanschappen (zonder jaar.) | |
Brieven en stukken betreffende de Finantiën enz.1. Verzoekschrift aan den Prins van Oranje om kwijtschelding van den achterstand, 1558. 2. Publicatie wegens opbrengst van den omslag, 16 Julij 1558. | |
[pagina 99]
| |
5. Brief van Barlaimont wegens de weigerachtigheid van sommige burgers in het opbrengen van gelden. Brussel, 22 September 1570. 4. Id. van denzelfden, als boven, 13 Januarij 1572. 5. Besluit van gemagtigden der Baronnie tot uitzetting van kapitalen, 2 Maart 1572. 6-9. Brieven van Willem Prins van Oranje wegens de verpachting der middelen, 1579, 1579, 3 Junij 1579, 10 September 1580. 10. Brief van Leerdam wegens de wijze van verpachting, 19 Julij 1579. 11. Brief van Leerdam wegens eene reize naar Antwerpen, ter zake van gegijzelde burgers, en brief van den Prins van Oranje deswegen, 17 Julij en 6 Augustus 1579. 12. Brief van Noord-Polsbroek wegens het onderhoud van soldaten, 22 April 1581. 13-16. Brief van Maria van Nassau, wegens de betaling van contributie. Antwerpen 18 April, 2 en 18 Junij 1582 en.... 1583. 17. Brief van de hooge overigheid en landraad Maas O.Z. aandringende op den opbrengst van 2000 pond, met bedreiging van inlegering, 19 December 1583. 18. Verzoek van Maria van Nassau om IJsselstein daarvan vrij te laten, 21 December 1583. 19. Octrooi tot het leenen van 1000 Caroliguldens voor het uitdiepen der haven, geteekend Guillaume en Marie de Nassau, 16 Februarij 1584. 20-32. Brieven en stukken wegens heffing van oorlogslasten, waarvan sommige van Leycester, 26 en 27 Maart 1584 en 16 November, 3 en 8 Junij, 3 Julij, 18 Septemb., en 3 October 1585, 3 Maart, 7 en 9 October 1586, 1 en 7 Februarij, 5 Maart 1587, 1588. 33. Brief van den landraad van Gelre en Zutphen om te leveren 10,000 pond van 15 grooten 't Vlaamsche pond, ten einde zekere ruiterbenden te betalen met bedreiging van inlegering, 14 December 1587. | |
[pagina 100]
| |
34. Rekening wegens de maandelijksche contributiën aan de heeren staten, 1588. 35. Publicatie wegens opbrengst van belasting, 17 Junij 1589. 36. Resolutie van Drossaert enz. wegens den omslag tot secours van den oorlog, 22 Februarij 1596. 37. Consent om met die van Benschop en Polsbroek over 't Schoutampt te accordeeren, 26 Maart 1653. 38. Stukken wegens de negotiatie van twee millioenen aangegaan door den Prins van Oranje, 1655. 39. Octrooijen van Willem III, op verschillende imposten, 14 Junij 1663. Op perkament. 40. Ordre van Zijne Hoogheid op de collectatie van de omgeslagen penningen in de polders, 8 Maart 1669. 41. Publicatie van Louis Robert, raad van den koning van Frankrijk, bevelhebber van Utrecht, wegens het heffen van tollen en het vervoeren van goederen, 15 October 1672. 42-92. Brieven, verzoekschriften enz. van en aan de heeren der Baronnie wegens belastingen en andere geldelijke aangelegenheden, 1589-1733. Allen op den inventaris uitvoerig door mij omschreven. | |
Stukken betreffende de St. Nikolaas of Groote Kerk.1. Rekeningen, 1579-1772 en 1798, in 8 banden. fol. 2. Makingsbrief van land, 12 Julij 1525. Op perkament. 3. Erfpachtbrief van 16 morgen lands in Benschop, 1552. Op perkament. 4. Antwoord bij maniere van exceptie doen maaken en die edele welgeboren heere van Barlaimont als momberheer enz. van die grave van Buyren, aangeboden door deken en kapittel, op sekere frivole requeste bij den heer Cornelis van Dalen gerequireert, 1570; 18 bladz. fol. | |
[pagina 101]
| |
NB. Merkwaardig om de daarin uiteengezette geestelijke regten en de gezindheid van IJsselstein omtrent Zijne Catholyke Majesteit. 5. Request tot aanstelling van eenen koster, 16 Januarij 1579. NB. De eerste na den overgang aan de hervormden. 6. Inventaris van het zilverwerk van convent en kerk van IJsselstein en Benschop overgeleverd te Breda enz., 10 Julij 1579. 7. Volmagt aan Jan Claesz. Visser en Roelof van Lodesteyn om te vorderen van Breda restitutie van het zilverwerk der kerk, 11 Februarij 1593. 8-24. Stukken betreffende het beroepen van predikanten, het houden van Synodus, salarissen, reglementen, enz., 1589-1770.
Allen op den inventaris door mij uitvoerig omschreven. | |
Klooster Kerk.1. ‘De onkosten van de timmerage der kerk, waarbij de de bestekken, na den brand, in 1534.’ fol. 96 bladz. 1537. 2. Request van Drossaerd enz. wegens het afbreken der kerk, met het appointement, Februarij 1697. | |
Stukken afkomstig van Geestelijke personen, Gestichten enz.1. ‘dit sijn die ghildebroeders en susters vā onser vrouwē ghildē, die hierna ghescrevē staen.’ 64 bladz. langw. form. Op perkam., de achterste bladzijden papier; zeer beschadigd. 2. Een ander van gelijken aard. De eerste namen zijn: ‘vrou Jacob' vā Hollāt, hē Franc vā borsselē.’ het loopt tot 1598. 146 bladz. langw. formaat. Op perkament. | |
[pagina 102]
| |
Waarschijnlijk de broeders en zusters van het gilde ten behoeve van melaatschen. 3. Fragment eener rekening, zonder jaartal, waarin o.a. voorkomt: ‘noch eenē soldaet, die mij dat evangelijboeck opspeurde iiiii st.’ ‘noch dat psalterium vā eenē soldaet gekofft xxxxvi st.’ enz. 4. Eenige Willekeuren, geschiedkundige aanteekeningen, vermelding van ontvangen landpachten, betaalde gelden voor kerkelijke diensten enz., ongeveer twee honderd bladz. in fol. 5. Brief, waarbij ‘Willem Janszoen q.q.’ verkoopt ‘aan den besloten nonnencloester tot onse vrouwe te Nazareth in 't Gheijn’ eenige morgen lands, 1 September 1462. Op perkament. 6. ‘Onraetsboeck, aengaende petri ad cathedr., 1480-1481. 7. ‘die reeckeningboeck’, 1535-1571. langw. form. 8. Pausselijke bulle, 1545. Op perkament. 9. Toelatingen ‘ad sacrum subdiaconatus’, geteekend Georgius d'Egmondt’, 1543-1548. Op perkament. 10. Opgaven van ontvangen landpachten enz., toekomende aan het konvent te IJsselstein, 1552-1576. in fol. een gedeelte ontbreekt. 11. Erfpachtbrief van Domdeken der Domkerk te Utrecht, 11 October 1565. Op perkament. 12. Copiën van aanspraken op de vicariën van 't heilige kruis te Beesdt, 1566 en later, 10 bladz., fol. 13, 15. Voorwaarden, waarop ‘die heeren van St. Marie te Utrecht verpachten zullen tienden in den lande van IJsselstein,’ 1572-1579. 14. ‘Epistolam scripsit Pontus Heuterus, praepositus Arnhemensis, Brux. Brab. pio et eximio viro Do. Alb. Heutsmet, canonico seniori capituli Colleg. Arnh. nunc Culenborg habitanti.’ 1o Maji 1596. | |
[pagina 103]
| |
Stukken betreffende het St. Ewouts Gasthuis.1. Erfpachten en tienden behoorende aan het Gasthuis, 1370-1585. Op perkament. 2, Testament van Peternel Matthys Gerritz, waarin eene making, 2 Junij 1468. Op perkament. 3. Id. van Aelbrecht van Egmond, dito, 5 November 1507. Op perkament. 4. Transportbrief van land, 12 November 1540. Op perk. 5. Verhuring van land, December 1541. Op perkament. 6. Verklaring van gasthuismeesteren van Bueren wegens ontvangst van een legaat van Jan Dirks, met last van uitkeering ten behoeve van het Gasthuis, 25 Augustus 1542. Op perkament. 7. Brief van schenking van land, 9 November 1542. Op perkament. 8. Overdragtsbrief van Philip Dirkszoon, waarbij ‘hij resigneert aan zijnen neef Willem Willemszoon zijne Vicarie van St. Ewouts Gasthuis’, 2 Mei 1551. 9-14. Pachtbrieven van land toebehoorende aan het Gasthuis, 1557-1589. Op perkament. 15. Verklaring van Schout en Gezworenen van Polsbroek wegens eene making aan het Gasthuis, Maart 1558. 16 en 17. Brieven aan Gasthuismeesteren wegens finantieele zaken, 1583-1598. 18. Contracten wegens de zijdewinderij in het Gasthuis, 1715. 19-25. diverse stukken en reglementen, 1728-1803. Op den oorspronkelijken inventaris uitvoerig omschreven. | |
Stukken betreffende de School enz.1. Acta Scholastica IJsselsteiniana, 1572-1806, in één band, behelzende zeer merkwaardige bijzonderheden. 2. Brief van Henricus Hagenaeus, over schoolzaken, 23 October 1583. | |
[pagina 104]
| |
3. Request van Jean de Pris, Rector der schole, over zijn huis, 1594. 4. Id. aan den raad zijner Hoogheid tot aanstelling van eenen tweeden schoolmeester, 24 Maart 1729. 5. Advies wegens misbruik in 't schoolhouden, 24 Julij 1688. 6. Resolutiën stads kinder- en werkschool, 1779-1789. 7. Rekeningen id., 1782-1805. | |
Stukken betreffende Polders, den Yssel enz.1. Dijkbrief en dijkregten van Lopickerweert, 10 Augustus 1454. 2. Commissiebrief van 't dijkgraafschap van Charlois tot herstelling der dijken, Febr. 1551. Op perkament. 3. Een paket stukken wegens dijkkwestiën, 1582 et later. 4. Verschillende uittreksels uit het register der resolutiën van dijkgraaf en heemraden van den Lopickerweert, 1649. 5. Consent tot verdieping van den Yssel, get. Amelie d'Orange, 5 Junij 1663. 6. Ordonnantie tot id. met bestek en contract, 1667. 7. Reglement van de polderschouwen in den schoutambte van Ysselstein, 1667. 8. Een paket stukken betrekkelijk het zandpad langs den Yssel, den tol enz. 9-86. Id. betrekkelijk den Doorslag. 87-150. Id. betrekkelijk polderzaken. Allen, in den oorspr. inventaris uitvoerig omschreven. | |
Stukken betreffende andere plaatsen.a. Vianen.1. ‘Usantieën, costuymen der stede van Vianen, als nu eerst bij geschrifte gestelt waren, nogthans soo lange geobserveert ende onderhouden, dat geen menschen memo- | |
[pagina 105]
| |
rie ter contrarie en gedenckt, zoowel in judicio contradictorio als daar buiten’, fol. 7 bladz. s.a.e.d. 2. Geredigeerde handvesten en costumen van de stad en lande van Vianen en Ameide, door Walraven, heer tot Brederode, vrijheer van Vianen enz. 3. Brief aan Vianen van Amelia, Paltsgravinne, wegens verschuldigde landpachten, 6 Augustus 1583. 4. Memorie overgelevert aan de camere van justitie te Vianen van onder beneficie van inventaris aanvaardde allodiale goederen van heere Henrick, heere van Brederode. 24 Februarij 1589. fol. 6 bladz. 5. Reglement door de regering van Vianen vastgesteld, tijdens de besmettelijke ziekte aldaar, 18 Julij 1664. | |
b. Lopick.6. Verkoopbrief voor Schout en Geregte van Lopick, 10 Maart 1483. Op perkament. 7. Brief van den Schout van Lopick wegens zekere huwelijksvoorwaarden, 29 Mei 1507. Op perkament. 8. Testament gepasseert voor idem, 4 October 1518. Op perkament. | |
c. Polsbroek noordzijde.9. Pachtbrief gegeven door den Schout, 1589. Op perk. 10. Request van Schout enz. aan zijne Hoogheid wegens de verpachting der tienden van Schipwerven, 11 Mei 1646. 11. Relaas van het voorgevallene omtrent het logeeren van een regiment Schotten, 1745. | |
d. Benschop.12. Makingbrief van Frederik Heinrich aan de kerk te Benschop, 3 Augustus 1515. Op perkament. 13. Request aan zijne Genade tot opbouw van kerk en toren, 7 Augustus 1579. | |
[pagina 106]
| |
14. Brieven van den Schout wegens belastingen, 1649-1676. | |
e. Verschillende plaatsen.15. ‘Oirconde van Scepenen van Huekelĕ, dat aan Joncker Otto van Arkel syn overgelevert 25 merge lants voor thijen jaren,’ 28 Augustus 1499. Op perkament. 16. Extract uit het keurboek der stede van Woerden betrekkelijk 't Gasthuis aldaar, geschreven in 1560. 17. ‘Brieve van vidimus gegeven door Schepenen van der stad Zaltboemel, wegens eenen perkamenten brief waarby Reinier van Chalons belooft te zullen handhaven de privilegien van Gelre, 6 October 1543.’ 15 Augustus 1560. Op perkament. 18. Brieven namens den officiaal van Oud-Munster te Utrecht in zake van Gerrit van Helmont, priester, vlugteling, 22 Maart 1571. 19. Copie van den eed van Johan, Grave van Nassau, van de privilegiën van Gelre en Zutphen als stadhouder te zullen handhaven, 10 Juny 1578. 20-23. Brieven aan Montfoort wegens garnizoen, 1586 en 1587. 24. Ordonnantien voor het bakkersgilde te Utrecht, 1626-1657. 25. Copie van Willekeuren van Leerdam en Schoonrewoerd, gepubliceerd 7 Mei 1654. 26. Stukken betreffende het weeshuis te Bueren. | |
Verschillende stukken.1. ‘Genealogie ende afcomste in t' corte van de doorluchtte ende moegende princen, graven van Hollandt, Zeeland, heeren van Vrieslandt, heurluider afcomst, aliantie, generatie, gesten enz. door Daniel van Berlain, burber van 's Hage, amateur.’ fol. 30 bladz. defect. s.a.e.d. 2. Verleibrief van Johan de Jonge, Grave tot Nassau, | |
[pagina 107]
| |
Vianen enz., van 18 morgen lands gelegen in den ambachte van Rijswijck, op onzer liever vrouwen avond lichtmisse, 14 Augustus 1431. Op perkament. 3. Verklaring afgelegd voor Schepenen van Ysselstein, tot uitbetaling van eenige gelden, 31 Mei 1459. Op perk. 4. Erfpachtbrief van het Weerdenborgsche land onder Bueren gegeven St. Petri ad cath., 1491. Op perkament. 5. Giftbrief, 1500. Op perkament. 6. Een verzoenbrief, 3 Mei 1505. 7. Brief van Frederik van Egmond, Graaf tot Buren enz., 6 Februarij 1507. Op perkament. 8. Id. van id., 5 September 1510. Op perkament. 9. Octrooi van Keizer Maximiliaan aan denzelfden wegens zekere tienden, 4 Nov. 1510. Op perkament. 10. Testament van Dirck Dirckz. en Geertrui Aert Warnarsdochter, 9 Jan. 1521. Op perkament. 11. Brief van Maximiliaan van Egmond, 2 October 1543. Op perkament. 12. Id. van denzelfden aan Paul van Egteren, kastelein tot Bueren, 15 November 1547. 13. Verleibrief van den Prins van Oranje aan Jacob Stalpart van eene huizing met 18 morgen lands te Rijswijk, 3 Februarij 1557. Op perkament. 14. Octrooi door Philips, koning van Spanje gegeven aan Jonkvr. Françoise de Witte om te disponeeren over hare leenen enz., 1570. Op perkament. 15. Verleibrief van Philips van hetzelfde land [van no. 13] enz. aan Jan Stalpart, 26 October 1573. Op perkament. 16. Copie van dito door Philips, koning van Spanje van het huis te Jutphaas aan Willem van Gendt, 22 Mei 1573. 17. Copie eener conventie door eenige burgers gesloten tot het opbrengen van gelden ten behoeve van de belegerden te Maastricht, 1579. 18. Points et articles entre la Reine d'Angleterre et les États Généraux, 15 Augustus 1585. 19. Memoriebouck voor Cornelis Franckens, daerinne | |
[pagina 108]
| |
gestelt zijn velerhande minuten, formules enz., 1602. fol. 102 bladz. 20-25 diverse stukken, gedichten enz. | |
Extract uit eene missive van Dr. de Breuk, in dato 18 December 1857 aan de leden der maandel. vergadering gerigt:Het was mij hoogst aangenaam te vernemen dat mijne werkzaamheden omtrent het archief dezer gemeente door u met belangstelling waren vernomen. Volgaarne voldoe ik aan het verlangen tot het geven van eenige nadere inlichtingen omtrent sommige punten: 1o. De Heer R. Elzevier verwijst mij naar eenen inventaris van 't Archief van IJsselstein, te vinden bl. 191-194, jaarg. 1849 der Kronyk van het Utr. Hist. Genootschap. Deze inventaris was mij bekend, evenzeer als de onvolledigheid daarvan ........ 2o. De Heer de Wal vraagt eenige ophelderingen omtrent sommige stukken: het is mij aangenaam daaraan naar mijn vermogen te voldoen. A. Het handschrift op blz. 91(5), No. 3 vermeld onder den titel: ‘de destructie van IJsselstein en eenige handvesten,’ is, zonder dat daarvan bepaaldelijk eenige aanwijzing te vinden is, blijkbaar geschreven en verzameld op verschillende tijden, en wel van 1568-1641. - Men vindt van den inhoud van enkele der daarin opgenomene historische stukken een vrij uitvoerig verslag in de Kronyk van het Hist. Gen. te Utrecht, den reeds genoemden jaargang, bl. 366 en bl. 370 enz.: het boek zelf schijnt vrij zeker, vooral de 25 eerste folio's, eene copie te zijn van een van andere dagteekening, want men leest daarin op bl. 3: ‘Bij wat seer oude tijden dit boeck gemaeckt is. Idem dat boeck wert gemaeckt by heer Johannes, heer van Egmont ende van Isselsteyn, ende by synen rade, schouten ende schepenen van synre poorte van Isselsteyn in t' jaer ons hee- | |
[pagina 109]
| |
ren 1424, xto derthien dage: in desen boeck staen gescreven al sulcke keuren ende costumen, als men voormaels geantheert heeft en men voort voor regt houden sall;’ dan volgt, bl. 4: Regten, die heer Johan, heer tot Egmondt gemaeckt heeft;’ dan volgen bepalingen over doodslagen, beleedigen enz.; het zoen en vrede maken: - panden en schatten enz.: een willekeur van 1437 van heeren Willem broeder t' Egmont, heer van IJsselsteyn, als straf op overspel en woeker; ‘zy zouden verbeuren thien en nimmermeer in de gerechte sitten en een vrouwspersoon, die soude op eenen sonnendach die steen om haren hals om de kercke dragen ofte die boete gelden:’ - verder over het kwade eedtzweren: ‘die soude verbeuren thien , twaelff dortsche placken elk .’ - Verder vindt men verschillende andere bepalingen van vroegeren en lateren tijd; onder anderen begint op bl. 8: ‘Privilegiën en regten geordineert van vrouw Guyotte van IJsselteyn gegeven St. Jans avont 1360 als: ‘zoo wie den anderen loochent, die verbeure een alsoo dick als hy loochent enz.’
Tot grond van mijn gevoelen dat ondanks de daarin voorkomende uitdrukking ‘by wat oude tyden dit boeck gemaeckt is,’ het eerste gedeelte van het aanwezige niet vroeger dan omstreeks 1570 kan geschreven en dus copie moet zijn, verwijs ik naar eene aanteekening op fol. 1 verso, betreffende het in den brand steken van den toren der St. Nikolaaskerk door den bliksem den 10n September 1568: - maar ook als copie is dit handschrift meo judicio hoogst merkwaardig. B. De confirmatiebrief van keizer Maximiliaan dato 2 Maart 1508. Inventaris, bl. 91(5), No. 9. Daarin vindt men ‘ons is verthoont geweest, hoe hier voer tyden, te weten in den jare 1340, die inwonende desselfs landts ende heerlicheit, om den gemeynen oirbair, proffyt ende welvaart van hen en hunne nacomelingen, van den heer van IJsselstein doe ter tijdt wezende, verzien ende verghunt syn geweest van zekeren keuren ende handvesten, eendrech- | |
[pagina 110]
| |
telijk by den heere ende den gemeynen ondersaten aldaer gemaeckt.’ dan volgt de inhoud dier keuren enz., als over het nemen van recht, het onderhueren enz. C. Handvesten en costumen van onser stede en de baronnie van IJsselstein, bevestigd door Willem III. Invent. bl. 91(5), No. 11. - De heer de Wal vraagt of dit niet het origineel is van het in 1675 te Utrecht en 1710 te IJsselstein gedrukte reglement. - Ik kan daarop geen bepaald antwoord geven, daar ik geen volledig exemplaar daarvan hier heb kunnen vinden. - Ik geloof echter dat het wel zoo wezen zal. - Het handschrift is 173 fol. groot, zéér net geschreven en geteekend ‘in t' leger tot Duffel desen 1n Juny 1675’ blijkens eene aanteekening aan het slot, gepubliceert van de puye van het stadhuis 14 July 1675. D. Moeijelijker is het mij te antwoorden op de vraag van den heer de Wal omtrent het handschrift ‘Stukken gewisseld bl. 91(5), No. 12.’ daar ik het Vervolg op Wagenaar niet bij de hand heb, en dus niet weet of daarin alles te vinden is, wat hier voorkomt: - ik zal daarom het handschrift en het daarin voorkomende zooveel mogelijk omschrijven. Het boek is 72 fol. groot, daarin vindt men: 1o. Copie eener missive van president, raden en rekenmeesters van hare koninkl. hoogh. mevr. de Prinses van Oranje dato Maart 1756 aan de Hoogmogende heeren, tot aandrang dat de baronnie worde vrijgekent van alle contributien aan de generaliteit, - eene handeling der ingezetenen van de baronnie in 1751 had daartoe aanleiding gegeven. 2o. Copie eener bij die missive overgelegde memorie informatoir, waarbij bewezen wordt ‘dat de baronnie onder geene provintie veel minder onder de generaliteit ressorteert,’ deze memorie is zeer uitvoerig, rijk in aanhaling van geschiedkundige bewijzen; zij beslaat 10 bladz. - dan volgt nog eene pro memoria terzelfder zake en verder nog copiën van stukken, als: | |
[pagina 111]
| |
3o. ‘Remonstrantie van raden en magistraat van Cuilenborge aan heeren staten des quartiers van Nijmegen, om te bewijzen ‘dat zij niet verpligt zijn te betalen de 50e penning aan die staten van Holland’, 14 fol. van dien tijd. 4o. Copie eener missive ter diezelfde zaak, van Drossaard enz. van Leerdam, dato Januarij 1756. 5o. Een extract uit den stadslegger van Buiren, behelsende eene missive aan de Hoogmogende Heeren, dato 10 October 1691, vorderende van alle contributie te worden vrijgesteld. 6o. Een extract uit de resolutiën der H.H.M.M. dato 18 April 1757; zijnde eene wederlegging van de memorie informatoir van de heeren president, raden en rekenmeesters van hare Hoogheid, groot 19 fol. 7o. Memorie van reflexiën destructijf op het laatstvermelde stuk. 20 folia. 8o. ‘Memorie van stukken en munimenten, die geallegueert zijn in de schrifturen van feiten, waar van voor den grooten raad van Mechelen in den jare 1552 is gedient geweest van wegen den heere Prince van Oranje enz.’ - het eerste daarbij aangehaalde stuk is ‘een brief Paschavond 1313, waaruit blijkt dat IJsselstein voor deesen Eijteren is genoemd geweest.’ 9o. Copie eener missive van de municipaliteit van IJsselstein aan het provinciaal commité van Holland, betreffende het heffen van belastingen in de baronnie, dato 8 Sept. 1796. 10o. Dito van id. van het provinciaal bestuur van Holland aan de Nationale Vergadering terzelfder zake, dato 1 October 1796. 11o. Dito van id. van regenten der baronnie van IJsselstein, aan de commissie bij de Nationale Vergadering ter zake ut supra, dato 1 November 1796. 12o. Extract uit het register der decreten van de Nationale Vergadering, dato 31 Januarij 1797. | |
[pagina 112]
| |
13o. Copie eener missive van de administrative municipaliteit van IJsselstein aan het Vertegenwoordigend Ligchaam, 12 September 1798. 14o. Extract uit de besluiten van het Uitvoerend Bewind, dato 22 Februarij 1799. Allen ter zake alsvoren. Ik geloof met het opgeven van dezen inhoud genoegzaam de belangrijkheid der in dit boek vervatte stukken te hebben aangetoond. E. De ordonnantie van Maria, Inventaris bl. 93(7), No. 19, ik vermeen niet beter te kunnen doen dan daarvan eene letterlijke copie, als bijlage, hier bij te voegen. F. Usantiën en costuimen van Vianen, Inv. bl. 104(18). No. 1. Zij betreffen ‘de erfenisse ende besterfenisse der eygentlicke goederen zoo ruerlicke als onruerlicke.’ zeven artikels; dan ‘de manieren en styll van procedeeren bijzonderlyck op erfpachtbriefkens, schepensschuldbriefkens enz. vijftien artikelen. Wanneer het stuk geschreven is, is volstrekt daarin niet te vinden; schrift en papier zijn evenwel blijkbaar zeer oud: - het eerste is zéér duidelijk; het watermerk van het laatste is door ouderdom bijna onzigtbaar geworden; zeker is het stuk van vóór 1613, ja misschien wel van het begin der 16de eeuw. Ik heb op het archief geen ander stuk gevonden, waarvan het schrift overeenkomt.... | |
Bijlage tot den vorenstaanden brief. Letter E.Maria, geboren Vorstinne tot Orangien, Gravinne van Nassau, Catzenelleboge enz., Administratrice van de goederen van onsen geliefden broeder, heere Philips Willem, by der gratiën Godts, prince van Orangie, grave van Bueren en vryheer tot Isselsteyn, allen den genen, die dese tegenwoordige sullen sien ofte horen lesen, doen te weeten: alsoo den Drossaert, Schout en magistraten en | |
[pagina 113]
| |
wethouders van onser steden van Isselsteyn en dorpen van Benschop en van Polsbroek op te noordsyde, ons vertoont hebben, dat d'ordonnantie by heer Maximiliaan van Egmond, grave van Bueren, ons heer en oude vader lofflijker memorie in den jare 1546 den tweeden februarij gemaeckt, over den landen van Isselsteyn opte successie van bestervenisse ab intestato, niet behoorlyck wert onderhouden ende nagevolght, zonderlinge in het point van der representatie van kinderen, die hunne ouders verliesen, en dat t' selve daeromme zouden vereyschen naedere interpretatie ofte verclaringe, aangesien daerdoor eenige disputen, geschillen en processen geresen zijn, ons daeromme oitmoedelyck biddende, dat wy daertegens souden willen voorsien ende verlenen onse opene brieven van placcaten, nopens de verstervenisse ab intestato en zonder dispositie van testamente of verclaringhe van uytterste willen, in conformiteit als andere naestleggende provintiën, sonderlinge van hollant, die syn observerende: zoo is t' dat wij genegen wesende t' haerder bede en tot welvaert, oirbaar, voorspoet ende ruste van onse voors. ondersaten, met rype deliberatie van rade en by advyse van luyden van onse rekencamere, van nieuws geordoneert en gestatueert hebben, ordoneeren en statueren voor edict en eeuwige wet, dat van nu voortaen alomme in der voors. onser stede ende landen van Isselsteyn, Benschop en Polsbroeck in voorsz. bestervenissen voor een gemeen recht gebruyckt en onderhouden sall worden, t' gene hier naer volgt. In den eersten dat in allen erfenissen, de kinderen en andere descendenten, in der rechter linie nedergaende, in infinitum hare ouderen sullen succederen in stirpes en by representatie; dat denselven descendenten ontbreeckende, vader en moeder beyden nog in leven synde, hare kinderen universaliter en geheellicken sullen succederen, maer denselven alle beyde ofte een van beyden ontbreeckende, sullen des overledens broeders en susters en derselver kinderen en kintskinderen by representatie | |
[pagina 114]
| |
in alle de goederen succederen, well verstaende dat halve broeders en susters en hare kinderen en kintskinderen, als oock alle andere collaterale vrunden, maer van eene syde den overleden bestaende, niet varder en sullen succederen als elck met een halve handt en over sulex naer advenant dat sy den overleden van bloede syn bestaende: alle descendenten, vader en moeder, broeders en susters, mitsgaders hare kinderen, kintskinderen en andere descendenten ontbrekende, dat alsdan oomen en moeyen van den overledenen en hare kinderen, by representatie ofte in stirpes sullen succedeeren, ten ware grootvader ende grootmoeder van de eene syde, beyde te samen noch in leven waren, in welken gevalle sy den oomen ende moeyen van selve zyde, mitsgaders hairluyder kinderen, wezende derselver grootvaders en grootmoeders kinderen ofte kintskinderen, en nochthans eigen broeders ofte zusters van den overledene, in de successie aan deselve zyde comende, geprefereert zullen zyn. Item eigen ouders ofte andere ascendenten, als het bedde gescheurt en een van hen beyden conthoralen overleden en d'ander alleen in t' leven is, en sullen haer kinderen of andere descendenten succederen. Item de goederen van overleden sullen altijd gaen en erven aen den vreemden van s' vaders en moeders syde van den overleden, delende en clovende deselve halff sonder aenschou te nemen, dat de overleden meer van vaders dan van s' moeders ofte ter contrarie van s' moeders dan van s' vaders syde achtergelaten hebben. Item en sall representatie onder de collateralen en den vrunden ofte bloedverwanten van deser zijde niet varder plaets hebben, dan tot broeders en susters kintskinderen en oomen en moeyen, kinderen inclusive; en alle vardere collaterale vrunden, den overledene naest in grade en maechschappe bestaende en even nae synde, sullen by gelycke gedeelte hooft voor hooft erven, uitsluitende alle vardere van grade ofte maegschappe; alle welke voors. poincten, wy ontbieden en beve- | |
[pagina 115]
| |
len, dat voortaen volcomen sullen worden achtervolcht en onderhouden, niettegenstaende eenige rechten, voorgaende ordonnantien ofte costumen ter contrarie, die wy gederogeert hebben en derogeren by desen, voor sooveell deselve eenigsints daartegens souden mogen stryden: ordonnerende denselven onsen Drossaert et alle officieren en ondersaten van den voors. onsen stede en lande van Isselsteyn, dat sy dese onse ordonnantie onderhouden en doen onderhouden, reserverende aen ons, de verclaringe en interpretatie derselver: en ten eynde niemant hier aft en pretendere ignorantie, willen wy dat dese jegenswoordige sall vercondight worden, alomme daer men gewoonlick is publicatie te doen, opdat een ygelick hem daernae voege en reguleere, ende alle questiën en geschillen van processen mogen worden geslicht en ter neder geleyt, als noch in judicio hangen. Gegeven tot Delft, onder onsen name en cachette van wapenen, d' welck wy daer beneffens hebben doen opdrucken, in den jare ons heren XVC acht en tachtig, den xixn dag december; en was met hare genade cachet op t' spatium gedruckt in roode wasse en get. Maria van Nassau; wat lager, ter ordonnantie van hare genade van Steenlant: en dese ordonnantie is alhier binnen Isselsteyn ter puye afgeroepen en vercondigt by den gerechtsbode Arien Jacobs op ten xxvn dach Decemb. 1588 stilo antiquo.
Voor getrouw afschrift,
H.R. de Breuk. |
|