en geschreven hulpmiddelen, die hier medegedeeld worden, zullen ten dienste staan, en tevens al die wetenschappelijke gedrukte werken, waarop door drie der beoordeelaars, in de drie Akademiesteden woonachtig, in hunne adviezen is gewezen.
Voegt men hierbij, dat er in dezen slechts één antwoord op de voorgestelde vraag is ingeleverd en er dus van geene eigenlijke mededinging in een' letterkundigen wedstrijd sprake zijn kan, dan vindt het Bestuur er volstrekt geen bezwaar in, dat den Schrijver, ook na de bekrooning, de gelegenheid worde geschonken, om, naar aanleiding der hem in afschrift mede te deelen adviezen, zijn belangrijk werk te verbeteren en aan te vullen.
De slotsom is, het voorstel aan deze Vergadering, om het eenig ingekomen antwoord op de vraag:
Geschiedenis van het Veemgerigt en van het latere Duitsche Rijkskamergerigt in hunne betrekking tot Nederland’
met den gouden eerepenning te bekroonen, met bepaling dat die Verhandeling in de Werken der Maatschappij zal worden opgenomen, nadat de Schrijver, naar aanleiding der bovengemelde uitgewerkte beoordeelingen, zijn werk zal hebben aangevuld en verbeterd.’
Hierna is bij stemopneming, met genoegzaam algemeene stemmen der leden besloten zich met het uitgebragte praeadvies te vereenigen, en, het stembriefje geopend zijnde, is gebleken schrijver der Verhandeling te zijn, Mr. R.W. Tadama, Kantonregter te Zutphen.