Bijlage tot Handd. bl. 22, reg. 12.
M.
Bij de steeds toenemende belangstelling die zich voor onze vroegere gedenkstukken van wetenschap en kunst openbaart, is het der Maatschappij allezins wenschelijk voorgekomen, dat de instandhouding van zoodanige monumenten die uit het oogpunt der geschiedenis of der kunst belangrijk zijn, zooveel mogelijk, niet alleen van Overheidswege, maar ook door wetenschappelijke vereenigingen, bevorderd worde.
Dientengevolge heeft de Maatschappij de eer U uit te noodigen, om, bijaldien de verwaarloozing of aanstaande sloping van zoodanig monument ter Uwer kennis mogt komen, dit zooveel mogelijk te voorkomen en haar voorts daarvan berigt te willen geven, ten einde zij zou kunnen beproeven die verwaarloozing of sloping te verhoeden, of althans te zorgen dat daarvan vooraf behoorlijke afbeeldingen vervaardigd worden.
Leiden, 1 Maart 1850.
Uit naam der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde,
J.T. Bodel Nijenhuis,
Secretaris der Maatschappij.