XIII.
De bepaling van het getal en den tijd der openbare Vergaderingen en de benoeming der Leden, die in dezelve Voorlezingen zullen doen, blijft overgelaten aan de Maandelijksche Vergadering.
Voorts heeft de Maandelijksche Vergadering besloten, de Leden uitdrukkelijk te verzoeken en op te wekken, om de vruchten hunner letteroefeningen, in de vakken tot deze Maatschappij behoorende, aan haar te willen mededeelen, om of voor de Werken der Maatschappij, of bij de Vergaderingen te kunnen strekken.
(geteekend)
M. SIEGENBEEK,
Voorzitter.