VII.
Tot nieuwe Leden worden, uit de voorgestelde lijst (zie boven bl. 44-46), met de wettige meerderheid van drie-vierde der stemmen van de aanwezige Leden, verkozen, de Heeren: Mr. J. Ackersdijck, Hoogleeraar te Luik, thans te Utrecht; Mr. H.M.A.J. van Asch van Wijck, Burgemeester der Stad Utrecht, Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal; J.W. Ermerins, Hoogleeraar te Franeker; Mr. H.O. Feith, Advocaat, Archivarius enz. te Groningen; H.C. van Hall, Hoogleeraar te Groningen; Mr. F. van de Poll, Staatsraad, Burgemeester van Amsterdam; J.G. Baron Verstolk van Zoelen, Minister van Buitenlandsche Zaken te 's Gravenhage: - en worden voorts ook de beide andere voorgestelde punten (zie boven, ald.) door de Vergadering aangenomen en bekrachtigd.