Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1832
(1832)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– AuteursrechtvrijIII.Tot prijsvrage, uit de klasse der Taalkunde, waartoe voorgedragen waren:
1. Vergelijking van de Hoogduitsche en Nederlandsche Taal, met opzigt tot den wijsgeerigen geest, ten aanzien der woordvorming en andere bijzonderheden van gelijken aard, in beide heerschende. 2. In hoe verre is de leer van de geslachten der zelfstandige naamwoorden, in de moedertaal, reeds op genoegzaam vaste gronden gebouwd? 3. Welke Nederlandsche Dichters en Prosaschrijvers, sedert de herstelling onzer Taalen Letterkunde in het laatst der zestiende Eeuw, verdienen, boven anderen, als bevoegde getuigen in het stuk der Taal, te worden aangevoerd? | |
[pagina 53]
| |
Wordt, door meerderheid van stemmen, gekozen de eerste; om beantwoord te worden voor 1 Januarij 1834Ga naar voetnoot*. |
|