Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1831

VI.

De Rekening van den Penningmeester, over het maatschappelijk jaar 1830-1831 opgenomen en goedgekeurd zijnde, is daaruit gebleken, dat de Ontvang (met het saldo des vorigen jaars) bedroeg ƒ 1959,92 ½; de Uitgave,

[p. 68]

ƒ 1746,65 ½; hetgeen een batig saldo gaf van ƒ 213,27: (- doch hetwelk wederom werd weggenomen, door de later nog ingekomen rekening der kosten van het Derde Deels Eerste Stuk van de Werken, ten bedrage van ƒ 205,20).