Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1827
(1827)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 56]
| |
was ingekomen op de Prijsvraag in den jare 1823 uitgeschreven, en zijnde: ‘Welke ophelderingen zijn er voor onze Taal- en Oudheidkunde te halen uit eene naauwkeurige kennis der Heidensche gebruiken, welke oudtijds in deze Landen hebben plaats gehad?’ Even min op de Prijsvraag, in 1825 uitgeschreven voor een' onbepaalden tijd, ‘Vergelijking der Grammaticale vormen van de Germaansche tongvallen, en bovenal van het Nederduitsch, met die van het Sancrit en Parsi.’ (breeder te vinden in de Konst- en Letterbode van 1825, en in de gedrukte Handelingen van 1825 en 1826.) |
|