II.
Is besloten, om, uit de klasse der Welsprekendheid, voor dit jaar,
de twee volgende vragen, ter beantwoording voor den eersten van Louwmaand des
jaars 1809, voor te stellen:
1. ‘Doet er zich, bij vergelijking van de oude Welsprekendheid
(dat is, die der oude Grieken en Romeinen) met de nieuwe, eene
voortreffelijkheid op van de eerste boven de laatste? zoo ja, waarin bestaat
dezelve, en welke zijn de oorzaken dier voortreffelijkheid? zou, in dat geval,
de Welsprekendheid in onzen tijd tot de uitnemendheid der oude kunnen worden
opgevoerd? en welke zouden als dan daartoe de meest geschikte middelen
zijn?
2. Eene oordeelkundige, en ten nutte van jeugdige beoefenaars der
welsprekendheid ingerigte, aanwijzing van de deugden en gebreken van den stijl
van
Hooft
.