ve van Braband, in 's Graven Hage; en Mr.
G.J. Wichers
, Lid van den Raad der Amerikaansche Koloniën en Bezittingen, in 's Graven Hage.
Op voorstel van den Voorzitter worden voorts de Heeren J.W. te Water, M. Tijdeman
, en M. Siegenbeek
door deze Vergadering gemagtigd, om de Wetten der Maatschappij natezien, en in de eerstvolgende jaarlijksche Vergadering de noodig geoordeelde veranderingen aan haar ter overweginge voor te stellen.
Nog brengt de Voorzitter in omvrage, of de Leden ook eenig middel zouden weten op te geven, om het vertier van de Werken dezer Maatschappij, 't welk tot hiertoe zeer gering is, te bevorderen? De Vergadering betuigde haar leedwezen over de geringheid van dat vertier, daar het bleek, dat zelfs niet alle Leden der Maatschappij daarvan een exemplaar gekocht hadden, en beval voorts de opsporing van middelen, om hetzelve te vermeerderen, en alzoo de uitgave der volgende Deelen mogelijk te maken, aan de Maandelijksche Vergadering, met verzoek, om daarvan een Voorstel te doen in de volgende jaarlijksche Vergadering.
Verder werd nog bepaald, dat de Maatschappij dit jaar drie openbare zittingen zou houden, de eerste op den eersten vrijdag van October, de tweede op den eersten vrijdag in Februarij des jaars 1807, en de derde op den eersten vrijdag van April deszelfden jaars. Tot het houden van voorlezingen in rijm en onrijm worden, voor de eerste dier zittingen, benoemd de Heeren
te Water
, en
Bilderdijk
: voor de tweede, de Heeren
Rau
en
Provo Kluit
: en, voor de derde, de Heeren J. Luzac
en
Scheltema
.
Op voorstel van den Voorzitter wordt eindelijk nog besloten, van wege deze Maatschappij, zijne Majesteit, den Koning van Holland, te begroeten, hem van haren aard en hare strekkinge kennis te geven, en dezelve aan zijne Koninglijke bescherming aan te bevelen; tot waarneming van dezen last worden benoemd de Heeren
van Wyn, Scheltema, Brugmans
, en
Bilderdijk
.
De Secretaris gaf kennis, dat de Heeren Mr.
H. Calkoen
, te
Amsterdam
; en
H.A. Bruining
, te
Vere
, voor het verder Lidmaatschap dezer Maatschappij hadden bedankt.
(is geteekend)
J.W. te Water.
Het voorenstaande komt overeen met het Boek der Handelingen van de Maatschappij, berustende onder mij,
[M. Siegenbeek]