Art. 6.
Tot Gecommitteerden werden benoemd over de Verhandeling van den Heere Brender, de Heeren van Wijn, Brugmans, en de Kruijff, en over die van den Heere Voorhout, de Heeren Weiland, Lublink, en Luzac.
De Heer Weiland bericht aan de Vergadering, dat hij voornemens is een taalkundig Nederduitsch Woordenboek zamen te stellen en in het licht te geven, beandwoordende aan eenigen der vereischten, in het beredeneerd plan tot het vervaardigen van een algemeen omschrijvend Woordenboek der Nederduitsche tale opgegeven, in zo verre dezelven alleen de regte spelling der woorden betreffen, deelt der Vergadering wijders eene kleine proef van zodanig een Woordenboek mede, en verzoekt de vrijheid te erlangen, om, in gevolge het 22ste lid van het ontwerp der Maatschappije tot het vervaardigen van het Woordenboek, uit den voorraad der Maatschappij zodanige aantekeningen en voorbeelden afteschrijven, als hij tot zijn oogmerk dienende daarin zoude vinden.
De Vergadering bedankt den Heer Weiland voor dit bericht, verklaart zich ten volle genegen, hem ter volvoering der ontworpene moeilijke take alle mogelijke hulpmiddelen te verleenen, en verzoekt daar toe eene meer bijzondere opgave der boeken of papieren, welke hij ten zijnen gebruike zoude verlangen. De Heer Weiland beloovt die opgave eerstdaags aan den Secretaris te zullen doen.
(is getekend)
J.W. te Water
Het voorenstaande komt overeen met het boek der Handelingen van de Maatschappij, berustende onder mij,
[Jan de Kruijff]
Secretaris.