I.
De Secretaris bericht, van Heeren Gecommitteerden tot het Woordenboek, by mangel van stoffe, geen verslag ontvangen te hebben, en meldt, dat in het afgelopen Jaar niets is ingekoomen, dan, van den Heere Steenwinkel, eene verzameling van Woorden, getrokken uit Oude Keuren en Ordonnantien van Vlaanderen van de 14de en 15de Eeuw, als mede nog eenige Woorden en Spreekwyzen, byzonderlijk te Antwerpen, in gebruik.
De Heer Hinlópen bericht, in de Commissie, zijn Ed. ter laatstgehoudene Jaarlijksche Vergadering opgedragen, niet behoorlijk werkzaam te kunnen geweest zijn, uit hoofde van verschillende voorgekomene zwarigheden, onder welke voornamelijk ook deeze, dat zijn Ed. niet genoegzaam onderricht was, in hoe verre zich te moeten regelen naar een Plan, in vroegere Jaaren nopens het Woordenboek ontworpen, en als toen ten dienst der Leden gedrukt.
Na den Heere Hinlópen deswege eenige nadere opheldering gegeven te hebben, heeft de Vergadering besloten, de Commissie te continueeren, en dezelve te verzoeken, om, in haaren arbeid, ook het gemelde voor handen zijnde Plan in het oog te houden.