Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1784

I.

De Secretaris las het verslag van de Maandelijksche Vergadering wegens het Woordenboek der Maatschappye; zijnde als volgt:

‘De Maandelijksche Vergadering bericht dat ingevolge van het besluit der laatstgehouden Jaarlijksche Vergaderinge, aan alle die Heeren Leden der Maatschappye, welke aangenomen hebben ten dienste van het Woordenboek eenige Werken uittetrekken, hunne gedane beloften erinnerd is, met bygevoegd verzoek om der Maatschappye kennis te geven, wat zy voornemens waren voor de eerstkomende Jaarlijksche Vergadering aan dezen arbeid te verrichten; waar op zommige dier Heeren der Maatschappye bericht hebben, dat zy aannamen de door hun beloofde Excerpten, zoo spoedig mogelijk, te zullen toezenden.

Dat door den naarstigen arbeid van zommige harer Leden de voorraad tot het toereden van het Woordenboek aanmerklijk vermeerderd is. Dat zy dit jaar ontvangen heeft van den Heer Alewijn een groot aantal van oude Nederduitsche Woorden en Spreekwyzen, getrokken uit den Esopet H.S. van den xiv. Eeuw, welke reeds gedeeltelijk door eenen onzer Bladschrijvers op Octavo blaadjes overgebracht zijn. Van den Heer Nozeman eene Verzameling van woorden in de Steenbakkeryën aan den Yssel gebruiklijk, benevens eene lijst van woorden die in het Turfmaken van algemeen gebruik zijn. Van den zelfden Heer eene tweede verzameling van Naamwoorden zoo zelfstandige, als byvoeglyke, behoorende tot de Kruidkunde.

Van den Heer Bruining een aantal Excerpten uit verscheiden stukken van J.B. Houwaert, met beloften om ten dienste van het Woordenboek van tijd tot tijd eene verzameling van Excerpten uit verscheiden oude en nieuwe Schryvers toetezenden. Van den Heer Lemke zyne Excerpten uit Vollenhovens Poëzy. Van den Heer Schutte de Longobardische Woorden uit Paulus Warnefridus Diaconus. Van den Heer Engelberts zyne Excerpten uit de 14 eerste Hoosdstukken van het loflijk leven der geechteder Menschen 1479. met toezegging om de Excerpten uit het overige van dit werk, zoo spoedig mogelijk te laten volgen. Van den Heer Lublink een aantal Excerpten uit het Bremer Nedersax Wunterbuch. Van den Heer P. Huisinga Bakker verscheiden Excerpten uit Mattijs de Castelein Const van Retoriken, Ghendt. 1555.

[p. 5]

⁺Nog ontving de Maatschappy van den Heer Huisinga Bakker een alleraangenaamst geschenk, bestaande in eene verzameling van Excerpten uit verscheiden oude en nieuwe Schryvers, door wylen den Historieschryver Jan Wagenaar, in leven Lid der Maatschappye, byeenverzameld. Van den Heer Mandt, het vervolg zyner Excerpten uit Bakes Bybelsche Gezangen. Van den Heer Kluit eene proeve van Excerpten uit het Glossarium Teutonicum van Schilterus, met aanbod, om ten dienste van het Woordenboek, op den zelfden voet voorttegaan, en uit het gemelde Glossarium dat alles, het welk tot onze taal betreklijk was, uittetrekken. Van den Heer Clignett de oude Nederduitsche Woorden en Spreekwyzen uit den Roman van Seghelijn van Jherusalem, naar de uitgave van 1517.

Wyders bericht de Maandelijksche Vergadering, dat de Verzameling van Groningerlandsche Woorden door den Heer van Bolhuis ten dienste van het Woordenboek opgemaakt, door de Heeren van Lelyveld, de Malnoë, Clignett en Steenwinkel nagezien, en met eenige byvoegzels en aantekeningen vermeerderd zijn, om nu op Octavo Blaadjes overgebracht en by de Verzameling van Groningsche Woorden gevoegd te worden.

Voor het overige dat de Heer Blom ten koste der Maatschappye by aanhoudenheid voortgaat om de Excerpten van den Heer Fortman, uit den Delftschen Bybel 1477. op octavo blaadjes overtebrengen.

+ 1784.