Internationale Revue i 10 1927-1929

[p. 145]

INTERNATIONALE REVUE

HOOFDREDACTIE:

ARTHUR MÜLLER LEHNING

REDAKTEUR VOOR

ARCHITEKTUUR: J.J.P. OUD

MUZIEK: WILLEM PIJPER

FILM EN FOTO: L. MOHOLY-NAGY

Nadruk verboden

Redactie, Rédaction, Editor Administr., Publisher

Amsterdam, Leidsche Gracht 48

10 Nrs. Fl. 10.00, R.M. 20, Sh. 20, $ 4.5, Fr. suisse 22.

i 10

AMSTERDAM

N 20

IV 1929

Arch. C. van Eesteren
ontwerp voor een aula der landbouw-hoogeschool te wageningen
VOGELVLUCHT

[p. 146]

Prijsvraag
ontwerp voor een aula der landbouw-hoogeschool te Wageningen
Ontwerp onder Motto ‘Synthese’

C. VAN EESTEREN, ARCHITECT

PERSPECTIEF

Toelichting

Situatie: Om een goede oprit te verkrijgen is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beide opritten, die naar de societeit en die naar de aula, te combineeren. Voetgangers kunnen gevaarloos, zonder genoodzaakt te zijn den oprijweg over te steken, den toegang tot elk der beide gebouwen bereiken. De gecombineerde oprit maakt het tevens mogelijk, voor de twee gebouwen één gazon aan te leggen, dat door de daarop staande boomen (welke op een na gespaard zijn) verlevendigd wordt. Door het voorterrein als een geheel te behandelen, krijgt het complex meer eigen karakter. De aula is ten opzichte der omgeving zoo gesitueerd, dat het wijkbeeld een eenheid vormt.

Motto: ‘De Zaaier’
3e Prijs

Motto: ‘Hans’
2e Prijs

Motto: ‘Hoe 't Groeide’
1e Prijs

DRIE DER ‘VOLDOENDE BEHEERSCHTE’ ONTWERPEN

(VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN ZIE HET ‘BOUWKUNDIG WEEKBLAD’ Nr. 26, 1928)

[p. 147]

[p. 148]

GEVELS

Indeeling van het gebouw. Het trottoir voor voetgangers loopt onder den luifel, welke boven den hoofdingang uitgebouwd is, door en langs den ingang voor de hoogleeraren. De voertuigen brengen de bezoekers tot onder den luifel en recht voor den ingang der hoogleeraren. Het publiek kan dus zonder nat te worden van de voertuigen in het gebouw komen. De portier overziet vanuit zijn loge den hoofdingang, zoowel buiten als binnen, benevens de voorruimte der zaal. Door de glaswanden is de vestiaire duidelijk te overzien, zoodat de bezoeker zich dadelijk kan oriënteeren. De in de dergelijk bescheiden gebouw meestal voorkomende gangen en halletjes vindt men hier niet. Toch kan alles, wat tot den gang van zoo'n gebouw behoort, zich afwikkelen, zonder dat storingen ontstaan.

De autoriteiten, komende van de zijde tegenover den hoofdingang, gaan door de voor-ruimte naar het middenpad in de gebruikelijke statige optocht. Laatkomers wachten intusschen voor de deuren in het ruime ingangsportaal.

Een balcon is ontworpen voor het orgel (eventueel voor een koortje), de filmprojectietoestellen en ter uitbreiding van het aantal plaatsen. De vestiaire voor het balcon is bij de hoofdtrap op de verdieping. Vanaf het trapbordes komt men via een tochtportaal op het platte dak boven de vestiaire, dat als terras benut wordt.

Het ligt op het zuiden, en wordt beschaduwd door de ervoor staande boomen. Het is doorgebouwd over ingang en trottoir om bij feestelijke gelegenheden plaats voor toeschouwers te bieden.

Zaal. In vele aula's is de acoustiek slecht. Vele sprekers hebben geen routine in het spreken. Er is dus getracht een zaal te ontwerpen, waarin elk stemvolume tot haar recht komen kan. Hieruit ontstond de vorm der zaal. Bij buitengewone gelegenheden kan door tegen de zijwanden, in de nissen en in de voor-ruimte stoelen te plaatsen het aantal plaatsen tot boven de 300 opgevoerd worden. De wand tussehen de kamer van curatoren en de zaal is eveneens wegneembaar, om bij feestelijke gelegenheden of recepties deze ruimte, benevens de kamer der hoogleeraren, als een geheel te kunnen gebruiken.

Het buffet of de theekeuken ligt zoodanig, dat zoowel de zaal als de vertrekken der autoriteiten gemakkelijk bediend kunnen worden.

Constructie en materialen. Fundeering, steunpunten, trap, vloeren, trappen, enz. zijn van gewapend beton. De wanden zijn hol: buitenzijde van betonplaten (klein formaat), binnenzijde van drijfsteen.

Platte daken zijn door een luchtlaag geïsileerd. Boven de hoogte, tot waar vuil worden mogelijk is, zijn binnen alle wanden fijn geschuurd. De lambriseeringen zijn van harde, goed reinigbare materialen, als tegels, duratex.

De vloeren van de zaal en van de vertrekken zijn van linoleum; die van de gangruimten en van de toiletten van terrazzo of tegels.

Van buiten is het gebouw bepleisterd met z.g. ‘edelpleisterwerk’. Dit behoeft geen onderhoud: het heeft de structuur van effen, wit marmer.

Het dak is met ruberoid gedekt. Deuren en ramen zijn van staal, de openingen met spiegelglas bezet.

De eigen kleuren der materialen met eenige sterke

[p. 149]

functioneele kleurtegenstellingen maken het geheel levendig, zoodat overeenkomstig het karakter van het moderne onderwijs een licht en frisch gebouw ontstaan kan.

Verwarming: Centrale verwarming.

Ventilatie. De ruimte tusschen het plafond en de trap wordt sterk geventileerd door afsluitbare openingen in de 4 wanden.

De zaallucht wordt daarheen afgezogen. In den zomer kunnen tevens de ramen geopend worden. Door openingen bij de radiatoren der verwarming wordt versche lucht toegevoerd.

Verlichting zaal. Door in het plafond ingelaten, diepstralende, voor het oog onzichtbare lampen wordt de zaal verlicht. Hierdoor is op oogshoogte de juiste lichtsterkte mogelijk. Voor filmprojectie overdag zijn de ramen enz. lichtdicht af te sluiten.

Kostenbegrooting: 55000 gulden.