Autobussen over lange afstanden
Het propaganda-comité voor wegen verbetering schrijft: Een nieuw soort verkeer is bezig zich op den grooten weg te ontwikkelen: het interlocale verkeer van bedrijfsauto's en in 't bijzonder van autobussen, dat zich over lange afstanden beweegt.
De belangrijke technische verbeteringen, welke deze voertuigen in de laatste jaren hebben ondergaan, hebben dit mogelijk gemaakt.
In ons land, waar dit vervoer per autobus weinig aanmoediging van overheidswege vindt, om niet te zeggen kunstmatig wordt belet, heeft deze manier van reizen nog niet die groote vlucht kunnen nemen als in het buitenland het geval is, waar vooral in Amerika en Engeland en meer en meer ook in Frankrijk en Duitschland leerzame voorbeelden zijn aan te wijzen van de richting, welke het moderne verkeer uitgaat.
In Nederland is het nog voornamelijk het goederenvervoer met vrachtauto's over lange afstanden dat zich uitbreidt; motorvrachtwagens brengen geregeld goederen uit Holland tot in Friesland, Twente, Zeeland en Limburg, uit het Westland tot op de Duitsche markten, en de bestelauto's der groote warenhuizen gaan reeds ver buiten het forensen-rayon onzer voornaamste steden. Het autobusverkeer hier te lande echter geschiedt nog hoofdzakelijk over kleinere afstanden, maar hoe zich dat ook in de toekomst zal uitbreiden, leert het buitenland.
In Engeland, waar het verkeer per autobus dat van andere middelen van vervoer gaat overtreffen - gedurende de Paaschdagen zijn er in Londen en omgeving van de 22 millioen vervoerde passagiers ruim 17 millioen met autobussen vervoerd - worden geregelde diensten onderhouden met motorbussen, die voor een groot aantal passagiers zijn ingericht en die loopen over afstanden van meer dan 350 kilometer.
Die moderne reiswagens zijn comfortabel ingericht, met een toilet, een buffet, gemakkelijke clubstoelen, een rookafdeeling; ze zijn in den winter verwarmd en bieden de gemakken, welke de moderne reiziger op een langen tocht verwacht. Tusschen Londen en Bristol loopen regelmatig dergelijke wagens, die 26 personen kunnen vervoeren. In Frankrijk zijn passagiersdiensten over aanzienlijke afstanden, langs de Route des Alpes, van het meer van Genève tot de Middellandsche Zee en van Parijs naar Nizza. In Berlijn heeft men ‘Wochenend’-omnibussen, groote, zeswielige motorbussen, voorzien van de gemakken van een Pullmantrein, waarmee van Berlijn uit weekend reizen over groote afstanden gemaakt worden. In Duitschland bouwt men zelfs al autobussen, die plaats bieden aan 81 passagiers en wagens met 30 zit- en 15 staanplaatsen: wel een bewijs, hoe het autobusverkeer zich ook leent voor vervoer in 't groot.
In Amerika is dit verkeer met verrassende snelheid toegenomen en heeft het een uitbreiding gekregen, die de stoutste verwachtingen overtreft, vooral nadat ook tal van spoorwegmaatschappijen, tot voeding van haar spoorlijnen en om aan de toenemende concurrentie het hoofd te bieden, buslijnen zijn gaan exploiteeren.
Allerwegen ziet men een toeneming van het reizen per autobus over groote afstanden, dat hoe langer hoe gemakkelijker en aangenamer wordt gemaakt door doelmatiger bouw van de steeds comfortabeler ingerichte wagens, die worden toegerust met betere veering, waardoor het rijden veraangenaamd wordt, met zandstrooiers, die het rijden op glibberige wegen veiliger maken, en zoo al meer.
Wie zijn oogen niet sluit voor de werkelijkheid, zal moeten begrijpen, dat het moderne verkeer zich ook ten onzent in diezelfde richting zal gaan ontwikkelen. Het zal verstandig zijn, tijdig maatregelen te nemen om dat verkeer te beheerschen, en het is een economische noodzakelijkheid te zorgen, dat bij de verbetering van bestaande wegen en bij den aanleg van nieuwe rekening gehouden wordt met dezen nieuwen vorm van personenvervoer en daarbij te bedenken, dat de groote verkeerswegen berekend moeten zijn op een verkeer met groote motorrijtuigen, die zich veilig en onbelemmerd moeten kunnen bewegen, met een gelijkmatige, niet telkens door stoppen en inhouden onderbroken snelheid, die voor het bedrijf zoo economisch mogelijk moet zijn.
Dat daartoe aan de wegen hoogere eischen moeten worden gesteld, is duidelijk. Maar wanneer onze verkeerswegen worden ingericht voor het opnemen van zoodanig verkeer, dat aan het groeien is en hetwelk tegen te houden een kortzichtige politiek zou zijn, dan zal dat verkeer in veilige banen kunnen worden geleid en dan zal worden voldaan aan een eisch van het groote publiek, die onvermijdelijk binnen kort met steeds sterker nadruk zal worden gesteld, en dus aan een behoefte van algemeen belang.
(N.R.Ct.)