Indische Letteren. Jaargang 34
(2019)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 245]
| |||||||||||
Onrustig is ons hart
| |||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||
Portret van Diet Kramer (1907-1965), opgenomen in een folder over Onrustig is ons hart, 1939. Familiearchief.
Ook anderen hadden twijfels of Diet Kramer al een in Indië spelende roman zou kunnen schrijven. De auteur van het artikel ‘Waarom nog zoo weinig Goede Boeken over het Meisjesleven in Indie?’ in Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië van 10 augustus 1938 vroeg zich bijvoorbeeld af of er van Diet Kramer, van wie zij wist dat die op dat moment woonachtig was in Indië, binnenkort voor de Indische meisjes een boek te verwachten was over de ‘Sturm und Drangperiode’. Maar, stelt zij, Diet Kramer is te kort hier aanwezig, ‘hoewel ze indirect door den werkkring van haar man als directeur van een Lyceum contact heeft met de jeugd zoo tusschen 16 en 20’.Ga naar eind3 Op grond van deze uitspraken lag het in 1937 niet voor de hand dat Diet Kramer op korte termijn een Indische roman zou publiceren. Toch moet ze toen al met de | |||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||
gedachte hebben gespeeld om dat wel te doen, of misschien was ze er zelfs al mee bezig. In december 1938 kwam ze ermee naar buiten, wederom in een interview in Contact. Ze noemt het daarin een ‘groot geheim’, waarvan alleen de uitgever nog weet. Over de inhoud vertelt ze dat het een roman over jonge mensen is, die op een onderneming speelt. Het is de bedoeling dat het boek begin 1939 zal verschijnen.Ga naar eind4 En inderdaad verscheen in november 1939 van Diet Kramer een in Nederlands-Indië spelende roman, getiteld Onrustig is ons hart. Dit was echter niet een roman over jongeren, zoals ze had aangekondigd, maar een roman over een gescheiden vrouw van midden dertig, die twee hotels op Java leidt en daarnaast de zorg heeft voor haar vier opgroeiende kinderen. Voor zover bekend is er ook nooit een op een onderneming spelende roman van Diet Kramer over jonge mensen verschenen. | |||||||||||
Beknopte levensbeschrijvingDina Maria Kramer, zoals Diet Kramer voluit heet, werd op 25 april 1907 geboren in Amsterdam. Ze groeide op als jongste van zes kinderen in een Nederlands-hervormd middenstandsgezin. Haar vader was de zoon van een turfschipper uit Meppel en haar moeder was de dochter van een wagenmaker uit Leusden. Toen die twee elkaar ontmoetten, werkte Pauwel Hendrik Kramer (1866-1927) bij een kruidenier in de Leidsestraat in Amsterdam en was Jacoba Ipenburg (1867-1949) dienstmeisje. Hun ambities reikten echter verder. Door hard te werken en spaarzaam te leven konden ze op zeker moment een eigen drogisterij beginnen. De drang om vooruit te komen brachten ze ook over op hun kinderen. Die volgden bijvoorbeeld na de lagere school allemaal voortgezet onderwijs. Zo ging Zus, zoals Diet thuis werd genoemd, naar de driejarige hbs en vervolgens naar de Literair-Economische School - de latere hbs-A - waarbij overigens niet duidelijk is of ze die met een diploma heeft verlaten. Na haar schooltijd werkte ze korte tijd op een kantoor en bij enkele uitgeverijen. Daarnaast volgde ze cursussen op het gebied van (kunst)geschiedenis, literatuur en muziek. Verhaaltjes schrijven deed Diet Kramer van jongs af aan. In 1924, toen ze nog op school zat, debuteerde ze al in De Telegraaf met een schetsje, getiteld ‘Camielke’. Daarna namen tijdschriften als Opgang en Opwaartsche Wegen schetsen van haar op. Daar bleef het niet bij. Ze begon ook boeken te schrijven. Haar eerste meisjesroman, Stans van de Vijf-jarige, verscheen in 1927. Ze was toen pas 20 jaar. Haar tweede meisjesboek, Ons Honk (1928), werd door uitgeverij Van Holkema & Warendorf opgenomen in de reeks Bekroonde Boeken. Hierna besloot ze definitief schrijfster te worden. | |||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||
Dat ze haar schrijverschap serieus nam, blijkt onder meer uit de Memorie van Successie die in augustus 1928 is opgemaakt in verband met de nalatenschap van haar vader. In het overzicht van erfgenamen staat Diet Kramer vermeld als ‘schrijfster’, een beroepsvermelding die ze zelf, net 21 jaar, zo zal hebben opgegeven.Ga naar eind5 Tijdens een vakantie in Valkenburg in 1929 leerde Diet Kramer de bijna zestien jaar oudere Willem Anne (Wim) Muller (1891-1945) kennen, die samen met zijn echtgenote en drie kinderen in hetzelfde hotel logeerde. Ze bleef contact met hem houden, ook nadat Muller in 1930 naar Batavia was vertrokken, waar hij rector werd van het Bataviaasch Lyceum. Intussen publiceerde ze verhalen en artikelen over letterkundige, cultuurhistorische en pedagogische onderwerpen in uiteenlopende tijdschriften als Opgang, Leven en werken, Opwaartsche Wegen en De jonge vrouw. Een hoogtepunt was de verschijning van Begin in november 1932. Deze eerste roman voor volwassenen sloeg erg aan bij het publiek, vooral door de herkenbare wijze waarop Diet Kramer het toenmalige moderne leven in beeld bracht.
Diet Kramer, Wim Muller en diens zoon Guus Muller in Indië, 1933. Familiearchief.
| |||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||
In juni 1933 vertrok Diet Kramer naar Nederlands-Indië. Ze voegde zich bij Wim Muller, die samen met zijn oudste zoon in Batavia woonde. Zijn echtgenote was inmiddels met de twee jongste kinderen teruggekeerd naar Nederland. Diet Kramer en Wim Muller trouwden op 24 januari 1934, zeven weken nadat Muller officieel was gescheiden. Op 18 oktober 1934 werd dochter Diedie geboren en op 2 augustus 1936 zoon Lex. Hoewel er weinig primaire bronnen zijn over haar leven in Indië, kunnen we ons er aan de hand van algemene literatuur wel een beeld van vormen. Haar leven daar zal weinig hebben verschild van dat van andere Europese vrouwen in de kolonie. Haar sociale leven zal zich ook vooral in die kringen hebben afgespeeld. En natuurlijk had ze te maken met inheemse bedienden, die zorg droegen voor de huishouding, de tuin en vaak ook de maaltijden. Daardoor had ze naast de verzorging van haar kinderen veel tijd om te schrijven. Ook hield ze af en toe lezingen en was ze op het Bataviaasch Lyceum actief bij de opvoering van toneelstukken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Diet Kramer met haar twee kinderen in interneringskampen op Midden-Java. Haar man overleed vlak voor de bevrijding in een mannenkamp. Geknakt keerde ze in 1946 terug naar Nederland - ze was toen 39 jaar. Na korte tijd bij haar moeder in Amsterdam gewoond te hebben vestigde ze zich met haar kinderen in Den Haag. Onder meer door de gebeurtenissen in de oorlog en de dood van haar man kampte Diet Kramer in de jaren daarna met tal van fysieke en psychische problemen. Ze publiceerde nog enkele boeken, waaronder Thuisvaart (1948), waarin ze haar ervaringen in de kampen en bij de repatriëring verwerkte. De rust ontbrak haar echter om zich volledig op het schrijfwerk te concentreren. Op 12 augustus 1965 overleed Diet Kramer op 58-jarige leeftijd in Den Haag. | |||||||||||
De romanHoofdpersoon in de roman Onrustig is ons hart is Henriët van Roodenoord, zoals gezegd een vrouw van midden dertig. De roman beschrijft de laatste vijftien jaren van haar leven. Een leven dat bepaald niet over rozen is gegaan. De in Indië geboren Henriët had een eenzame jeugd. Op haar elfde verhuisde ze met haar moeder naar Nederland, waar ze voortdurend heimwee naar Indië had. Ze trouwde met de broer van een klasgenoot en volgde hem naar haar geliefde Indië. Het huwelijk was echter geen succes en eindigde in een scheiding. Door hard te werken kon ze op zeker moment van haar spaargeld een hotel kopen in Batavia en daarna nog een in Bandoeng. | |||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||
Het bestieren van beide hotels gaat soms ten koste van de aandacht voor haar vier kinderen. Toch zet ze alles op alles om voor hen een goede moeder te zijn. Ze wil voor hen een voorbeeld zijn. Ook wil ze haar kinderen een fijnere jeugd geven dan ze zelf heeft gehad. Dat vraagt veel van haar zelfbeheersing, omdat ze soms een sterk verlangen heeft om uit de band te springen, zoals ze dat een poos heeft gedaan kort na haar scheiding. Niet alleen dat levert onrust op. Ook het piekeren over levensvragen en vooral over godsdienstige kwesties maakt haar onrustig. Ze zoekt antwoorden maar vindt ze niet. Ooit hoopt ze rust te vinden.
Diet Kramer, Onrustig is ons hart. 7e druk [circa 1944].
Kortom, Henriët is een intens levende vrouw, die zichzelf veel ontzegt. Ruimte voor een nieuwe partner is er niet. Haar verantwoordelijkheidsgevoel is groot. Door hard te werken houdt ze zich staande. Dat wordt lastiger door de economische crisis. Ze is op zeker moment zelfs genoodzaakt haar hotels te verkopen, waarna ze een pension begint. In die jaren zijn er ook de nodige problemen met de kinderen. Een en ander heeft zijn weerslag op haar gezondheid: ze krijgt hartproblemen, die steeds ernstiger worden. Toch gaat ze door, ze wil geen ‘stil’ leven. De geboorte van haar eerste kleinkind betekent veel voor haar. Ze is dankbaar voor het leven dat is doorgegeven en voelt zich eindelijk verlost van alle onrust. Ze kan zich overgeven. Een dag later overlijdt ze dan. | |||||||||||
Indische aspectenWat betreft de Indische aspecten valt in de eerste plaats op dat Henriët van Roodenoord, de hoofdpersoon, een Indo-Europeaan is. Immers, bij Henriët van Roodenoord is sprake van zogenaamd ‘gemengd bloed’: haar grootmoeder Van Roodenoord was een Indisch meisje, haar grootmoeder van moederszijde was een Parisienne. In de promotiefolder die uitgeverij Holland over de roman verspreidde, | |||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||
is dit als volgt omschreven: ‘Zo was in Henriët het Hollandse bloed vermengd met het Indische en het Franse en van een avontuurlijk en rusteloos voorgeslacht, erfde ze een driftig en immer onbevredigd levensverlangen.’Ga naar eind6 De achtergrond van Diet Kramers keuze voor een Indo-Europese hoofdpersoon is niet duidelijk. Wel kan worden vastgesteld dat kwesties rondom rassen haar bezighielden. Het onderwerp komt bijvoorbeeld kort ter sprake in een interview in Libelle in 1937. Hierin stelt ze in haar toelichting op haar jongerenroman De Bikkel uit 1935 vast dat ze weinig verschillen heeft bespeurd tussen de jeugd in Nederland en die in Indië. Wel constateert ze dat de ‘rasvermengingen [...] natuurlijk op zichzelf staande belangrijke problemen’ met zich meebrachten. Welke problemen dat in haar ogen zijn, vermeldt het interview echter niet.Ga naar eind7 In Onrustig is ons hart wordt de Indische afkomst van Henriët evenwel als een enigszins precaire kwestie gebracht, evenals spreken over zogenaamde ‘rasvermenging’ in het algemeen. Voor Henriët zelf, die in Indië geboren en getogen is en voor wie Indië vaderland en moederland tegelijk is, is haar afkomst geenszins problematisch. Zo heeft ze er alle vertrouwen in dat haar kinderen, ‘kinderen van haar stam, haar ras, haar bloed’, zullen opgroeien tot sterke mensen. En ze wordt gelukkig van de gedachte dat ‘een verre voorvader geheel en al had gehoord tot het geliefde land, neuriënd was gegaan langs zijn padie-velden, gewerkt had in de rode aarde, geloofd had in de oude legenden en in de schemer van de vooravond het gelaat naar het Oosten had gewend en voorovergebogen had gebeden tot Allah, die groot was en de Vader van Mohammed den profeet’. Ze is zich er daarbij echter van bewust dat ze hierin verschilt van andere mensen in haar omgeving. Ze kent mensen die nadrukkelijk willen laten blijken dat ze ‘Hollands bloed’ hebben, dat ze ‘pur sang Hollands’ zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vrouw van de administrateur in haar kennissenkring. Deze vrouw reageert onthutst als Henriët onbeschroomd over haar afkomst, ‘zo een delicaat onderwerp’, praat.Ga naar eind8 Zoals in de roman deze vrijmoedigheid van Henriët opzien baart in haar omgeving, zo wekt het overwegend positieve portret dat Diet Kramer hier van een Indo-Europees personage geeft, eveneens enige verbazing, omdat in het geheel van de Indische literatuur, zeker na 1900, zogenaamde ‘rasvermenging’ over het algemeen als iets negatiefs werd voorgesteld. Die beeldvorming hing samen met het feit dat in die tijd in Europese kringen in Nederlands-Indië steeds meer de nadruk was komen te liggen op handhaving van de westerse en vooral ook blanke cultuur. Banden tussen Europese mannen en inheemse vrouwen werden niet meer, zoals eerder wel het geval was geweest, aangemoedigd, ook omdat steeds meer Nederlandse | |||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||
vrouwen naar Indië waren gekomen. In het verlengde daarvan was ‘rasvermenging’ in een kwaad daglicht komen te staan, aldus neerlandica Petra Boudewijn.Ga naar eind9 In dat verband kan het gunstige beeld van de Indo-Europeaan dat Diet Kramer via de figuur Henriët van Roodenoord oproept, opmerkelijk worden genoemd. Overigens bevat dit beeld wel een zeker stereotiep aspect. Henriëts lichtzinnige kant kan namelijk in verband worden gebracht met het toenmalige idee dat het beschavingsniveau van Indo-Europese vrouwen door de ‘rasvermenging’ op een lager niveau lag dan dat van een ‘volbloed’ Europese vrouw. Daarbij gold ‘(zelf)beheersing’ als een van de kernpunten van beschaving. De sensualiteit die Indo-Europese vrouwen werd toegedicht, en die ook aanwezig is in de figuur van Henriët, strookte niet met dat beschavingsideaal. Positief is dan weer wel dat Henriët haar lichtzinnige kant heeft leren beheersen.Ga naar eind10 Een tweede Indisch element is het feit dat Diet Kramer vanuit Henriëts liefde voor Indië verschillende kanten van het land laat zien. Dat geldt in de eerste plaats de rijk gevarieerde natuur. Henriët spreekt van ‘een kristal met oneindig veel facetten, met oneindig veel kleuren’.Ga naar eind11 Uit diverse mijmeringen blijkt dat deze verscheidenheid haar steeds weer bekoort. Andere gedachtestromen van Henriët zijn gewijd aan de bewoners van Indië, vooral de Europeanen, die zich vaak met hoge verwachtingen in de kolonie hebben gevestigd. Verwachtingen die lang niet altijd uitkomen. Ook denkt Henriët na over de uiteenlopende posities van vrouwen in Indië: De vrouwen, die nooit thuis raakten, die altijd in Indië bleven logeren, met achter zich een veilige vluchtheuvel: Holland. En de vrouwen, die hier een verlangen naar groter allures, naar groter luxe en zorgeloosheid, konden stillen en Indië apprecieerden om wat het schonk zonder dat ze er moeite voor behoefden te doen. De vrouwen op de eenzame buitenposten, de zwakken, die schreiden om vreemde angsten en vreemde zorgen... de sterke, moedige kameraden, die werkten naast hun mannen en kinderen geboren zagen worden en groot brachten onder moeilijke omstandigheden.Ga naar eind12 Maar achter al die mensen ziet Henriët het land. ‘Het land, dat al deze mensen liet leven en bestaan.’ De Indische samenleving beschouwt ze als een ‘wordende wereld nog steeds, waarin voortdurend rekening moest worden gehouden met veranderende toestanden, met nieuwe groei, met nieuwe gezichtspunten. Het leven was hier [in vergelijking met Nederland] zoveel bewegelijker, zoveel minder berekenbaar.’Ga naar eind13 | |||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||
Diet Kramer, Onrustig is ons hart. 9e druk [circa 1955].
Alles bij elkaar is Henriët dus zeer verknocht aan Indië. Aan het eind van haar leven stelt ze dan ook vast dat de ‘liefde voor het land en de mensen van het land’ een van haar ‘diepste, bestendigste genegenheden’ is.Ga naar eind14 Vanuit die omvattende liefde ook keurt ze het af dat sommige hotelgasten zich bovenmatig superieur gedragen ten opzichte van het inheemse personeel. En daarmee komen we aan een derde Indisch element, de omgang met de inheemse bevolking. Henriët gaat respectvol met hen om. Daarbij volgt ze niet bewust de ethische politiek - die woorden wil ze niet gebruiken. Haar houding wordt bepaald door de principes die ze van haar vader, die hoofdadministrateur was op een theeonderneming, heeft overgenomen. Van hem heeft ze geleerd tegenover het inheemse personeel een houding aan te nemen die is gebaseerd op ‘belangstelling, geduld en meten naar hun maatstaven en niet naar de onzen’.Ga naar eind15 Deze houding combineert ze met het geven van duidelijke bevelen, het eisen van stipte uitvoering en zo nodig een streng optreden. Een houding die, ondanks haar opvattingen over een respectvolle omgang, vanuit een postkoloniaal standpunt als bevoogdend kan worden beoordeeld. Daarmee weerspiegelt de houding van Henriet de toenmalige koloniale verhoudingen. Hoewel er sprake is van een welwillende omgang, staat Henriët als de superieure Europeaan tegenover de inheemse ondergeschikte. Het getekende beeld bevestigt het idee dat Diet Kramer zich het koloniale leven, inclusief de gebruikelijke omgang met de inheemse bevolking, volkomen had eigengemaakt. Van weerstand tegen het koloniale stelsel lijkt in ieder geval bij haar geen sprake te zijn geweest. | |||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||
FamilieromanOp grond van de genoemde elementen is de term ‘Indische roman’ van toepassing op Onrustig is ons hart. Toch was het feit dat Diet Kramer een Indische roman had geschreven, niet hetgeen waarop uitgeverij Holland in de eerste plaats de aandacht vestigde bij de aankondiging van Onrustig is ons hart. In kapitalen werd in de promotiefolder een ander nieuw aspect van het schrijverschap van Diet Kramer benadrukt: ‘Geen boek van en over jonge menschen, zooals haar vorige boeken, “Begin”, “De Bikkel” en “Roeland Westwout”, doch een knap geschreven familie-roman waarvan een groote bekoring uitgaat.’ Concreet hield dit dus in dat in tegenstelling tot haar eerdere romans de hoofdpersoon in Onrustig is ons hart niet een jongere of jongvolwassene is die zijn of haar plaats in het leven moet vinden, maar een gescheiden vrouw van midden dertig.Ga naar eind16 Het is vooral dat aspect dat ook naar voren komt in recensies. J.G. de Haas schreef bijvoorbeeld op 26 januari 1940 in het Nieuwsblad van het Noorden enthousiast: Vele schrijfsters van boeken voor en over de jeugd zouden een dergelijken radicalen omzwaai in literairen zin niet hebben overleefd, ook al beschikten zij over de kwaliteiten, welke Diet Kramer in haar vroegere boeken demonstreerde. Zij greep niet alleen geen moment te hoog, maar schiep bovendien een roman van zoo voortreffelijk gehalte als ik in lang niet van een Nederlandsche las.Ga naar eind17 Marie Schmitz van de NRC prees de omslag van Diet Kramer eveneens: Een vrouwenleven in zijn moeilijkste jaren, jaren van vechten om het bestaan, van innerlijken strijd ook om een zekerheid en rust, die eerst tegen het einde aanlichten als een doorbrekend avondlicht, heeft Diet Kramer hier overzien met de nauwgezette aandacht, den eerbied en de liefde, die, meer dan de litteraire knapheid, die hier evenmin ontbreekt, de eerste voorwaarde zijn om door te dringen tot het wezen.Ga naar eind18 Daarnaast was er in de recensies vooral aandacht voor het belangrijkste thema, het moederschap en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid. Een thema dat nauw aansloot bij toen gangbare denkbeelden over het belang van een hecht gezinsleven met daarin een prominente plaats voor de vrouw als huismoeder. De hoofdpersoon in Onrustig is ons hart mag dan een zelfstandige, hardwerkende vrouw zijn, uiteindelijk staat de zorg voor haar kinderen bij haar op de eerste plaats. Een recensent van De Gooi- en Eemlander verwoordde het thema expliciet door | |||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||
te stellen dat Diet Kramer dit keer het leven had beschreven van een vrouw, die, ‘in een zwaren strijd om het bestaan eigen geluk ten achter stelt bij de plichten van het moederschap. De vrouw als moeder met een heilig verantwoordelijkheidsbesef, dat haar zieleadel en levenswarmte geeft, welke zij rondom verspreidt.’Ga naar eind19 Slechts in enkele recensies is aandacht besteed aan het feit dat Onrustig is ons hart een Indische roman is. De aard van die reacties is uiteenlopend. Wordt in het bibliografische maandblad Zoo juist verschenen waarderend gesproken van het ‘in sobere woorden’ getekende Indische landschap en leven, dat een ‘suggestieve en waardige achtergrond’ vormt, anders is de mening van Marie Schmitz. Zij vindt de beschrijving van de Indische achtergrond te mager en stelt onomwonden vast dat van Indië vrijwel niets te zien is. En in een recensie in een van de Indische dagbladen wordt de Indische achtergrond van het verhaal verbonden met het leven van hoofdpersoon Henriët: Ondanks de tegenslagen laat Diet Kramer de hoofdfiguur een warme liefde houden voor het land van haar geboorte. Zij leert zonder het met zooveel woorden te zeggen, hoe Indië ook gewaardeerd kan worden in tegenspoed. Juist daarom heeft het boek voor Indië ‘een groote waarde’, aldus de criticus.Ga naar eind20 Zoals gezegd waren de reacties op dit aspect van de roman niet overvloedig. Een mogelijke verklaring is dat het thema van het leven van een ouder wordende vrouw en daarop aansluitend het onderwerp moederschap zo in het oog springend was - mede omdat het nieuw was in het werk van Diet Kramer - dat andere facetten minder opvielen. De promotiecampagne van uitgeverij Holland waarin het centrale thema werd benadrukt, kan hierbij een rol hebben gespeeld. Een mogelijkheid is ook dat het ‘Indische’ in de roman minder interessant werd gevonden, omdat de boekenmarkt destijds overspoeld werd met in Indië spelende verhalen. | |||||||||||
Indië als decorIn Onrustig is ons hart zijn overduidelijk Indische elementen aanwezig. Maar het hoofdthema is niet echt typerend voor het toenmalige Indië. Het thema van het moederschap en de daarmee gepaarde gaande verantwoordelijkheden is universeel. Diet Kramer heeft er daarbij echter voor gekozen dit onderwerp uit te werken in een Indische context met een aantal specifieke kenmerken. Als een soort decor. Dat zal zeker een bewuste keuze zijn geweest. Een keuze die wellicht vooral samenhangt | |||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||
met het feit dat ze destijds in Indië woonde. Een keuze die ook een bevestiging lijkt van het feit dat ze zich niet voldoende toegerust achtte voor het schrijven van wat zij noemde ‘een universeele roman, over het leven in de tropen’. Een verhaal situeren in Indië zag ze wel zitten en dat ze heeft ze met Onrustig is ons hart gedaan.
Omslag van Janneke van der Veer, ‘Onrustig is ons hart’. Leven en schrijverschap van Diet Kramer (1907-1965) (2018). Zie voor meer informatie www.dietkramer.nl.
| |||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||
Janneke van der Veer rondde in 2005 de studie cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit af met een doctoraalscriptie over de jeugdpoëzie van Han G. Hoekstra. In 2018 promoveerde ze op ‘Onrustig is ons hart’. Leven en schrijverschap van Diet Kramer (1907-1965). Van haar hand verschenen verder onder meer Van Arendsoog en Joop ter Heul. Oude kinderboeken over bakvissen, Hollandsche jongens, cowboys, kabouters en detectives (2007) en de biografie Han G. Hoekstra (1906-1988) (2011, samen met Joke Linders). Van 1993 tot 2013 was ze hoofdredacteur van Boekenpost. Als freelance publicist schrijft ze over (jeugdboeken)auteurs, boekgeschiedenis, margedrukwerk en volkscultuur. |
|