romans en trilogieën, short stories of novellen. Dat waren literaire vormen immers die - veel later pas, door Edward Said, getypeerd zouden worden als de culturele dragers bij uitstek van westers kolonialisme en imperialisme. Boon schreef zijn literaire credo op grond van zijn ervaringskennis als Indische cultuurdrager in de kolonie. Principieel en consequent stelde hij zich op als ‘Opschrijver’. In literair marginale genres als ‘opstellen’ en ‘vertellingen’ noteerde hij eigen en andermans herinneringen en levenservaringen. Die praktijk hield hij vol vanaf de Piekerans uit 1952 tot en met zijn allerlaatste bijdrage aan Tong Tong, het ‘cluborgaan uit Indië’ in 1974. Het gehele omvangrijke werk, dit Pak van Sjaalman van de Piekerans tot en met Tong Tong vormt de literaire productie van Jan Boon. Of wij die nu wel of niet waarderen, en of die nu wel of niet overeenkomt met de gangbare literaire normen van toen of nu, dát is wat hij als schrijver voortbracht. Dat Pak behoort in z'n geheel als object beschouwd te worden alvorens wie dan ook een uitspraak kan doen over het literaire laat staan het Indo-gehalte van Jan Boon en zijn werk.
Nadrukkelijk verwerp ik de koloniale mythe van een Tjalie die niet meer aan literatuur schrijven toekwam. Opschrijven in plaats van (romantisch literair) schrijven was Boons literaire keuze.
Als een Pak van Sjaalman, zo wens ik dat het werk van Jan Boon, ja, het hele object van de Indische Letteren, bezien wordt. Als een zootje ongeregeld waar Droogstoppels tevergeefs inzichtelijke lijstjes van proberen te maken. Tevergeefs, want in dat Pak zijn ‘verzen, een gedicht met ongelijke strofen, teksten zonder rijm, en in diverse talen en genres: romancen in het Maleis en krijgszangen in het Javaans, brieven en dagboekfragmenten, maar ook staten, opgaven en berekeningen, cijfers dus, en verhandelingen over een enorme verscheidenheid aan onderwerpen, naast gewoon maar aantekeningen en losse gedachten opgenomen’. Zo beschrijft Droogstoppel Havelaars pak, maar het is of je over Tong Tong leest! Binnen de Indische letteren zijn er allerlei Pakken van Sjaalman. Bijvoorbeeld het Pak van Frits van den Bosch, en het Pak van de Indische migrantengroep in Nederland: het IWI. Misschien is het Pak van Sjaalman wel een Indisch genre, er bestaat immers ook een Pak van Rudy Kousbroek (Oost-Indisch Kampsyndroom), en één van Rob Nieuwenhuys (Oost-Indische Spiegel). Marion Bloems Thuis is zo'n pak, Reggie Baaij heeft er één, en bij Alfred Birney thuis ligt er ook één, waar af en toe een novelle uit lekt. Er is er minstens één op internet (de Nieuwsbrief van het Indisch Netwerk) en wie weet waar nog meer. Wie de kijk heeft, vindt ze.
Door de lens van het Pak van Sjaalman werpen we een blik op wat de schrijver wil uitdrukken voordat een Van Lennep er Schone Letteren/gevestigde Literatuur van