[Nummer 3]
Redactioneel
Dit nummer opent met een ‘In memoriam’ door Fred Lanzing van Rudy Kousbroek die in april dit jaar is overleden. De Indische letteren speelden een centrale rol in Kousbroeks leven en op afstand was hij betrokken bij ons tijdschrift. De vierde bijdrage in dit nummer gaat over de vergeten Indische dichter J.J. de Stoppelaar. Het is een wat ‘technischer’ artikel dan u van ons tijdschrift gewend bent, maar omdat het de eerste serieuze studie over deze bijzondere schrijver is verdient het onze aandacht. In de bijdrage daarvoor schrijft Vilan van de Loo over de Indische heldinnen van Melati van Java. Melati van Java was ‘anders’, concludeert Van de Loo die een biografie over deze eigenzinnige auteur schrijft. Boukje Tijmstra behandelt in een essayistisch artikel het verband tussen onderwijs en het opkomend Indonesisch nationalisme aan de hand van het werk van Pramoedya Ananta Toer.
Onze lezingenmiddag van 21 mei was wat minder goed bezocht dan we gewend zijn: we hadden concurrentie van de Tong Tong Fair (voorheen Pasar Malam) en het mooie Pinksterweer. Niettemin was het een groot succes. Er werden maar liefst acht nieuwe boeken gepresenteerd over Indië en de Indische Letteren. Het onderstreept nog eens hoezeer Nederlands-Indië een blijvende plaats heeft ingenomen in het collectieve geheugen van Nederland.
Een paar dagen later, op 29 mei, waren wij als werkgroep te gast op de jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Wij mochten ter gelegenheid van onze vijfentwintigste verjaardag het middagprogramma verzorgen. Onder grote belangstelling van leden van de Maatschappij maar ook een aanzienlijk aantal van onze eigen leden, hield onze voorzitter, Peter van Zonneveld, een bevlogen toespraak over de toekomst van de werkgroep: ‘Max Havelaar op school. De toekomst van het Indisch erfgoed.’ Na hem sprak Reggie Baay over het nog grotendeels onbekende Indische toneel: ‘Toneel met een “bepaald Indisch karakter”’. Als derde spreker toonde Pamela Pattynama overtuigend aan hoe Indië steeds weer opduikt in de Nederlandse literatuur. Haar these was dat er een toekomst voor de Indische