Indische Letteren. Jaargang 23
(2008)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Poffertjes in Passoeroean
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AankomstLouis en Elisabeth, Betty zoals hij haar altijd noemde, arriveerden op 6 april 1899 om 12.00 uur met de boot ‘La Seyne’ in Tandjong Priok. ‘De bekende schrijver, Louis Couperus, die, zoals men weet, het plan opgevat heeft een reis over Java te maken, is gister per fransche mail alhier gearriveerd en heeft zijn intrek genomen in hotel Wisse’,Ga naar eind3 meldde het Bataviaasch Nieuwsblad. Hotel Wisse, toen nog vrij nieuw, lag tegenover het cavaleriekampement ‘Djaga monjet’,Ga naar eind4 de apenwacht, waar de man van Wilhelmina Baud, de jongere zustervan Elisabeth, Willem Wijnaendts van Resandt op dat moment cavalerie-officier was. Zij woonden in een officierswoning | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Familiefoto uit 1899. Uit Rob Nieuwenhuys. Baren en oudgasten. Tempo Doeloe - een verzonken wereld. Fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920. 2e herz. dr. Amsterdam: Querido, 1988. Van links naar rechts: Willem Wijnaendts van Resant, Wilhelmina Baud, Jhr. (Willy) Baud, mevr. Baud-Steenstra Toussaint, Couperus, Elisabeth Couperus-Baud.
aan Rijswijk nummer 3.Ga naar eind5 Er vond daar een hereniging plaats die voor Elisabeth ongetwijfeld veel heeft betekend. Zij zag haar moeder, mevrouw Baud-Steenstra Toussaint, haar broer Willy, met wie zij samen bij haar grootouders in de Sophialaan 12 in Den Haag was opgegroeid na het overlijden van haar vader in 1883, en haar zuster, na jaren gescheiden te zijn geweest, weer terug. Gezamenlijk poseerden zij voor een foto. Over haar broer las ik in het Couperus-archief van Anton Vogel het volgende: ‘Broer Willy is niet goed terecht gekomen.’ Wat daar precies mee bedoeld wordt, weet ik niet, mogelijk bedoelde Vogel dat Willy in maatschappelijk opzicht niet veel bereikt heeft. Hij is in Zwitserland overleden. Maar het was ook een grapjas: toen Elisabeth achttien jaar werd, hingen Willy en Louis haar ondergoed aan het balkon | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van het huis van opa en oma Baud aan de Sofialaan. Toen de foto genomen werd, was hij employee op een suikerfabriek in Gabroe, Blitar, op Oost Java. Zijn moeder woonde bij hem in. Louis en Betty zouden in augustus nog een week op de suikerfabriek logeren, toen het echtpaar Valette verhuisde van Tegal naar Passoeroean. Maar dat was in augustus. We zijn nu nog in april. Na een kort verblijfin hotel Wisse logeerde het beroemde paar bij de oudste broer van Louis, John Ricus junior, in Meester Cornelis waar John Ricus assistent-resident was. Volgens een vriend van Couperus een ‘grovert’ en een ‘first-rate buffel’ en zijn vrouw ‘een naar, walgelijk vet wezen’.Ga naar eind6 Het zal maar over je geschreven worden! Ze zijn daar niet lang gebleven. Of dat met genoemde kwalificaties te maken heeft, is niet bekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BuitenzorgMet Pinksteren zijn ze toeschouwers bij de paardenraces in Buitenzorg en te gast op het bal dat de gouverneur-generaal ten paleize geeft. In de Javabode van dinsdag 23 mei 1899 wordt nauwkeurig verslag gedaan van de verschillende paardenraces: er werd gestreden om de Gouverneurs Generaal beker, de Gentleman-race en de maiden ponybeker. Verder schrijft de krant: In de vooravond viel een zware regenval, van te voren aangekondigd door een sluier van witdonsige nevelen om het groene hoofd van de SalakGa naar eind7. Onder de invloed van deze slagregen was het bal in het paleis niet zo druk bezocht als anders het geval pleegt te zijn. Maar het was er vriendelijk zijn in de oude danszaal met haar gewast djatihouten parketvloer, waarin het zachte licht van honderden waskaarsen zich weerspiegelde, neervallend uit de zwaar vergulde kroonluchters. Het was een stukje koloniale grootheid: de 72-jarige prins Aquasi Boachi van de westkust van Afrika in vriendschappelijk gesprek met den solosche Pangeran Ario Mataram, die tijdens de inhuldigingsfeesten zijn broeder, den soesoehoenan, vertegenwoordigde bij H.M. de Koningin. Een hoffelijk man, die javaansche prins, die het Nederlands vloeiend spreekt en daarin nog overtroffen wordt door zijn gade, de kleindochter van den ouden regent van Manondjaja. Ook Louis Couperus, de door velen gewaardeerde symbolist, was met zijn echtgenote onder de gasten, de aandacht trekkend door de fluwelen col van zijn rok en zijn als in was geboetseerde masker. Z.E. en mevrouw van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Wijck bewogen zich met de hun aangeboren gemakkelijkheid onder de gasten, die zich tot ongeveer half een kostelijk amuseerden. Toen zij huiswaarts keerden, scheen de maan vriendelijk door Buitenzorgs' lanen en wierp zilveren glimpen over de open ruimten in den geurigen Plantentuin, waarin touggèrets hun hoogste lied uitzongen. Volgens een journalist van het Bataviaasch Nieuwsblad heeft Couperus tijdens dit bezoek aan Buitenzorg inzage gehad in het verslag over de stenenregen, die in februari 1831 had plaatsgevonden in de ambtswoning van Van Kessinger, de assistent-resident van Soemadang.Ga naar eind8 Deze stenenregen heeft zijn weg gevonden naar De stille kracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TegalNa Buitenzorg vertrok het echtpaar Couperus naar Tegal, een kleine havenplaats op midden- Java gelegen aan de Javazee. Zwager Gerard Valette was daar assistent-resident. Zijn vrouw, Trudy Valette was de lievelingszuster van Louis. Ze logeerden bij hen en hun drie kinderen. Hier vierde Couperus op 10 juni zijn 36e verjaardag. Op 13 juni schrijft Couperus aan zijn uitgever Veen: ‘wij blijven hier langen tijd ...’.Ga naar eind9 Dat was het plan maar het zou anders lopen, omdat Valette het bericht kreeg dat hij per augustus benoemd was tot resident van Passoeroean, een plaats aan de Oost-kust van Java.Ga naar eind10 Over de logeerpartij in Tegal is het een en ander bekend door het verslag van een andere logee, Keetje Serrurier, die overigens zelfde romans van Couperus niet gelezen had omdat haar ouders haar dit verboden hadden.Ga naar eind11 Van haar weten we dat Couperus iedere dag met zijn nichtje Edmée Valette wandelde, de jongste dochter van Gerard en Trudy. Zij had een slechte gezondheid en is jong gestorven. Hij schreef in die periode, van juni tot juli 1899, iedere dag aan Langs lijnen van geleidelijkheid, een roman waarvoor hij het plan ruim een jaar eerder had opgevat.Ga naar eind12 's Morgens vroeg zat hij op de zijgalerij, waar men voor hem een wastafel met een marmeren blad had neergezet, urenlang te schrijven. Hij schreef ‘ononderbroken, rustig, zonder doorhalingen of aanvullingen’. Deze herinnering van Keetje is niet helemaal correct, want in het originele manuscript van Langs lijnen staan juist veel doorhalingen en correcties.Ga naar eind13 De broer van Gerard Valette, Adolf, in het dagelijkse leven secretaris der residentie Batavia, logeerde er ook. Een vrolijke, jonge vent die enthousiast meedeed aan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alle activiteiten die Louis en Trudy samen bedachten. Een graag geziene gast was ook de huisarts, Karel Ellinger, aan wie Couperus later als hij in Lausanne verblijft, een exemplaar van De stille kracht laat sturen.Ga naar eind14 Als dank voor zijn goede zorgen; want Betty en Louis hadden beiden malaria opgelopen, omdat het gezelschap regelmatig 's avonds met een tafel en een paar stoelen naar de vuurtoren liep om daar, in het geheimzinnige schemeruur, geesten op te roepen ... Een half jaar later hadden zij er nog last van!Ga naar eind15 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Hare Majesteit BorneoKeetje herinnerde zich ook nog het volgende: ‘Toen een Nederlands oorlogsschip de haven van Tegal aandeed en de officieren een feestelijkheid ten huize van de resident moest worden aangeboden, besloot men enige fragmenten van Racine's Esther voor te stellen.’
Tableau-vivant van Esther. Uit: Rob Nieuwenhuys. Baren en oudgasten. Tempo doeloe - een verzonken wereld. Fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920. 2e, herz. dr. Amsterdam: Querido, 1998.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omdat deze avond een cruciale rol speelt in mijn roman ben ik op zoek gegaan naar het schip en de bemanning. Het enige schip van de Nederlandse marine, dat in de periode juni-juli 1899 Tegal heeft aangedaan was de Hare Majesteit Borneo. De Borneo was tijdens een expeditie op zoek naar geschikte schietterreinen in, aan de Javazee grenzende, residenties.Ga naar eind16 In het scheepsjournaal van deze expeditie is te lezen dat het schip op 29 juni 1899 aankwam op de rede van Tegal: ‘Om 9.45 uur officieel bezoek van de Resident van Tegal. Salueren deze autoriteit bij het van boord gaan met 11 schoten.’Ga naar eind17 Gerard Valette bracht uit hoofde van zijn functie een bezoek aan het schip en nodigde daarbij de officieren uit voor een feestelijke avond in de residentie, waarvoor de repetities al dagen aan de gang waren. Het moet voor de officieren een merkwaardige gebeurtenis zijn geweest om in zo een kleine plaats ‘in de rimboe’ op een tableau-vivant getrakteerd te worden. Er is een foto van deze voorstelling gemaakt waarop de acteurs te zien zijn. Keetje had de rol van Esther, Hans Ellinger, de zoon van de dokter, was sleepdrager en Edmée Valette ‘suivante’. Controleur Ketjen speelde twee rollen, die van Mardochée en van Aman. En Louis zelf speelde de rol van koning Assuérus, een van de hoofdrollen. In Tegal heeft Kapitein-luitenant ter zee Jan Bollaan behalve een gezellige avond ook een geschikt terrein gevonden waar al in augustus van hetzelfde jaar schietoefeningen gehouden werden.Ga naar eind18 De volgende dag voer de Borneo naar Cheribon. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LancelotOok Lancelot is in Tegal opgevoerd en komt terug in De stille kracht. De datum van deze opvoering heb ik jammer genoeg niet kunnen achterhalen. Over de acteurs die op de foto van het evenement te zien zijn, zijn de meningen verdeeld. Volgens mij staan op deze foto: een onbekende vrouw, ‘de pracht van een jonge employee in de suiker’,Ga naar eind19 nog een onbekende vrouw, Adolf Valette als Lancelot, Trudy Valette, twee kinderen, Louis Couperus zelf als Merlijn, een onbekende vrouw als Guinevere en Gerard Valette in een bijrol. Ik ben er van overtuigd dat de Merlijnfiguur Couperus is en niemand anders. Hier kan ik helaas geen aanwijzing voor vinden anders dan mijn overtuiging. Al snel na het bezoek van de Borneo ontvangt Gerard een telegram met zijn benoeming en promotie tot resident van Passoeroean. Het huishouden wordt opgebroken en gezamenlijk reizen de Valettes en de Couperussen per boot naar Soerabaja. Daar splitsen ze voor een korte periode op. De Valettes reizen naar Passoeroean, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tableau-vivant van Lancelot. Uit: Rob Nieuwenhuys. Baren en oudgasten. Tempo doeloe - een verzonken wereld. Fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920. 2e, herz. dr. Amsterdam: Querido, 1998.
Betty en Louis gaan naar de broer van Elisabeth, Willy, in Gabroe, Blitar, naar de suikerfabriek waar hij werkt. Hier ziet Louis de hadji met de witte tulband in de badkamer die dwars door de deur heen verdwijnt.Ga naar eind20 We zien hem terug in De stille kracht, onderhuids voortdurend aanwezig en op het einde triomferend. Tijdens zijn verblijf op de suikerfabriek heeft hij aan Langs Lijnen gewerkt en waarschijnlijk de Papandajan beklommen.Ga naar eind21 Na dit uitstapje logeren de Couperussen opnieuw bij de Valettes, deze keer in Passoeroean. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PassoeroeanOp 9 september schrijft Couperus vanuit de residentiewoning aan zijn uitgever: ‘Ook heb ik zeker het plan een Indische roman te schrijven uit de ambtenarenwereld, en mijn zwager, de heer Valette, Rezident van Passoeroean, en die zeer veel van litteratuur houdt en vroeger ook wel eens geschreven heeft, zal mij helpen aan alle gegevens, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heerenstraat in Pasoeroean, die model heeft gestaan voor de Lange Laan in Laboewanggi in De Stille Kracht.
die ik noodig mocht hebben. Maar dit gebeurt pas later en is nu ook nog een geheim: spreek er dus niet over.’Ga naar eind22 Op het moment dat Couperus deze brief schrijft, werkt hij nog aan Langs lijnen, dat hij onwaarschijnlijk snel afmaakt. Al op 8 oktober begint hij aan De stille kracht.Ga naar eind23 Het blijkt dat Couperus, meer nog dan ik aanvankelijk dacht, uit eigen ervaring geput heeft voor De stille kracht. Aanvankelijk heeft Trudy Valette model gestaan voor de persoon van Eva Eldersma. Dit blijkt uit het volgende voorbeeld. Resident van Oudijck vraagt Eva Eldersma in De stille kracht om een ‘weldadigheidsfeest’ te geven. Aanleiding hiervoor zijn zowel de strijd die geleverd wordt in Transvaal tussen de Boeren en de Engelsen als de zeebeving bij Ternate. Eva belooft dit te doen. Dan lezen we het volgende: Iets te doen, iets op touw te zetten, iets tot stand te brengen, haar artistieke energie te uiten was haar lust en haar leven, was haar de troost in het duffe Indische leven. Want hoewel zij veel in Indië had liefgekregen en mooi vond, miste het so- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ciale leven voor haar, haar kleine clubje uitgezonderd, alle bekoring. Maar nu, op groote schaal te bereiden een feest waarvan men tot in Soerabaia zou hooren, streelde hare ijdelheid en hare werklust.Ga naar eind24 Als Trudy inderdaad zoveel op Eva Eldersma leek, moet het haar veel plezier hebben gedaan dat de Soerabaya Courant op vrijdag 17 november het volgende meldde: Uit Passoeroean vernemen we dat de aldaar gehouden fancy-fair ten behoeve van Ceram en de Transvaal gehouden, in alle opzichten welgeslaagd mag heeten. De kraampjes waar de poffertjes, saucijzen, broodjes, haringsla, bowl, koffie enz. te krijgen was, waren spoedig uitverkocht en de opbrengst ± f 1500 geeft een goed denkbeeld van de royaliteit van Passoeroean's ingezetenen, uit Bangil toch vereerden slechts weinigen de stad met hunne tegenwoordigheid. De familie Valette komt de eer van het feest toe benevens den dank van allen die aan de feestvreugd deelnamen. Zelfs poffertjes blijken literair bruikbaar materiaal te zijn... In De stille kracht lezen we over de fancy-fair: Toen eindelijk had de fancy-fair plaats. Op het tooneel van de sociëteit had Eva georganiseerd een serie van drie tableaux uit de Artur-Sage: Viviane, en Ginevra en Lancelot; in den tuin was in het midden een Madoereesche prauw, in den vorm van een Viking-schip, waar men punch à la romaine dronk; een naburige suikerfabriek, nog altijd pret makende, bekend om den joligen toon die er heerschte, had gezorgd voor een komplete Hollandsche poffertjeskraam - als een heimwee-wekkende herinnering aan Holland: de dames als Friesche boerinnen, de employés van de fabriek allen als koksjongens gekleed; en de emotie voor Transvaal was gevierd door een Majuba-heuvel met heeren en dames in fantastisch Boeren-kostuum. Van de immense zeebeving in Ternate was geen sprake, hoewel de helft van de opbrengst aan de geteisterde streken was toebedacht. Onder de lichtende lolengfestoenen, die slingerden boven de tuin was een groote pret en lust tot veel geld uitgeven, vooral voor Transvaal.Ga naar eind25 Van deze passage is waarschijnlijk geen woord verzonnen. Louis Couperus had de fancy-fair, die zijn geliefde zuster met zoveel enthousiasme uit de grond had gestampt, van het begin tot het einde meegemaakt. Trouwens, in Tegal had Trudy Valette ook al een fancy-fair georganiseerd, destijds ten behoeve van het Semarangsche weeshuis.Ga naar eind26 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten slotte dit nog: ook de zeebeving heeft plaatsgevonden. Op 30 september 1899 vond er een zeebeving bij Ceram plaats, er kwamen volgens officiële gegevens 3864 mensen om het leven.Ga naar eind27 In de maanden oktober, november en december werkt Louis hard aan zijn Indische roman. Eva Eldersma was in een stemming van lusteloosheid en spleen als zij nog nooit in Indië had ondervonden. Na al haar arbeid, drukte, succes van de Fancy-fair - na de huiverende angsten voor opstand - sluimerde het plaatsje gemoedelijk weer in, als was het weltevreden weer te kunnen dommelen als altijd. Het was December geworden en de zware regens begonnen, als altijd, den vijfden December: de regenmoesson, onveranderlijk, trad in op St. Nicolaas.Ga naar eind28 Of hier ook sprake is van overeenkomst tussen het personage Eva Eldersma en Trudy Valette kan ik niet beoordelen. Wel denk ik dat Louis Couperus de Indische wereld om hem heen, de gebeurtenissen, het weer en de stemmingen bijna synchroon in De stille kracht heeft verwerkt. Begin januari nemen Betty en Louis afscheid van de Valettes. Ze reizen met de boot terug naar Batavia en logeren opnieuw bij John Ricus. Hiervandaan schrijft hij aan zijn vriend Ram: Ik heb hier trots de warmte, die ons beiden niet meeviel, veel gewerkt voor het heil der mensheid: een roman, spelend in Italië, en een andere uit de Indische binnenstad, zullen dit jaar in De Gids verschijnen!!! Je ziet, ik doe wat ik kan en wat ik moet. Ik deed gaarne wat anders, maar ik kan niet anders dan sprookjes schrijven over onbestaanbare nimfen en bestaanbare mensen.Ga naar eind29 Op 2 maart vertrekken Louis en Elisabeth uit Batavia met de boot La Seyne, dezelfde boot als waarmee ze gekomen zijn. In Singapore stappen ze over op de Indus en in Colombo op de Polynésiën die hen naar Marseille brengt, waar ze op 25 maart aankomen. De manuscripten van De stille kracht en Langs lijnen van geleidelijkheid reizen in de hutkoffer in het ruim met hen mee. Stel je voor dat die koffer ... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijdsbalk: 6 april 1899-2 maart 1900
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sophie Zijlstra (geboren in Den Haag in 1967) studeerde sinologie in Leiden. Ze was reisleidster in het Verre Oosten en woonde en werkte in Kaapstad (Zuid-Afrika). In 2007 debuteerde ze met de roman Mevrouw Couperus (uitgeverij Contact). Sinds 2007 is ze lid van de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het Erasmus Medisch centrum, Rotterdam. Momenteel werkt ze aan haar tweede roman, wederom vanuit een historisch perspectief, die eind 2009 bij dezelfde uitgever zal verschijnen. |
|