Indische Letteren. Jaargang 21
(2006)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 186]
| ||||||||||||||||||||
Kampong aan de spoorlijn. Foto van László Székely, geplaatst als illustratie in zijn Hongaarse boek Oserdoktol az ültetvényekig.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| ||||||||||||||||||||
Op de grens van de genres
| ||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| ||||||||||||||||||||
Huigen hun - soms fundamenteel verschillende - mening over deze kwestie geuit. De discussie over de corpuskwestie - en daarmee over de canonkwestie - van de Indisch-Nederlandse literatuur is nog lang niet afgesloten.Ga naar eind4 | ||||||||||||||||||||
Öserdöktöl az ültetvényekigDe meningen zijn dus verdeeld over de kwestie welke genres tot de Indisch-Nederlandse literatuur horen en welke niet. Als het genre van een werk duidelijk is, staan we volgens bovenstaande discussie al voor enorme vraagtekens. Is dat niet het geval, dan worden de problemen nog veel groter. Dat gebeurt met het boek van de Hongaarse schrijver László Székely, dat onder de titel Van oerwoud tot plantage in 1935 in Amsterdam bij Elsevier verscheen en nog hetzelfde jaar ook in het Hongaars als Öserdöktöl az ültetvényekig en in het Duits als Tropenfieber. | ||||||||||||||||||||
Ontvangst in HongarijeHet boek verscheen het eerst in het Hongaars in Budapest, bij Utazási Könyvek Kiadóhivatala [Uitgeverij van Reisboeken] als reisbeschrijving in de reeks Világjárás Hösei [Globetrotters]. Nog hetzelfde jaar verscheen het boek ook bij uitgeverij Dante in Budapest. Van oerwoud tot plantage (opmerkelijk genoeg deze keer zonder bepaald artikel ‘az’ in de Hongaarse titel: Öserdöktöl ültetvényekig verscheen bij Dante ook niet als roman, maar als reisbeschrijving in de reeks ‘A Világ Körül útirajzok - útikalandok’ [Rond de wereld reisbeschrijvingen - avonturen] met de ondertitel Tíz év Sumatra öserdeiben [Tien jaar in het oerwoud van Sumatra]. De uitgever beschrijft zijn reeks als volgt: De reeks biedt een fantastisch, exotisch beeld van zes continenten, door de ogen van moderne globetrotters gezien, geïllustreerd met authentieke opnames van de auteurs zelf. Dan worden de reeds verschenen werken in de reeks opgesomd, die ook het beeld versterken dat het hier niet om bellettrie gaat, maar om reisverslagen en reisbeschrijvingen: Ohle: In de onbekende sahara, Johnson: Op het eiland van de kannibalen, C. Welles: In de jungle van Maleisië, Macceagh: Twee jaar in het oerwoud van Brazilië, en ten slotte Plüschow: Per zeilschip naar wonderland. Sàndor Kozocsa, bibliothecaris van de nationale bibliotheek van Budapest, stelde jaarlijks (1927-1965) het repertorium van de Hongaarse literatuur samen. In het repertorium van 1935 wordt het boek van László Székely dan ook niet vermeld.Ga naar eind5 | ||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| ||||||||||||||||||||
Als uitgeverij Dante Van oerwoud tot plantage in 1942 voor de tweede keer uitgeeft,Ga naar eind6 deze keer onder de titel: Süt a nap Szumatrán [De zon schijnt op Sumatra] en met een onveranderde ondertitel: Tíz év Szumatra öserdeiben [Tien jaar in het oerwoud van Sumatra], blijft het boek een reisbeschrijving. Het enige verschil is dat het woord Sumatra in het Hongaars in de eerste druk Sumatra, in de tweede druk Szumatra gespeld wordt. De uitgever heeft waarschijnlijk de beslissing genomen in 1942 het boek een tweede keer uit te geven, omdat in dat jaar Nederlands-Indië door de Japanners bezet werd en daardoor het eiland in het middelpunt van de internationale belangstelling stond. De veranderde titel was waarschijnlijk ook hieraan te danken. De boekbesprekingen benadrukken de realiteit en de natuurgetrouwe beschrijvingen van het boek. De anonieme criticus van het dagblad Reggeli Magyarország legt hierop de nadruk wanneer hij over de tweede druk in 1942 schrijft: De lezer wordt door een Hongaarse schrijver naar een exotisch land geleid. Slechts zelden kunnen we zo'n spannend boek in handen krijgen. László Székely bracht op Sumatra tien jaar door. Hij was niet op zoek naar avontuur, maar hij ging er om te werken. Tijdens zijn werk heeft hij de wereld van de tropen leren kennen, het ware leven dat met zijn spanningen, vrolijkheid, huiveringen en schoonheid veel waardevoller is dan welke verzonnen roman dan ook.Ga naar eind7 Het is dus duidelijk dat voor de Hongaarse literaire kringen Székely en zijn werk - hoe positief de criticus van Reggeli Magyarország ook was - gewoonweg niet bestond omdat Van oerwoud tot plantage niet als literatuur, maar als reisbeschrijving was verschenen. Een genre dat voor literatuurcritici - zeker in die tijd - onbelangrijk was. Opmerkelijk is dat het tweede boek van Székely, dat eveneens in 1942 verscheen onder de titel Rimboe, deze keer wel als een roman was uitgebracht. Het werd vooral vanwege de authenticiteit en realisme geprezen, niet vanwege de literaire kwaliteiten.Ga naar eind8 Samenvattend kan ik dus vaststellen dat het werk van Székely in Hongarije in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw niet als literair werd beschouwd. De oorzaak hiervoor was vooral het genre. Hij schreef een reisbeschrijving. Dat is de reden waarom Székely met zijn werk niet tot de Hongaarse literatuur kon doordringen. | ||||||||||||||||||||
Ontvangst in NederlandToen Van oerwoud tot plantage in 1935 in Nederland verscheen, werd het met gematigd enthousiasme ontvangen. De critici hadden duidelijk een probleem met de genre-indeling ervan. Niets in het boek duidde erop tot welk genre het kon worden gerekend, en de titel vermeldde | ||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| ||||||||||||||||||||
Kampongkinderen in een Bataks dorp. Foto van László Székely, geplaatst als illustratie in zijn Hongaarse boek Oserdoktol az ültetvényekig.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| ||||||||||||||||||||
noch roman noch autobiografie noch reisbeschrijving. De ondertitel luidde Verhaal van een plantersleven. Het woord ‘Verhaal’ doet iets literairs vermoeden, maar de tweede helft van de ondertitel wekt de indruk dat het hier meer om een autobiografie zou gaan. Wat de bedoeling van de schrijver was, bleef dus duister, in tegenstelling tot de Duitse uitgave waar de titel was veranderd in Tropenfieber, de ondertitel ontbrak en in grote letters werd het genre van het boek werd vermeld: Roman.Ga naar eind9 De Nederlandse critici zijn over Székely's werk verdeeld,Ga naar eind10 maar schrijven weinig over de literaire kwaliteiten van het boek. De Stem is waarschijnlijk de enige, die zich hierover uitlaat. In de recensie lezen we dat het werk van Székely meer een documentaire waarde heeft dan literaire. De anonieme criticus stelt dat het boek ‘den minnaar van het leven meer zal bevredigen dan den minnaar van der bellettrie’ en meent voorts: ‘Het behoort tot wat men de pseudoliteratuur zou kunnen noemen.’Ga naar eind11 Een ander punt van kritiek was de verwantschap van het werk met dat van zijn echtgenote Madelon Székely-LulofsGa naar eind12 en dat Van oerwoud tot plantage een aanvulling op haar werk zou zijn.Ga naar eind13 Madelon Székely-Lulofs heeft over het boek van haar man met de redacteur van Elsevier Herman Robbers gecorrespondeerd. Robbers zet ook vraagtekens bij de literaire waarde van het werk van Székely. In haar reactie op Robbers' brief maakt Madelon Székely-Lulofs duidelijk dat haar man geen literaire aspiraties met zijn boek had: Ik ben het volkomen eens met alles wat U schrijft over het boek van mijn man en, - zooals de titel aanduidt - hijzelf heeft met dit boek nooit iets anders bedoeld dan een beschrijving, hij had nooit het plan van dit boek een roman te maken, hij had er geen - zooals hij het zelf uitdrukt - ‘litteraire aspiraties’ mee. Dat het in zichzelf zijn eigen waarde heeft, ben ik met U eens: hij heeft een uitstekend opmerkingsvermogen en als beschrijving van land en leven daar, is dit werk niet alleen goed, maar zelfs vaak uitstekend.Ga naar eind14 Székely zelf heeft ook problemen met de bepaling van het genre van zijn boek. Dat blijkt uit de inleiding van de Nederlandse uitgave van Van oerwoud tot plantage, de Duitse en de Hongaarse uitgave heeft geen inleiding: Drie dagen later bracht ik het manuscript aan een uitgever. | ||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||
Noch de schrijver, noch de critici konden dus beslissen wat voor een soort boek het is: een roman, reisbeschrijving of autobiografie. Een ‘stemmingsbeeld’, hoe aardig het ook klinkt, is geen genre. Toen de tweede druk van het boek Van oerwoud tot plantage in 1991 bij uitgeverij Conserve de tweede keer werd uitgegeven, verscheen het als dertiende boek in de ‘Indische letteren-reeks’, na de romans van onder andere Carry van Bruggen, Adinda, Augusta de Wit, Marie van Zeggelen en J. Treffers. Op de eerste pagina, nog voor de inleiding, worden de CIP-gegevens van het boek vermeld: het boek is door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag geregistreerd als vertaalde. roman.Ga naar eind16 Recensent Kees van Kempen houdt zich in zijn boekbespreking (1991) ook bezig met de genrekwestie, en noemt het werk van Székely ten slotte een roman.Ga naar eind17 | ||||||||||||||||||||
SlotDe receptie van het boek van Székely maakt dus - wat het genre betreft in Nederland een ontwikkeling door. Na een aanvankelijke aarzeling in 1935, wanneer noch de auteur noch de critici duidelijk konden bepalen tot welke genre het eigenlijk behoorde, lijkt het erop dat na de tweede druk in 1991 Van oerwoud tot plantage het predikaat roman verkreeg. Het is opmerkelijk dat de Hongaarse uitgave deze evolutie nooit meegemaakt heeft; het was als reisbeschrijving verschenen en het bleef ook een reisbeschrijving zonder literaire kwaliteiten. | ||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||
De Duitse editie echter was, reeds in 1935, als roman verschenen. Waaraan is deze ontwikkeling te danken? Volgens mij is hiervoor het speciale Nederlandse literaire klimaat verantwoordelijk. Rob Nieuwenhuys heeft als eerste egodocumenten in de Indisch-Nederlandse literatuurgeschiedenis opgenomen. Hiermee heeft hij deze teksten, die uit sociologisch en historisch perspectief - hij was daarin geïnteresseerd - misschien meer te bieden hadden dan romans en verhalen, als een literair genre erkend en opgenomen in de reeks teksten die door literatuurhistorici serieus onder de loep moesten worden genomen. Hoewel het voor de literatuurwetenschapper duidelijk is dat bij egodocumenten de historische betekenis, als daarvan sprake is, het literaire aspect meestal ruimschoots overtreft.Ga naar eind18 is de interesse voor deze teksten niet afgenomen. Zo werd van Van oerwoud tot plantage herlezen en was de heruitgave in 1991 mogelijk. Bovendien leidde Nieuwenhuys' pleidooi voor waardering van het egodocument tot de waardering van Székely's boek.Ga naar eind19 Dit veranderde perspectief heeft te maken met het verwachtingspatroon van de lezer.Ga naar eind20 Als een lezer een boek ter hand neemt, heeft hij een duidelijke verwachting: ik ga nu een roman lezen of een autobiografie enz. Juist dit verwachtingspatroon was in 1935 - in tegenstelling tot de Hongaarse en de Duitse uitgave - bij de Nederlandse lezers erg onduidelijk. In Nederland was de genrekwestie van begin af aan opengelaten. Noch de schrijver, noch de uitgever, noch de critici hebben precies kunnen bepalen tot welk genre het boek behoorde. Dat bood een ruimte, waarin - na de verschijning van de Oost-Indische spiegel - het veranderde verwachtingspatroon van de lezer een ander resultaat heeft opgeleverd dan destijds in Hongarije. Men las het boek niet meer als reisbeschrijving, maar als roman. Met als resultaat: Van oerwoud tot plantage werd in Nederland daadwerkelijk een roman. Het werk van Székely heeft dus een weg gevonden naar het Nederlandse koloniale discours, waarin het samen met andere vertaalde teksten gekoesterd wordt,Ga naar eind21 terwijl het in Hongarije bij voorbaat als reisbeschrijving was gerubriceerd - hoewel het boek duidelijk literaire kwaliteiten heeft - en daar bleef het ook bij. Als gevolg daarvan hebben in Hongarije alleen de lezers Van oerwoud tot plantage gelezen, die een reisbeschrijving - een soort egodocument dus - wilden lezen. Voor de Hongaarse literatuurliefhebber bleef Székely's boek voor altijd onbekend en was er daarom van ‘koestering’ geen sprake. | ||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|