[Nummer 2]
Redactioneel
Onlangs overleed Frits van den Bosch. Met een in memoriam van de hand van Joop van den Berg openen we daarom dit nummer van Indische Letteren en eren we deze schrijver van een klein, maar prachtig (Indisch) oeuvre.
Eind vorig jaar verscheen de biografie Geheim Indië. Het leven en werk van Maria Dermoût (1888-1962), geschreven door Kester Freriks. De verschijning van deze biografie zorgde onder meer voor enkele interessante reacties. In deze aflevering van ons tijdschrift besteden we aan deze reacties volop aandacht. Zo verhaalt Kester Freriks in zijn bijdrage over enkele brieven die hij naar aanleiding van het verschijnen van zijn biografie ontving en over het belang van de (aanvullende) informatie die zij bevatten. Annelies Dirkse-Balhan deed onderzoek naar de bronnen die Maria Dermoût gebruikte voor De juwelen haarkam en doet daarvan verslag. Eva Andriani en Olf Praamstra vonden de geboorteakte van Maria Ingerman en werpen met hun bijdrage meer licht op haar mysterieuze afkomst. En Barney Agerbeek ten slotte vond en kocht onlangs een curieuze brief van Maria Dermoût aan Rob Nieuwenhuys. Voorafgegaan door een korte inleiding, treft u in dit nummer de tekst aan van de brief én Nieuwenhuys' recensie waaraan in de brief wordt gerefereerd.
Tot slot willen we nog uw aandacht vestigen op de eerstvolgende lezingenmiddag op vrijdag 14 September 2001. Deze middag zal geheel gewijd zijn aan Indische schrijfsters. Elders in dit nummer vindt u de uitnodiging.