Indische Letteren. Jaargang 14
(1999)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |||
Uit: Vijf rovers en een rovershol. Illustratie F. van Bemmel.
| |||
[pagina 155]
| |||
Actie of actualiteit?
| |||
Het Indische werk van Diet KramerIn het oeuvre van Diet Kramer komen tien boeken voor die tot de Indische letterkunde gerekend mogen worden, omdat ze zich geheel of gedeeltelijk in Nederlands-Indië afspelen. Ook heeft Diet Kramer nog enkele schetsenGa naar eind2 geschreven waarin Indië beschreven wordt, maar omdat deze uitsluitend voor volwassenen bedoeld waren en Indië slechts het decor is waartegen het verhaal zich afspeelt, zijn ze buiten beschouwing gelaten. De Indische jeugdboeken die ze schreef, waren | |||
[pagina 156]
| |||
gericht op kinderen die in een Europees milieu opgroeiden. De boeken waren echter wel voor de jeugd in Indië bedoeld, want ze werden in eerste instantie bijna allemaal door uitgeverijen in Indië gepubliceerd. De boeken zijn onderzocht op Diet Kramers beschrijvingen van verschillende aspecten van de Nederlands-Indische samenleving zoals de diverse bevolkingsgroepen en de persoonlijke relaties van de personages met Holland en Indië. Voor het onderzoek is een onderscheid gemaakt tussen jeugd- en kinderboeken. Onder de kinderboeken vallen de boeken voor kinderen tot twaalf jaar, de overige heten jeugdboeken. Dit onderscheid is zeer nuttig gebleken omdat er essentiële verschillen blijken te zijn tussen de onderwerpen die aan bod komen. Eerst worden de titels per categorie kort toegelicht. | |||
KinderboekenHet eerste kinderboek, Razende Koeltje (1933), werd door Diet Kramer geschreven voordat zij zelf in Indië was geweest. Indië is in dit boek nauwelijks aanwezig. Het jongetje Timo, afkomstig uit Indië, vervult een kleine rol in het verhaal. Enkele van zijn karaktereigenschappen zouden kunnen worden verklaard door zijn Indische voorgeschiedenis. Ook zijn heimwee is van enig belang voor het verhaal, 't Boek van Bob en Bep (1939) gaat over twee kleuters en hun dagelijks leven in Nederlands-Indië. Hun omgang met de bedienden en de rol van de inheemse bevolking in het leven van de Europeanen staan centraal. Het contrast tussen de stad en het platteland van Java wordt uitgebreid naar voren gebracht. Maar het jongetje en het meisje kennen geen andere wereld dan Indië en hoeven zich dus ook niet bewust te zijn van hun vaderland. Vijf rovers en een rovershol (1941) is een klassiek, avontuurlijk kinderboek. De hoofdpersonen zijn blanke kinderen die allemaal in Indië geboren zijn, hun vriendjes zijn Europees. De kinderen beleven een spannend avontuur in een verlaten huis. De bedienden blijven op de achtergrond. Wel tonen de kinderen zich loyaal als een bediende beschuldigd wordt van iets dat zij op hun geweten hebben. Het geheim van de gesloten kamer (1941) is eveneens een spannend kinderboek vol actie. Dezelfde familie wordt weer gevolgd. Ditmaal beleven de kinderen avonturen tijdens hun vakantie in de bergen van Java. Op de theeplantages blijken onbetrouwbare Europeanen rond te waren, terwijl in eerste instantie weer de bediende ten onrechte beschuldigd wordt. Lodewijk de rattenvanger (1941) vertelt het relaas van een tekkel in Nederlands-Indië. De avonturen worden vanuit het perspectief van Lodewijk verteld. Het boek is bedoeld voor kinderen van negen tot twaalf en geeft een overzicht van de avonturen die een tekkel in de tropen kan beleven. Vooral omdat de hond de hele dag zijn baasjes observeert, geeft dit boek een duidelijk beeld van de dagelijkse beslommeringen van het Hollandse gezin in | |||
[pagina 157]
| |||
de tropen. In Lodewijk de mensenredder (1951) wordt het levensverhaal van Lodewijk vervolgd. Hij komt naar Holland en went met de nodige moeite aan de nieuwe situatie. Vooral de temperatuur, het lopen op de trap en zijn eerste stappen op glad ijs, vallen hem zwaar. | |||
JeugdboekenDiet Kramers eerste jeugdboek waarin Indië een rol speelt is Roeland Westwout (1936). Het boek is een vervolg op Razende Roeltje. Hierin komt een aantal Indische passages voor. Twee meisjes die op een plantage woonden, worden naar Nederland gestuurd. Het ene omdat zij te verwend is en slechte omgangsvormen heeft, zowel ten opzichte van het personeel als tegenover leeftijdgenoten. Het andere meisje heeft moeite met het klimaat. Hun heimwee naar Indië speelt hun parten. Daarnaast geeft het boek in enkele passages weer hoe mensen in Nederland tegen mensen uit Indië aankijken. In Onrustig is ons hart (1939) is de hoofdpersoon een volwassen vrouw die in Indië is geboren. Ze heeft een sterke band met het land. Ze heeft moeite het hoofd boven water te houden ten tijde van de economische crisis. Haar kinderen veroorzaken de nodige moeilijkheden. Er is weinig aandacht voor het lot van de inheemse bevolking, wel voor de positie van de Europeaan in Azië. Het heimwee en het leven in de vrij kleine, wat benauwende Europese gemeenschap worden uitvoerig beschreven. Eindexamen 1940 (1941) is een serieus jeugdboek. Het beschrijft het leven van middelbare scholieren in Indië aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. De problemen met NSB'ers in Indië en de steeds groter wordende afstand tussen het bezette Holland en het vrije Indië staan centraal. Kramer geeft in 1941 al een duidelijke visie op de afloop van de Tweede Wereldoorlog, en haar voorspelling dat de Duitsers verslagen zullen worden, komt uit. Thuisvaart (1948) is verschenen na de oorlog en de repatriëring. Het is een boek voor de jeugd - zowel de Indische als de Nederlandse - die kampt met naoorlogse problemen. De hoofdpersoon beschrijft haar bevindingen in het kamp en geeft haar visie op de revolutie. Verder worden de repatriëring en het moeizame leven na het kamp belicht. | |||
Verschillen in de beschrijving van de koloniale wereldZowel de kinder- als jeugdboeken geven een beeld van de dagelijkse gang van zaken in de Indische samenleving. Een opvallend verschil is echter dat in de jeugdliteratuur een belangrijke plaats wordt ingenomen door actuele maatschappelijke problemen in de toenmalige samenleving. In beide soorten boeken schetst Diet Kramer een Indische wereld | |||
[pagina 158]
| |||
waar geen sprake is van overdreven luxe of welvaart. Wel hebben haar hoofdpersonen het voorrecht van korte schooltijden, hulp van de bedienden en ze worden omringd door de prachtige tropische natuur. Ze wonen in ruime huizen in de Europese wijken van de steden op Java of in de bergen op een onderneming. Hun opvoeding, kleding en gewoonten zijn Europees. In de jeugdboeken wil de schrijfster echter door middel van haar verhaal de jeugd kennis laten maken met de maatschappelijke en persoonlijke problemen waarmee ze te maken zullen krijgen bij het volwassen worden. De boeken beschrijven het vaak zorgeloze en mooie leven van scholieren die het voorrecht hebben om in Indië op te groeien, maar tegelijk wordt er gewezen op politieke ontwikkelingen als een dreigende oorlog, fascisme en de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesische bevolking. Deze ontwikkelingen worden op een kritische en heldere manier voor de jeugd bespreekbaar gemaakt. In Eindexamen 1940 wordt bijvoorbeeld duidelijk aangegeven wat het gevaar is van het fascisme. De HBS-scholieren hebben klasgenoten, wier vaders lid zijn van de NSB, regelmatig fascistische theorieën horen verkondigen: Ze hebben principes en opvattingen en die zijn precies omschreven... [...] Ze slaan je gewoon dood met hun uit het hoofd geleerde zinnen en idealen en zo. [...] Ze zwepen elkaar gewoonweg op met die taal en ik kan me best begrijpen dat er behoorlijke lui in 4b zijn, die er de kluts door kwijt raken.Ga naar eind3 Diet Kramer oordeelt vrijwel altijd genuanceerd; zelfs na haar kampperiode probeert ze steeds weer het goede in de mens te benadrukken. Haar kampboek Thuisvaart is genuanceerder dan de meeste jeugdkampboeken die gelijktijdig verschenen. Ze kan begrip tonen voor de houding van de inheemse bevolking en wil hun beweegredenen begrijpen en waar het kan rechtvaardigen: De Javaan ondertussen was in Midden-Java nog zeer gewillig bij het ruilen van eten tegen kleren, veel kleren. Soms toonde hij enig medelijden met de uitgemergelde vrouwen en de kleine magere kinderen. Hij sprak wel eens met vriendelijke woorden over de toestanden en informeerde belangstellend, wanneer de Engelsman, de ‘orang inggris’, nu komen zou. Maar hij was een mens als anderen, niet beter en niet slechter dan de Europeaan en zijn persoonlijk belang ging voor alles. Dies wenste hij geld en kleren en droeg voor alle zekerheid het rood-witte vlaggetje op de borst.Ga naar eind4 Toch is ze ook kritisch; ze beschrijft als een van de eersten de moeilijke periode die veel mensen uit Indië hebben doorgemaakt na de repatriëring met problemen als woningnood, onbegrip en discriminatie. | |||
[pagina 159]
| |||
Maatschappelijke problemen komen in de kinderboeken niet ter sprake. Zelfs in de boeken die verschenen in de tijd dat Europa al in oorlog was, wordt met geen woord over deze ellende gerept. Deze boeken zijn vrolijk, spannend, soms leerzaam, maar vooral herkenbaar voor de Europese kinderen in Indië, die eindelijk verhalen konden lezen die zich in hun eigen omgeving afspeelden. De boeken beschrijven de koloniale samenleving op een nuchtere, realistische manier en voldoen aan de eis die Diet Kramer aan ieder kinderboek zou willen stellen: ze zitten boordevol actie. Ook zijn ze geïllustreerd met sfeervolle pentekeningen (van onder anderen F. van Bemmel en Tilly Dalton) die een indruk geven van de leefwereld van het Europese kind in de tropen. | |||
BevolkingsgroepenDe diverse bevolkingsgroepen in de samenleving zijn zowel in de kinder- als de jeugdboeken beschreven. De verhouding tussen de Europeanen en het personeel is gemoedelijk. Maar elke groep leeft in zijn eigen wereld. De cultuur van de inheemsen is een andere dan de Europese en dit wordt gerespecteerd door alle personages. De kinderen leren van de bedienden weer heel andere dingen dan van hun eigen ouders. Elke etnische groep heeft in de kolonie zijn eigen gebruiken en toch leven allen in harmonie samen. Dat dit gebeurt, wordt door de personages als vanzelfsprekend gezien. Wel wordt benadrukt dat het schijnbaar ontbreken van discriminatie een bijzondere situatie is. Als Nederland gecapituleerd heeft, vindt er in Indië een trouwbetuiging aan het vaderland plaats waar alle bevolkingsgroepen aan deelnemen: De resident en de regent stonden naast elkander in de voorgalerij van de residentswoning... de grote, blonde Hollander naast den kleinen tengeren Javaan. Hollanders, Indo-Europeanen, Inheemsen, Indo-Chinezen, Chinezen... in een lange rij trok het voorbij de verlichte voorgalerij. Diet Kramer laat de inheemse bevolking soms wat onhandig uit de hoek komen, maar hun goede wil en trouw worden duidelijk benadrukt. Er is zelfs een zekere ontwikkeling in de beschrijvingen te ontdekken. In de latere Indische boeken wordt de inheemse met meer respect beschreven en wordt hij minder ‘de inlander’ en meer een individu met een eigen identiteit. | |||
[pagina 160]
| |||
Uit: 't Boek van Bob en Bep. Illustratie Tilly Dalton.
| |||
[pagina 161]
| |||
Holland en IndiëOp het gebied van de persoonlijke relaties met Holland en Indië is een tweede verschil tussen de kinder- en jeugdboeken te vinden. In de kinderboeken is Indië het decor waartegen de verhalen zich afspelen, zoals Nederland dat is in boeken die in Nederland zouden spelen. Dat Indië een kolonie is en vaak slechts een tijdelijke verblijfplaats voor de Europeaan, speelt geen rol. De hoofdpersonen zijn allemaal geboren en opgegroeid in Indië. Holland is een oord waar oma's en opa's wonen. Een wezenlijke voorstelling kunnen ze er zich niet van maken. Als Bep, een meisje van vijf, verdwaald is, denkt ze alleen het volgende: ‘Nu ben ik in de wijde wereld.’ Van die wereld heeft oom Wim haar verteld! Als je heel ver rijdt met de trein, kom je bij de zee. En in de zee liggen nog een heleboel andere landen. En nog veel, veel verder is Holland, waar Opa en Oma wonen.Ga naar eind6 De meeste Europeanen in de jeugdboeken hebben zowel met Holland als met Indië een bijzondere band. Velen beschouwen de kolonie als hun tweede vaderland. Hun liefde voor het land uit zich vooral in bewondering voor de bijzondere natuur. Maar er is ook liefde voor de inheemse bevolking die in de ogen van de Europeanen met het landschap verweven zijn. De kinderen die in Indië geboren zijn, blijven eenmaal terug in Nederland altijd verlangen: Naar dat... wat je een rasechten Hollander nooit vertellen kon. Java, de rijpe padi... de heuvelflanken, de toppen der bergen tegen de avondlucht, de ontzaglijke sterrenhemels, de wijde luchten, de geluiden... Dáár waren ze eens jong en gelukkig geweest, daar lag een zo vrije jeugd van veel zon en licht en veel liefde.Ga naar eind7 Diet Kramer spreekt niet direct haar mening over het kolonialisme uit. Ze heeft respect voor de arbeid die de Europeanen in het land hebben verricht. Maar de blanken worden niet als superieur aan het inheemse volk beschouwd. Bovendien kan zij begrip opbrengen voor de vrijheidsstrijd van de Indonesiërs en probeert zij de extremisten hun daden - in Thuisvaart wordt de zuster van de hoofdpersoon omgebracht door een Indonesische vrijheidsstrijder - te vergeven. | |||
Ten slotteHet werk van Diet Kramer heeft een bijzondere plaats binnen de Indische jeugdliteratuur, omdat zij vooral in haar boeken voor de jeugd grote aandacht heeft besteed aan de maatschappelijke problemen in de koloniale samenleving. Die samenleving wordt niet geïdealiseerd. Zij wordt in de kinder- en jeugdboeken nuchter beschreven met oog voor | |||
[pagina 162]
| |||
zowel de voor- als nadelen van het leven in de tropen. Mede dankzij de boeken van Diet Kramer is het mogelijk om een realistisch beeld te krijgen van het leven van de Europese gezinnen in de kolonie gedurende de moeilijke jaren van de economische crisis, de interneringen in de Japanse kampen, de Indonesische vrijheidsstrijd en de repatriëring naar Holland na de Tweede Wereldoorlog. Er is ook aandacht voor de alledaagse problemen in de kolonie, zoals het heimwee, het harde werken onder de soms moeilijke omstandigheden en het warme klimaat, dat voor velen een aanslag op de gezondheid betekende. Deze problematiek wordt op een kritische maar verantwoorde wijze gethematiseerd en vooral daarom zijn de boeken van Diet Kramer van groot belang voor de Indische jeugdliteratuur. De visie die uit haar boeken spreekt met betrekking tot bovengenoemde onderwerpen is soms revolutionair (Diet Kramer schrijft bijvoorbeeld al in Eindexamen 1940 uit 1941 dat de Tweede Wereldoorlog wellicht ook een einde kan maken aan het koloniale tijdperk) maar altijd doordacht en onderbouwd. Al laat haar wijdlopige stijl soms wat te wensen over, zij is een van de eersten die in haar tijd de jeugd serieus nam en zijn problemen bij het vinden van een plaats in de complexe Nederlandse en ook Indische samenleving, door haar boeken bespreekbaar heeft gemaakt. Uit: 't Boek van Bob en Bep. Illustratie Tilly Dalton.
| |||
[pagina 163]
| |||
Bibliografie
Marleen van Vuurde (1973) studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar zij in november 1998 afstudeerde in de Moderne Letterkunde. Het onderwerp van haar scriptie was Nederlands-Indië in de kinder- en jeugdboeken van Diet Kramer. Momenteel is zij werkzaam bij Uitgeverij Kwadraat in Utrecht. |