Indische Letteren. Jaargang 10
(1995)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nummer 1]RedactioneelOp 23 september 1994 vond te Utrecht in het Moluks Historisch Museum een studiedag plaats over het onderwerp ‘De Molukken en de literatuur’. Het symposium werd georganiseerd door de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde in samenwerking met het Moluks Historisch Museum. Eén van de doelstellingen was de kenners en liefhebbers van de Indisch-Nederlandse literatuur in contact te brengen met die van de Molukse literatuur en geschiedenis. Over het algemeen is er immers een nogal betreurenswaardige afstand tussen beide kringen, verklaarbaar uit de verschillende geschiedenis van Indische Nederlanders enerzijds en Molukse Nederlanders anderzijds. De lezingen die op deze geanimeerde studiedag werden gehouden zijn in dit Molukken-nummer van Indische Letteren weergegeven. Eraan toegevoegd is een ‘signalement’ door Cara Ella Bouwman van een Indonesische roman over de Molukken Tussen admiraals en sultans door Y.B. Mangunwijaya. De redactie wil met plaatsing van dit laatste artikel tegemoet komen aan de wens van veel lezers om zo nu en dan ook aandacht te besteden aan de Indonesische literatuur. Tijdens de studiedag werden rondleidingen door het Museum gegeven en werd de video-film ‘Littekens van de geschiedenis’ vertoond. Van de zijde van het Moluks Historisch Museum en van het Landelijk Steunpunt Edukatie Molukkers waren er drie sprekers. Henk Smeets hield een inleiding over de Molukse geschiedenis, waarin hij een aantal verkeerde voorstellingen van zaken corrigeerde. Hans Straver introduceerde de Molukse orale cultuur en de verhalende genres. De dichter Otjep Rahantoknam hield een voordracht over het weinig bekende Moluks literair leven in Nederland. Dat ook sommige Nederlanders vertellers kunnen zijn, bewees Wim Backhuys in zijn verhaal over de naamgeving van schelpen door de Ambonse natuurkenner G.E. Rumphius. Peter van Zonneveld besprak het Pattimura-motief (en het complementaire motief van ‘het kind van Saparua’) in de Indisch-Nederlandse letterkunde. Rian van Straalen | |
[pagina 2]
| |
toonde een relatie aan tussen brieven die Beb Vuyk publiceerde tijdens haar verblijf op Buru en haar roman Het laatste huis van de wereld. Kester Freriks ten slotte besprak de betekenis van het verblijf van Maria Dermoût op Ambon voor haar literaire werk, in het bijzonder voor de roman De tienduizend dingen.
Uiteraard is hiermee het onderwerp nog lang niet uitputtend behandeld. Dr. François Valentijn ontbreekt bijvoorbeeld, evenals A. Manusama, Pier Rimba Haanen en vele anderen. Vanzelfsprekend hebben de organisatoren, Bert Paasman en Wim Manuhutu, geprobeerd de dichter Eddie Supusepa en de prozaschrijver Frans Lopulalan als sprekers aan te trekken. Maar de eerste bleek onbereikbaar en de tweede niet tot medewerking bereid. Veel literatuur betreffende de Molukse cultuur (in de Molukken èn in Nederland) bevindt zich in de Bibliotheek van het Moluks Historisch Museum, terwijl recente publikaties van H. Smeets, H. Straver, W. Manuhutu en anderen in het MuseumGa naar voetnoot* te koop zijn, evenals de video ‘Littekens van de geschiedenis’.
De omvang van dit Molukken-nummer is groter dan normaal: oplettende lezers zullen gemerkt hebben dat de vorige jaargang enkele pagina's te kort kwam. |
|